Rinnie Nauta (80) schildert graag en is momenteel bezig met het schrijven van haar allereerste boek. Voor 50+ schrijft ze regelmatig blogs. Vorige keer kon je lezen over haar kennismaking met vapor wave muziek en vandaag schrijft ze over vijf december.
BLOG – Dat de winter nadert is vooral te merken aan de kortere dagen. Rond een uur of vier doen we de lampen in de kamer al aan. Op de grote tafel liggen bij ons altijd veel papieren. Kranten, boeken, dagboek, schrijfpapier en agenda’s. Daartussen de koffiekopjes en om daar plaats voor te maken moeten we de mooie Franse aardewerk pot met deksel vaak even aan de kant schuiven. Vandaag is er nog een extra papieraanvulling nodig, want het wordt zo langzamerhand gedichten tijd, of liever rijmwoorden periode. Al zijn de kinderen al lang volwassen, toch blijft de vijfde december voor mij een gezellig familiefeest.
Aparte sfeer in huis
Ik hou wel van de rommelige sfeer, met een vloer vol papier van uitgepakte presentjes, allerlei lekkers, cadeautjes en vooral gedichten. Samen met mijn dochter heb ik al weer plannen gesmeed. We hebben geregeld, dat we dit jaar voor slechts één persoon iets kopen, niet erg duur, maar daar moet dan beslist een mooi gedicht bij. Dat is trouwens een geliefde bezigheid bij ons. Dagen van tevoren is dat merkbaar in huis, want dan is de computer bezet en de deur van de werkkamer dicht.
Er wordt dan diep nagedacht over passende zinnen in een bepaald rijmschema en een onderwerp verzonnen dat een beetje plaagt, maar ook past bij de betreffende persoon. Er bestaan zelfs gedichten, die we ons nog jaren later kunnen herinneren. Zoals bijvoorbeeld het volgende: “In huize dertien Felixwei, maakte menig spin zich blij”, enzovoort. Ik kreeg bij dat gedicht toen een ragebol aan een grote stok, vanwege vermeende spinnenwebben in de kamer en daarbuiten, waar ik als klein persoon natuurlijk nooit bij kan komen. Op vijf december mag chocolademelk niet ontbreken en zonder banketstaaf is het feest ook niet compleet. Het bedenken van het presentje, het inkopen doen en het inpakken als surprise zorgt voor een aparte sfeer in huis, beetje geheimzinnig en spannend vind ik dat.
Liedjes zingen
Terwijl ik dit opschrijf moet ik opeens denken aan de vroegere sinterklaas avonden, toen ik zelf nog kind was. Mijn vader was dan nooit thuis, moeder wel en er kwamen dan ook vier ongetrouwde tantes op bezoek met allerlei lekkers, zoals taaimannen, speculaaspoppen en suikerbeestjes.
Dat waren de jaren vlak na de oorlog. Ik geloofde nog in sinterklaas. Dan kwam de Sint met zijn Piet aankloppen en gek genoeg, wist hij van alles over ons, de drie kinderen. Als de Sint weer weg was gegaan, kwam mijn vader weer thuis en moesten we hem vertellen over die vreemde sinterklaas, waar we liedjes voor moesten zingen en bij wie ik niet zo goed op schoot durfde zitten en hoe bang ik naar de roe keek, omdat ik best wel eens stout was.
Sinterklaas midden in de zomer
Veel later speelde ik met mijn jongere broer op de grote zolder en we vonden daar, achter grote dikke rollen papier die voor het bedrijf van mijn ouders werden gebruikt, een vreemde kartonnen doos, die onze aandacht trok. We maakten hem open en ontdekten daarin de grote rode fluwelen mantel van de Sint, zijn lange witte jurk met kant, het groen met paars fluwelen pak van Piet, versierd met goudgalon en zilverbrokaat, een roe en grote schoenen met glimmende gespen er op.
We keken elkaar aan en de oogjes van mijn broer begonnen te glimmen. “Zullen we ?” Het liep een beetje moeilijk bij twee trappen neer en ook buiten op straat had vooral mijn broer de Sint het moeilijk, want de mijter zakte al maar over zijn ogen, dus moest Piet hem sturen. De staf sleepte hij achter zich aan. Het moet beslist een koddig gezicht geweest zijn, wij tweeën, hand in hand, in kostuums die vele maten te groot waren. Er is kennelijk iemand geweest, die onze ouders waarschuwde, want Sinterklaas midden in de zomer, wandelend in de straten van de stad, dat kon natuurlijk niet.
Zo zie je maar, een beetje stout zijn is soms best leuk en die eigenschap hebben wij beiden eigenlijk nooit echt verloren. Zo nu en dan speelt die weer op en dan maken we er weer gebruik van. Ook als je tachtig bent, mag je soms nog wel even stout zijn.