Foto’s uit privé collectie
De puberteit is voor veel pubers een woelige periode vol gierende hormonen, onzekerheden, eerste liefdes, botsen met ouders, rebels en impulsief gedrag of juist jarenlang een muurbloempje. In de rubriek Pubertijd blikken mensen terug op hun tienerjaren.
Marianne Notschaele-den Boer, 62 jaar en puber in de jaren ‘70
“Ik was een hele stille puber. Het grootste deel van mijn tijd bracht ik door op mijn kamer. Dat voelde als mijn veilige plek en ik had het daar prima naar mijn zin. Feestjes van mijn leeftijdsgenootjes liet ik aan me voorbijgaan en ik ging er ook niet op uit met vrienden of vriendinnen. Dat ik zo teruggetrokken was tijdens mijn puberteit en ook lang daarna, kwam doordat ik er heilig van overtuigd was dat ik heel lelijk was en dat niemand mij aardig zou vinden. Nu ik achteraf terugkijk en foto’s van mezelf zie, weet ik dat dit helemaal niet waar was. Toch heeft het wel tot mijn dertigste geduurd voordat ik dat inzag.”
Ik werd Nana Mouskouri genoemd
“Dat ik zo onzeker was en mezelf lelijk vond had voor een groot deel te maken met de bril die ik kreeg toen ik tien jaar was. Heel lang heb ik gecamoufleerd dat ik eigenlijk niet kon zien wat er op het schoolbord geschreven werd, door het aan het klasgenootje te vragen dat naast mij zat. Maar met een afwijking van -5 en -12,5 kon ik dit natuurlijk niet eeuwig volhouden. Ik heb me er flink tegen verzet, want ik vond die bril helemaal niet nodig. Bovendien was ik ervan overtuigd dat iedereen mij met die bril heel lelijk zou vinden. Hoewel ik zelf de leukste en meest modieuze bril mocht uitkiezen die er was, en ik er natuurlijk scherper van ging zien, haatte ik mijn bril. Mijn vader probeerde mij nog te troosten door te vertellen dat ik er juist trots op moest zijn en dat hij zelf vroeger een brilletje droeg, terwijl hij het niet nodig had, om er geleerd uit te zien. Maar dat hielp niets. Ik vond het alleen maar onhandig, zo’n ding dat van je neus afzakt als je gaat zweten. Mensen vergeleken mij met Nana Mouskouri. Ik voelde me eenzaam, somber en vooral heel erg lelijk.”
Alles heeft twee kanten
“Hoewel ik sociaal niet zo handig was, werd ik op school nooit gepest. Thuis werd ik wel getreiterd door mijn jongere broertje. Hij noemde mij ‘scheve tand’ of ‘brillenjood’. Mijn ouders zeiden dan dat ik daar boven moest staan, omdat ik ouder was en hij nog klein. Maar ik had daar echt veel last van en heb dat helemaal geïnternaliseerd. De overtuiging dat ik lelijk was en dat niemand mij ooit leuk zou vinden was zo groot, dat ik mij helemaal terugtrok en verdween in de boeken die ik haalde uit de bibliotheek.
Omdat ik mij afvroeg waarom ik mij zo onzeker en anders voelde dan de rest, koos ik vaak psychologische boeken uit. Zware lectuur die eigenlijk helemaal niet paste bij mijn leeftijd. Maar ik vond het allemaal super interessant. Mijn ouders zeiden altijd dat ik met alles bij hen terecht kon, maar daar reageerde ik niet op. Mijn gevoelens vertrouwde ik alleen toe aan het papier. Jarenlang schreef ik alles van mij af in brieven naar penvrienden over de hele wereld. Dat ik geen sociaal leven had vond ik daardoor minder erg, want het lezen en schrijven was een vervanging daarvan. Mijn broertje heeft later zijn excuses aangeboden voor het pesten. In zijn optiek was ik de grote zus die altijd alles mocht en hij had ook niet door wat het met mij deed. Zo heeft alles altijd twee kanten.”
Geloof niet alles wat je denkt
“Het is ergens heel jammer dat je vaak later pas ziet dat het niet altijd klopt wat je voelde of dacht. Want als ik nu naar die oude foto’s kijk, zie ik helemaal geen lelijk meisje. Aan de andere kant is het ook een ontwikkeling die ik gewoon moest doormaken. Ik was zo gefocust op zicht, op die bril en op uiterlijk. Maar hoewel ik in de klas niets zag op het schoolbord, zag ik wel andere dingen. Kon ik dingen aanvoelen. Ik denk dat mijn onzekerheid, de pesterijen van mijn broertje, en mijn vlucht in boeken en schrijven er uiteindelijk mede voor hebben gezorgd dat ik therapeut en schrijver ben geworden. Dat ik ben wie ik nu ben. De bril is inmiddels vervangen voor lenzen en ik maak me minder druk om mijn uiterlijk. Rimpels krijgen en grijs worden; het is allemaal niet erg. Ik voel totaal geen behoefte om naar fillers en botox te grijpen, want ik ben liever gewoon zoals ik ben. Een positief, gezond en gelukkig mens. Dat is veel belangrijker.”
Hoe zag jij eruit als puber? Had jij schoudervulling waardoor je twee keer zo breed leek? Getoupeerd haar? Wijde pijpen? Een hanenkam? Een oogverblindend fluorescerend trainingspak? Of zag je er heel anders uit? Wil jij ook graag met ons terugblikken op je puberteit in de rubriek Pubertijd? Stuur dan een e-mail met (minimaal 3) puberfoto’s en een recente foto naar marloesvandersingel@gmail.com en dan nemen we zsm contact met je op.