Wie rekent op een nette vergoeding voor ook niet gecontracteerde zorg bij de zorgverzekeraar kan soms voor verrassingen komen te staan. Zorgverzekeraars keren niet altijd het juiste bedrag uit of zijn daarover onduidelijk.
Niet altijd terecht
Wie van een zorgaanbieder gebruikt maakt die geen contact heeft met een zorgverzekeraar, krijgt vaak maar het laagste vergoedingtarief. En dat is niet altijd terecht, zo volgt uit een onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA).
Het gaat met name om de vervoegingen die zorgverzekeraars betalen voor niet gecontracteerde zorg. De meeste zorgverzekeraars beloven daar 75 procent van te vergoeden, maar volgens NZA is dat stukken minder en dat gaat vooral op voor fysiotherapie, logopedie en de geestelijke gezondheidszorg.
Je komt een stuk lager uit
Volgens zorgverzekeraar Zilveren Kruis en CZ rekent NZA niet juist. Zij menen dat NZA de extra vergoeding voor kwalitatief juiste zorgverleners meerekent, maar dat is volgens de verzekeraars bij niet gecontracteerde zorg niet te controleren en dus wordt het bedrag daarvoor niet berekend. En dan kom je een stuk lager uit.
Al met al blijkt er veel onduidelijkheid te zijn in het vergoedingenverkeer naar klanten toe en is onduidelijk waar bedragen op gebaseerd zijn. Dat kan verkeerde verwachtingen scheppen en je onverwacht geld kosten. Bovendien word je beperkt in de keuze van je zorgaanbieder omdat de verzekeraar je eigenlijk forceert voor gecontracteerde zorg te kiezen, waar je wel duidelijk een (volledige) vergoeding voor kunt verwachten.