Boekentip, honderd jaar geschiedenis beschreven door een 99-jarige!

Zojuist verschenen boek: ‘Dat deed je gewoon’ van Fred Hisschemöller 

‘Dat deed je gewoon’ leest als een trein en is geschreven door oud-geschiedenisleraar Fred Hisschemöller, 99 jaar. Het geeft een kijkje in de geschiedenis aan de hand van verhalen uit de praktijk. Vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw tot aan het heden. Over hoe mensen leefden, met elkaar omgingen, en hoe de maatschappij veranderde. Een aanrader!

Een hele eeuw beschrijven in een boek. Ga er maar aan staan. Fred Hisschemöller deed het en schreef een prachtig boek over zijn leven, en tegelijkertijd krijg je een flinke geschiedenisles voorgeschoteld. Het is een heerlijk en vooral eerlijk boek.

Hisschemöller is 99 jaar jong. Zo zou je dat kunnen zeggen want je treft in het boek geen spoor van oubolligheid, vermoeidheid of ‘vroeger was alles beter’ gedoe. Hij geeft een realistisch beeld van hoe de wereld eruitzag in zijn jeugd, tijdens de oorlogsjaren en tot ver daarna.

We lezen over zijn jaren als student, een periode die onderbroken wordt als hij als onderduiker de oorlogsjaren doorbrengt, en tegelijkertijd Joodse kinderen aan een onderduikadres helpt. ‘Dat deed je gewoon’, meent hij. Hoe hij na de oorlog uiteindelijk toch weet af te studeren, terwijl hij al enige tijd als geschiedenis- en aardrijkskundedocent aan het werk is. Over zijn rol binnen verschillende jeugdbewegingen, samen met Jannie die zijn vrouw zou worden.

Hisschemöller is een ware verteller

Dit leven haakt constant aan gebeurtenissen in de geschiedenis. Niet alleen de Tweede Wereldoorlog, maar ook de latere koude oorlog, de woningnood in de jaren vijftig en de maatschappelijke veranderingen in de jaren zestig. Het wordt allemaal even beeldend en levendig verteld. Het gaat over de rol van de vrouw in het gezin en de maatschappij, de opvoeding van kinderen, het huwelijk en de komst van kleinkinderen. Als in de jaren tachtig zijn drie zoons en hun echtgenotes allemaal op een scheiding afstevenen is het ook crisis in Nederland. Zo koppelt Hisschemöller beide aan elkaar. Als een ware verteller.

Het gezin Hisschemöller streeft duidelijk altijd naar eenvoud en saamhorigheid. Ze trekken zich niet veel van trends aan. Het is daarom dat de docent-schrijver de maatschappelijke tendens aan het einde van de twintigste eeuw maar moeilijk kan duiden. Hij noemt de individualisering en de welvaart. De hang naar materiële zaken en status. “Het heeft met vermindering van de aandacht voor maatschappelijke samenhang te maken en met vermindering van gevoel van verantwoordelijkheid voor elkaar, van wat men vroeger ‘solidariteit’ noemde. Eigenlijk in alles het tegenovergestelde van hoe Jannie en ik tegen de wereld aankeken en ons leven leidden.”

Het maakt het tot een openhartig verhaal. Over waarop je in het leven keuzes maakt en je weg vindt. Over de bijzondere ervaringen in zijn leven die “invloed hebben gehad op de manier waarop ik naar mezelf ben gaan kijken.” Waarom hij niet heeft kunnen kiezen voor Gré, het meisje dat hij tijdens zijn oorlogsjaren ontmoette. “Het was in die tijd ondenkbaar tegen de wil van haar ouders (en de dominee) in te gaan.”

Getrouwde vrouwen mogen blijven werken

Geluksmomenten zijn kleine momenten die hij bewust heeft beleefd en zich helder kan herinneren. Zoals tijdens kampeerweken op de Veluwe, samen met Jannie. Ze hebben nog maar net verkering. Hij is zich bewust van de rol van de vrouw. Hij schrijft over het feit dat in 1956 de wet over de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw wordt vervangen door een nieuwe wet die de echtgenote in rechten gelijkstelde met de echtgenoot. Vrouwen mogen vanaf dat moment blijven werken als ze trouwen en mogen een bankrekening openen zonder toestemming van hun echtgenoot.

De schoolkeuzes voor de kinderen, zijn lerarentijd in Suriname, de komst van de televisie in huize Hisschemöller, hun eerste auto, Jannies Berini brommer. Geen onderwerp wordt overgeslagen, ook de seks niet. “We waren ‘in theorie’ heel goed,” schrijft Hisschemöller, “maar in de praktijk waren we nauwelijks voorbereid op onze eigen seksualiteit. Voor ons als jeugdbewegers was seks iets wat met de natuur te maken had, en de natuur hadden wij heel hoog zitten.” Daar blijft het niet bij. De schrijver vertelt over de moeilijkheid om aan voorbehoedsmiddelen te komen en over de komst van de anticonceptiepil. Een bladzijde verder gaat het over de koude oorlog, John F. Kennedy en de hippiebeweging op de Amsterdamse Dam. Zo kan het gaan.

Manon Uphoff schreef het voorwoord

Hisschemöller geeft jarenlang les aan verschillende scholen. Hij is en blijft een vertellend leraar. Geen droge stof uit boeken, maar verhalen uit de geschiedenis die haken aan het dagelijkse leven. Dat is waar hij zijn leerlingen mee boeit. “Eén van mijn leerlingen sprong eruit,” vertelt hij aan het einde van het boek. “Een meisje dat altijd aan het tekenen was terwijl ik vertelde. Die leerling heet Manon Uphoff.”

Het is Uphoff, inmiddels een bekend schrijfster, die het voorwoord voor dit boek verzorgt waarin ze terecht schrijft dat de werkelijke geschiedenis geleefd wordt door echte mensen, en veel van die echte geschiedenis zich afspeelt buiten het licht en het oog van de machten in de wereld. En dat met zorg en aandacht doorgegeven moet worden…

Dat doet Hisschemöller met verve. Ook al meent hij ergens in het boek dat hij eigenlijk ‘niet meer van deze tijd’ is. Als voorbeeld noemt hij de Citroën HY waarmee hij met zijn vrouw regelmatig op vakantie gaan. “Een wagen met ribbeltjes, een ‘rijdende patatkraam’, die pal na de oorlog zijn vorm kreeg, maar nog steeds werd gebouwd. Alweer een wagen waar we om uitgelachen konden worden (hij reed altijd Skoda of Lada).” Laten we hier stellen dat de tijd dit gegeven heeft ingehaald. Menig jong stel zou nu een moord doen voor zo’n prachtig busje! Wat dat betreft was Hisschemöller zijn tijd ver vooruit.

Dat deed je gewoon

Een eeuw Nederland door de ogen van een 99-jarige

Uitgeverij Meulenhoff (20 euro)