Terug naar de natuur. Het motto van de jaren zeventig. Met kurk beplakte muren, schrootjesplafonds, meubels van rotan, hangplanten en de kleuren groen, bruin en oranje. En natuurlijk de zitkuil!
Knusse plek
Verlang jij weleens terug naar die tijd? Geen bank, wel lage tafeltjes, en veel kussens. Een gezellige en intieme plek creëren. De zitkuil zorgde voor een speelse look in je huiskamer en bakende tegelijkertijd een ruimte af. Hij werd vaak aangelegd bij de open haard. Nog gezelliger. De ultieme hangplek met familie en vrienden.
Groen, bruin, oranje
De kleuren van de kussens moesten natuurlijk wel in natuurtinten. Typisch jaren zeventig. Stilist Frans Bramlage vertelt erover in Andere Tijden: “We wilden met zijn allen in die natuur zitten. Vandaar de kleuren groen, bruin en oranje. Oranje staat voor de opkomende zon. Het stille moment van de dag breng je dan over in je huis.”
Niet praktisch
In de jaren tachtig werden de meeste zitkuilen weer verwijderd. Ze bleken toch niet praktisch te zijn. Hierdoor is een zitkuil een zeldzaam fenomeen geworden. In veel tuinen is nog wel een variant van de zitkuil te vinden. Het gaat dan om een verlaagd gedeelte met terras waar je je tuinmeubelen in kan zetten. Handig tegen de wind.
Heeft de zitkuil toekomst?
Toch is de gedachte van een zitkuil helemaal zo gek nog niet volgens VT Wonen. Zij schrijven op hun website dat de zitkuil anno 2018 verlost is van zijn ouderwetse imago. Dit dankzij de serie Mad Men en geslaagde make-overs. Als je er nog eens goed over nadenkt, zijn dan al die moderne loungebanken eigenlijk ook niet geïnspireerd op het hele zitkuil-idee?
Dus wil je compleet iets anders in je huis. Overweeg een zitkuil. Een gezellige, sfeervolle plek waar je samen met je familie en vrienden bijeenkomt. Richt het in met heel veel kussens en zachte plaids. Let erop dat het bij de rest van je woning past. Op die manier wordt de zitkuil een plek waar je ‘even helemaal niets moet’. Dat willen we toch allemaal?
Foto: Wikimedia