Zorg jij wel goed voor hart en vaten?

Wist jij dat we slordig omgaan met ons hart en bloedvaten? Lees over de gevolgen.

Uit onderzoek van de Hartstichting blijkt dat veel Nederlanders zich nauwelijks druk maken over hun hart en vaten. Lees hier een kort dossier over de mogelijke gevolgen: dichtgeslibde vaten.

Aderverkalking. Dat klinkt niet goed. En dat is het ook niet. Wie eenmaal kalkaanslag in de aderen heeft, komt daar niet meer vanaf. Veel mensen beseffen dat niet of nauwelijks. Maar juist die aderverkalking, met name slagaderverkalking, is een groot gevaar. Met name wie een verhoogd cholesterol heeft, stress ervaart, suikerziekte heeft of hoge bloeddruk en overgewicht loopt een risico. Datzelfde geldt voor mensen die roken. Een hartinfarct ligt dan op de loer.

Slagaders

Slagaders hebben in gezonde toestand een gladde wand van binnen, maar dat kan in de loop der jaren veranderen. Helemaal schoon blijven ze je hele leven niet. Dat is een natuurlijk proces. Dat geeft niet direct problemen, maar met de eerdergenoemde risicofactoren kan dat echter wel verergeren.

Hoe nauwer die ader, hoe moeilijker

Als die wanden aangetast raken kan er een ontsteking gaan zitten waardoor de wand dikker wordt. Deze ontwikkeling wordt slagaderverkalking genoemd. (plaque is de verdikking). Het laat zich raden dat het bloed er dan steeds moeizamer doorheen kan stromen. Hoe nauwer die ader, hoe moeilijker. Het weefsel dat rond die ader zit, krijgt op die manier te weinig bloed en zuurstof.

Het gevolg is niet eenduidig, maar ligt aan welke aders en weefsel het betreft. Als de kransslagaders vernauwen geeft dat pijn op de borst. Die aders voorzien namelijk het hart van bloed. Bij de beenslagaders krijg je pijn bij het lopen.

In dat geval kan dit alles de ader afsluiten

Op de plaats waar de verdikking zit (plaque) ontstaan pas echt goed problemen als die verdikking gaat open scheuren. De inhoud van de plaque komt in aanraking met het bloed. Dat stolt en dan vormt zich een soort korstje. In dat geval kan dit alles de ader afsluiten. Of er breekt een stukje af dat door het bloedvat elders in het lichaam terecht komt en de boel daar kan afsluiten, waardoor het weefsel op die plaats geen zuurstof krijgt en afsterft. Dit heet een infarct. Bij het hart een hartinfarct, bij de hersenen een herseninfarct (TIA).

Ingreep

Sinds de jaren zeventig kan er onderzoek worden gedaan via katheterisatie en vervolgens met steeds meer nieuwere technieken toegevoegd zoals echografie om de vernauwingen beter op te sporen. Meestal gebeurt dat via een slangetje in de lies, onder een plaatselijke verdoving. Via een holle naald gaat het katheter in het bloedvat. Dan wordt er een contrastvloeistof ingespoten, waardoor het bloedvat via röntgenbeelden goed is te zien. Als de lijn dunner wordt, is het bloedvat vernauwd. Dit onderzoek heet een angiografie.

Vindt de radioloog een ader die problemen laat zien, dan sluit hij deze af (embolisatie). Er wordt een middel toegediend dat er voor zorgt dat de doorbloeding wordt geblokkeerd. Het materiaal is afhankelijk van het bloedvat wat afgesloten moet worden (bijvoorbeeld vloeistof of een metalen draadje) en de reden hiervan. Het bloed zoekt dan een andere weg via een ader die wel een goede doorvoer heeft. De ingreep is onherroepelijk.

Een ander probleem dat via de lies behandeld kan: lekkende hartklep

Om verwarring te voorkomen kaarten we hier nog een ander probleem aan dat via de lies behandeld wordt: een lekkende hartklep. De hartklep tussen de linkerboezem en de linkerkamer van het hart (mitralisklep) voorkomt dat er bloed terugstroomt van die linkerhartkamer naar de linkerboezem. Deze moet goed open en dicht gaan. Als dat niet het geval is kan dat komen doordat het bloed niet meer goed wordt rond gepompt of door beschadiging van klepdelen of de bindweefselring om de hartklep.

Als die klep niet goed werkt kan de hartslag onregelmatig zijn en heeft iemand last van vermoeidheid, kortademigheid en vocht in de benen. Een openhartoperatie is dan niet aan de orde vanwege de slechte conditie, dus kiest een arts ervoor om dit via een katheter in de lies te doen. Er wordt via deze weg een clip op de mitralisklep gezet. De lekkage kan op die manier verholpen.

Het clipje dat geplaatst wordt is een metalen nietje met een zachte omhulsel van kunststof. Met een echo wordt gecontroleerd of het clipje op de juiste plek zit. Dan wordt het vast gezet op de hartklep, waar het de lekkende klepelen bij elkaar houdt zodat er geen of nauwelijks lekkage is.