Vandaag precies 56 jaar geleden, op 18 januari 1963, werd de allerzwaarste Elfstedentocht ooit gereden: ‘De hel van 63’.
Bij de start van de twaalfde editie vroor het maar liefst 18 graden en stond er een snijdende harde oostenwind. Bovendien was het ijs heel erg slecht: stuifsneeuw, spleten, hobbels en ontelbare scheuren. Wonder boven wonder vielen er geen doden.
Wel veel gewonden. Botbreuken, afgevroren vingers en zelfs geslachtsdelen. Er vertrokken 10.000 toerrijders. Slechts 69 mannen haalden de eindstreep. Geen enkele vrouw lukte het om het felbegeerde Elfstedenkruisje te bemachtigen.
Reinier Paping en de koninklijke familie
Van de wedstrijdrijders wisten slechts 57 van de 568 de finish binnen de tijd te halen. Reinier Paping uit Ommen zette de wedstrijd op zijn naam. Hij won met een voorsprong van 21 minuten en volbracht de tocht in 10 uur en 59 minuten. Uitham werd tweede, gevolgd door Van der Berg. Net voordat Paping finishte arriveerden koning Juliana en prinses Beatrix met een helikopter. Dat zorgde voor de nodige opschudding. De officiële huldiging van Paping vond wegens de complete chaos later plaats.
Matige verfilming
In 2009 kwam de film De Hel van ’63 van Steven de Jong uit. De film gaat natuurlijk deels over de barre omstandigheden van de tocht. Opnamen werden onder andere gemaakt in Finland, Litouwen, Letland en de Friese steden Hindeloopen, Sloten, Harlingen, Dokkum en Sneek. Op 28 maart 2009 werd de stad Sneek gedeeltelijk afgesloten voor opnames waarbij circa 800 figuranten bijeen waren.
De recensies in de Nederlandse kwaliteitskranten waren niet al te best. Het scenario werd omgeschreven als oubollig en klungelig en de acteerprestaties waren matig. Ondanks dat trok de film binnen tien dagen meer dan honderdduizend bezoekers en kreeg regisseur Steven de Jong op 28 december 2009 een Gouden Filmtrofee uitgereikt.
Foto: Reinier Paping, Wikipedia