Koolhydraten slechter voor gezondheid dan vetten?

Koolhydraten lijken slechter voor gezondheid dan vetten. Zo was te lezen in sommige media. Canadese onderzoekers volgden ruim 135.000 mensen uit 18 landen. Er zitten wel wat haken en ogen aan dit onderzoek.

(Tekst: Voedingscentrum)

Zo is de inname van koolhydraten en vetten in armere landen afwijkend van wat wij eten: de koolhydraatinname is daar heel hoog en de inname van vetten juist erg laag. Ook komen de koolhydraten vaak uit ‘witte’ graanproducten zoals witte rijst. Vanwege dit soort punten kunnen uit het onderzoek geen harde conclusies worden getrokken. Onze expert Voeding en Gezondheid Astrid Postma-Smeets is in het onderzoek gedoken en legt uit.

Wat zegt het onderzoek?

In dit onderzoek werden 135.335 mensen gemiddeld 7,4 jaar gevolgd. Zij waren tussen de 35 en 70 jaar oud en kwamen uit 18 verschillende landen. Met behulp van vragenlijsten werd onderzocht wat ze aten. Vervolgens bekeken de onderzoekers hoeveel mensen waren overleden en hoeveel mensen hart- en vaatziekten kregen. Het onderzoek liet zien dat een hoge inname van koolhydraten samenhing met een grotere kans op overlijden. Maar het hing niet samen met het krijgen van een hart- en vaatziekte en ook niet aan specifiek het overlijden aan een hart- en vaatziekte. Daarnaast hing de inname van vet samen met juist een lagere kans op overlijden. Het maakte daarbij niet uit of het om verzadigd of onverzadigd vet ging. Ook de vetinname hing verder niet samen met het risico op het krijgen van een hart- en vaatziekte of aan het overlijden aan specifiek hart- en vaatziekten.

Niet alle factoren meegewogen: arme versus rijke landen

Tot nu toe zijn de meeste onderzoeken uitgevoerd in Noord-Amerika en Europa. Dit zijn landen met veel welvaart en waar eten over het algemeen in overvloed is. Deze nieuwe studie is uitgevoerd in 18 landen, waaronder ook landen uit Afrika, Zuid-Amerika en Azië. In de berekeningen is rekening gehouden met verschillende landen en verschillen in inkomen en opleiding. Maar het is moeilijk om met alle mogelijke factoren rekening te houden. De resultaten zijn moeilijk los te zien van de leefsituaties in de verschillende landen.

In niet-Westerse landen is de inname van koolhydraten gemiddeld een stuk hoger dan in westerse landen. Dit is met name in Azië en Afrika het geval. De koolhydraten die worden gegeten zijn vooral producten met geraffineerde koolhydraten, oftewel de ‘witte’ varianten, zoals witte rijst en witbrood. In dit onderzoek geen onderscheid gemaakt in soort koolhydraten. De vetinname en ook de inname van verzadigd vet is in deze landen juist lager. In de landen waar de koolhydraatinname heel hoog en de vetinname en eiwitinname dus laag is, komt meer ondervoeding voor en is de gezondheidszorg slechter. Voor arme mensen in dit soort landen is er vaak niet veel anders te eten dan witte rijst. Uit dit onderzoek komt dat mensen die heel veel koolhydraten eten (meer dan 70% van hun calorieën afkomstig van koolhydraten) en heel weinig vet eten een grotere kans hebben om te overlijden.

Moeten we nu allemaal minder koolhydraten en meer vet gaan eten?

Nee. Vanwege bovengenoemde punten geeft dit onderzoek niet genoeg zekerheid om er harde conclusies aan te verbinden. Maar los daarvan zijn de resultaten uit dit onderzoek niet van toepassing voor de Nederlandse situatie. In Nederland adviseren we een voeding waarbij10 tot 25% van de calorieën uit eiwit komt, 20 tot 40% uit vetten en de rest (40-70%) uit koolhydraten. Wat we in Nederland gemiddeld écht eten valt binnen deze aanbeveling, namelijk zo’n 40 tot 50% calorieën uit koolhydraten en een vetinname van meer dan 30% van de calorieën.

Eigenlijk zeggen de onderzoekers dat mensen die heel erg veel koolhydraten eten (meer dan wij in Nederland doen en aanbevelen) er baat bij hebben om een deel van hun koolhydraten te vervangen door vetten. Dit áls ze het zich kunnen veroorloven. Met dit advies komen de onderzoekers uit bij een hoeveelheid die overeenstemt met de Nederlandse situatie.

En hoe zit het met verzadigd vet?

De onderzoekers geven niet alleen aan dat de koolhydraatinname lager moet en de vetinname hoger. Ze concluderen ook dat de algemeen geldende aanbeveling voor verzadigd vet losgelaten moet worden. Deze aanbeveling geeft aan dat niet meer dan 10% van de calorieën die je binnenkrijgt van verzadigd vet zou moeten komen. De hoeveelheid vet die in deze studie wordt gegeten is veel lager dan wij in Nederland eten. Dat geldt ook voor de inname van verzadigd vet. Verzadigd vet zit bijvoorbeeld veel in dierlijke producten zoals vlees en volvette zuivel. Dit zijn voedingsmiddelen die weinig worden gegeten in landen met veel armoede en juist meer in de rijkere Westerse landen. Hier geldt dus dezelfde redenering: de bevinding dat een hogere inname van verzadigd vet samenhangt met een lagere sterfte, is moeilijk los te zien van het verschil in sterfte tussen rijke en arme landen.

Wat geldt dan wel in Nederland?

In 2015 heeft de Gezondheidsraad alle tot dan toe verschenen onderzoeken bestudeerd en bekeken welke voedingsmiddelen en voedingspatronen leiden tot gezondheidswinst. De Gezondheidsraad concludeert dat het eten van volkoren producten het risico op hart- en vaatziekten verlaagt. Daarnaast geven ze aan dat het vervangen van producten met veel verzadigd vet, zoals boter en harde margarines, door producten met veel onverzadigd vet, zoals zachte margarines en plantaardige oliën het risico op hart- en vaatziekten verlaagt. Andere bronnen van goede vetten zijn ongezouten noten en vette vis.