Jeanette Slagt besloot om op 53-jarige leeftijd opnieuw te beginnen als digitale nomade. Hierdoor heeft ze een compleet nieuwe manier van gepensioneerd leven neergezet.
In 2015 heeft ze vrijwel alles verkocht wat ze bezat. Ze was werkeloos, had een start gemaakt met een eigen bedrijf, maar helaas lukte het concept niet in Nederland. Ze besloot om ‘tering naar de nering’ te zetten: oftewel haar uitgaven af te stemmen op haar inkomsten. En waar kon ze dat beter doen dan in een land waar het levensonderhoud goedkoop is? Dus boekte ze een ticket naar de Filipijnen en verhuisde. Momenteel verblijft ze in Mexico en heeft Jeanette al heel wat geschreven voor 50+. Geniet mee van haar avonturen en haar kijk op het leven na je vijftigste.
Reizen: wat houdt jou tegen?
Ik reis al sinds mijn zeventiende. Toen vertrok ik naar Zuid Amerika om daar ruim twee jaar op een soort zendingsschip te werken. Ik heb het hele continent en grote delen van het Caribisch gebied gezien. Het veranderde me, die reis. Ik zag de wereld door andere ogen. Ik heb dingen gezien die je op die leeftijd en in die tijd niet snel zag. Dat maakte een onuitwisbare indruk.
Toen ik na ruim twee jaar terugkwam was ik anders. Niet zozeer zelfbewuster, maar minder naïef. Hoewel ik in redelijk beschermende omstandigheden heb gereisd, en ook daardoor een vertekend beeld kreeg van de wereld. Het was een geweldige tijd. Hoewel ik vol verve betuigde dat ik nooit, maar dan ook nooit meer zou vallen voor een lege luxe levensstijl die de Nederlandse staat ons biedt, zat ik al snel in een luxe huwelijk waar we drie keer per jaar op vakantie gingen. Dus ik bleef reizen.
Zelfs na mijn scheiding bleef ik reizen in eigen land en deed ik bijvoorbeeld een rondreis in Spanje. Als je vroeger aan me vroeg wat ik wilde worden was dat nooit het standaard plaatje van huisje, boompje, beestje. Het was altijd in de uitersten: ik wilde non worden, weg van de wereld waar ik zo’n moeite mee had, beetje in een kloostertuin werken met een strak dagritme. Of ik wilde juist kunstenares worden, liefst in een kolonie of een dorp met meer van mijn soort. Wapper-jurk, wijn drinkend en de liefde bedrijvend met knappe donkere mannen. Haar in een dikke vlecht op mijn rug, zoiets! Dat mijn haar dun was en het er helemaal niet uitzag in een dikke vlecht vergat ik gemakshalve maar even. En dat ik niet zo’n goed kunstenaar was ook.
Rijker dan ooit tevoren
Het is er allemaal nooit van gekomen, ondanks de vele reizen die ik maakte had ik in Nederland een behoorlijk modaal en soms zelfs onder modaal leven. Zeker na mijn scheiding zonder alimentatie was het afzien. Ik had soms twee banen om de eindjes aan elkaar te knopen. Heel wat anders dan in mijn huwelijk, waar geld amper een limiet leek te hebben. Nu leef ik nog steeds op een budget. Toch leef ik beter dan ooit tevoren en hoewel niet rijk, ben ik rijker dan ik ooit was. Sommigen van jullie lezers druppelen mijn Facebook binnen, met een paar heb ik een praatje. Die praatjes gaan dan van: maar wat jij kan kan ik nooit.
Ik keek via streaming naar “We zijn er bijna” dat programma van die mensen met die caravans. In Italië waren ze. Wat een prachtige reis maakten die zeg. Elke keer wanneer ze op hun klapstoeltjes een broodje hagelslag eten zeggen ze: hier kan ik oud worden, hier kan ik wel blijven. En ik denk: doe dat dan!!! Wat let je? je hebt een (zo te zien) goed pensioen, je bent zo vrij als het maar kan, waarom ga je dan niet langer of voor goed op reis?
In Amerika zijn hele volksstammen ouderen die met een camper op reis zijn, continue. Die wonen in die camper en reizen, ontmoeten mensen en ontdekken plekken waar ze anders nooit komen. Ze hebben relatief lage kosten, omdat ze geen huur meer betalen, en geen GWL rekeningen hebben. Ik benijd die mensen. die mensen met een goed pensioen, die echt van de vrijheid kunnen genieten en niet elk dubbeltje om hoeven draaien. Dat lijkt me heerlijk.
Ga dan!
Ik vraag me af waarom al die mensen van dat programma met die caravans dan weer naar huis gaan, sommigen zeggen: de kleinkinderen, tja, dat kan. Als je niet genoeg hebt aan Skype of Facetime of een paar keer per jaar. Dan wil je terug. De kippen, hond en kat zullen ook een reden zijn, en wellicht de bridgeclub? Maar ik vind het zo tegenstrijdig dat je op vakantie zo’n verlangen uitspreekt en dan gewoon die pootjes weer in draait en weer naar huis gaat om de voortent weer op te slaan voor een jaar. Zo zonde van de vrijheid waar je zo hard voor gewerkt hebt je hele leven.
Ik heb een project gedaan in Nederland, toen ik nog werkte, ik adviseerde een cliëntenraad voor de WMO. Daar zaten ook mensen in die wilden reizen, maar niet gingen. Hoe vaak de gesprekken daar niet over gingen: Och als ik toch eens weg kon…?! Toen was ik nog niet zo wijs als ik nu ben, toen was ik ook nog van de kat en het huis en de wekelijkse boodschappen bij de Jumbo. Dus ik droomde met ze mee. Maar nu, nu weet ik beter. Nu zou ik willen zeggen: Ga dan!!
Ik beantwoorde onlangs een vraag van iemand die vroeg wat een goede leeftijd was om je leven drastisch om te gooien. En ik antwoordde: elke leeftijd. Het is een mindset. Het zijn de omstandigheden die je doen verlangen naar een ander leven en het is je mindset die je de wilskracht geeft vorm te geven aan je dromen. Uit die sleur te stappen die je doet zeggen op vakantie: Hier zou ik oud kunnen worden, dit uitzicht gaat nooit vervelen, hier wil ik blijven!