foto’s uit privé collectie
De puberteit is voor veel pubers een woelige periode vol gierende hormonen, onzekerheden, eerste liefdes, botsen met ouders, rebels en impulsief gedrag of juist jarenlang een muurbloempje. In de rubriek Pubertijd blikken mensen terug op hun tienerjaren.
Loes van der Feen, 61 jaar en puber in de jaren 70
“Ik groeide op in het noorden van Haarlem, in oud schoten. Dat was meer een dorpje, binnen de stad. Net als jongeren nu doen, hingen wij op straat. We werden ook wel eens weggestuurd omdat we te veel herrie hadden, en er scheurde jongelui op brommertjes rond. Maar echt rottigheid uithalen durfden we eigenlijk niet. Want er was altijd wel iemand in de buurt die jou kende en het aan je ouders kon vertellen. Met mijn ouders had ik trouwens een hele goede band en ik had het fijn thuis. Natuurlijk hadden we wel de standaard puber ruzies, voornamelijk met mijn moeder. Dat ging dan meestal over huishoudelijke taken waar ik geen zin in had. Hoewel mensen om mij heen daar wellicht een andere mening over hadden, was ik een heel rustige puber. De waarheid zal ongetwijfeld ergens in het midden liggen. Ik was wel iemand die liever op de achtergrond bleef. Maar ik had niet alleen een grote mond, maar ook een harde stem.”
De klas uit
“Dat ik zo’n luid stemgeluid had vond ik wel vervelend. Volgens mijn moeder kwam het doordat mijn stembanden geraakt zijn bij het knippen van mijn amandelen. Mensen zeiden vaak tegen mij dat ze me al konden horen voordat ik er was. Die stem bracht mij ook wel eens in de problemen. Vooral in de klas, want zachtjes fluisteren kon ik niet zo goed. Daardoor werd ik vaak als de boosdoener gezien en dan moest ik de klas uit. Dat vond ik dan aan de ene kant heel onrechtvaardig, maar aan de andere kant ook wel weer stoer. Bovendien hadden we een hele leuke conciërge, die me dan kopjes thee kwam brengen.”
Een fijne jeugd
“Ik kijk wel met een warm gevoel terug op mijn jeugd. Wat mij het meest is bijgebleven uit die tijd, is dat we altijd samen waren in een groep. Mijn familie was katholiek, dus gingen we op zondag altijd naar de kerk. Daar had ik veel contact met leeftijdsgenoten, vooral van het koor waarin ik zong. We gingen samen naar het strand, of naar het zwembad. Of we gingen samen naar het verplichte stijldansen of dansen bij studio 360 in Haarlem en vierden samen feestjes bij iemand thuis. Als je ouder wordt, dan valt dat langzaam uit elkaar. Maar dat samenzijn en die samenhorigheid, dat is mij heel erg bijgebleven van die tijd.”
Dikke verkering
“Ik kan mij ook nog goed herinneren dat ik op mijn veertiende dikke verkering kreeg. In het bandje van het kerkkoor speelde een organist die ik erg leuk vond en we werden al snel een setje. Dat was allemaal heel onschuldig. Hij kwam bij ons thuis en we zagen elkaar in de kerk. We hoorden ongeveer een jaar bij elkaar, dus dat was best serieus voor die leeftijd. Toen hij het uitmaakte, om redenen die mij niet echt duidelijk zijn geworden, was ik daar erg verdrietig over. Ik was toen net vijftien en op die leeftijd stort je wereld dan wel een beetje in. Ik dacht dan ook dat ik nooit meer aan de man zou komen. Dat is uiteraard helemaal goed gekomen, want inmiddels ben ik veertig jaar getrouwd. Mijn eerste vriendje spreek ik overigens nog wel, want hij woont in de buurt. Het was een leuke tijd waar ik goede herinneringen aan heb.”
Onzekerheid overschreeuwen
“Ik leek als puber misschien wel heel zelfverzekerd. Maar eigenlijk was ik dat helemaal niet. Ik vond mezelf verschrikkelijk lelijk en had een negatief gevoel over mezelf. Dat heb ik alleen nooit zo naar anderen geuit, maar compenseerde ik door mijn onzekerheid te overschreeuwen. Hoewel ik eigenlijk heel veel dingen eng vond en niet durfde, deed ik het toch maar. Zodat niemand mij kwetsbaar zou vinden, zou uitlachen of zou pesten. Dat ik onzeker was over mijn uiterlijk kwam voornamelijk vanuit mijzelf. Ik werd helemaal niet gepest, behalve dan over mijn bril. Toen ik op mijn zestiende contactlenzen mocht, deed ik dat dan ook meteen. Ik voelde me daar toen zoveel beter door en werd diezelfde week drie keer uitgevraagd door jongens. Dat bevestigde voor mij dat ik met die bril niet de moeite waard was. Achteraf realiseer ik me dat het helemaal niet aan die bril lag, maar aan het zelfvertrouwen dat ik uitstraalde toen die bril eenmaal weg was. Ook kreeg ik in het zwembad wel eens te horen dat ik geen borsten had. Terwijl mijn vriendinnen al borsten hadden op hun veertiende, was er bij mij nog maar weinig te zien. Kon je maar even terug gaan in de tijd en jezelf vertellen dat je er gewoon mag zijn, zoals je bent. Dat je mooi bent en dat je het waard bent om liefde te ontvangen. Het is zo zonde dat je als puber zo’n negatief gevoel over jezelf hebt en daar zo onzeker van wordt.”