Voordat je met je camper op pad gaat moet er van alles gebeuren: schoonmaken, reparaties uitvoeren en inpakken. Als je terugkomt kost het ook weer even tijd om de camper leeg te halen en in orde te maken voor de volgende keer. Veel camperbezitters zonder eigen oprit zetten het voertuig rond de vakantieperiode dan ook een tijdje op de openbare weg (plein, parkeerplaats, plantsoen, stoep, rijweg). Maar hoe lang mag dat eigenlijk?
Dat kan per gemeente verschillen, maar in de meeste gevallen is het drie achtereenvolgende dagen. Gemeenten hebben die termijn vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening. Heb je een camper langer dan 6 meter en breder dan 2,40 meter, dan is er een kans dat die helemaal niet in de bebouwde kom mag staan. Je zult dan een parkeerplek moeten zoeken die geschikt is voor vrachtwagens.
De reden voor een termijn van drie dagen is dat er anders een gebrek aan parkeerplaatsen kan ontstaan en de overlast voor omwonenden. Het heeft trouwens geen zin om de camper om de drie dagen te verplaatsen. Het maakt niet uit waar hij staat.
Heb je een eigen oprit of parkeerplaats, dan betekent dat niet dat je je camper daar dan voor onbepaalde tijd neer mag zetten. Er zijn ook dan restricties als het voertuig vanaf de openbare weg te zien is. Heb je de mogelijkheid om de camper uit het zicht te plaatsen, dan mag je hem zo lang laten staan als je wilt.
Gemeenten handhaven meestal niet streng, maar komen wel in actie bij klachten uit de buurt. Je krijgt niet meteen een bekeuring als je camper te lang voor de deur staat, maar ontvangt eerst een waarschuwing. Als je dan niets doet, loop je kans op een boete van negentig euro of wegslepen. De kosten daarvoor zijn voor eigen rekening. Heb je echt meer tijd nodig dan drie dagen, dan kun je de gemeente om een ontheffing vragen. Gebruik je de camper als dagelijks vervoermiddel en betaal je het volledige bedrag aan wegenbelasting, dan gelden dezelfde regels als voor een auto.