Wie al eens naar een voetbalwedstrijd kijkt, weet het vast wel: je kan op voetbal wedden. Shirtsponsors, reclamebanners en advertenties op de televisie en de radio benadrukken het nogal sterk. Bookmakers hebben het voetbal voor de supporters dan ook interactiever gemaakt dan ooit tevoren. Een steeds groter wordende groep zal niet alleen naar een voetbalwedstrijd kijken, maar zal vooraf ook de teams uitgebreid analyseren, de data onder de loep nemen en op basis hiervan een weddenschap plaatsen. Ook voor voetbalploegen zijn de bookmakers steeds belangrijker.
Sportweddenschappen zorgen voor meer kijkers
De wedstrijdbeleving is intenser als er iets op het spel staat, bijvoorbeeld als je favoriete team op de slotspeeldag het kampioenschap kan winnen. Vriendschappelijke wedstrijden boeien meestal minder. Wedstrijden van teams waarover je van toeten noch blazen weet, boeien al helemaal niet. Tenzij je een weddenschap plaatst en er ineens wel wat op het spel staat!
Sportweddenschappen hebben ervoor gezorgd dat sportwedstrijden vaker worden bekeken, ook wedstrijden van clubs die anders weinig bekendheid genieten. Zonder het gokken had men in China wellicht niet meteen naar een wedstrijdje tussen Sparta Rotterdam en Fortuna Sittard gekeken. Deze extra kijkers zorgen voor extra inkomsten voor de clubs, want voordat voetbalwedstrijden op de Aziatische markt terechtkomen, worden er eerst lucratieve deals gesloten.
Belangrijke bron van inkomsten
Niet alleen voor een steeds groter wordende groep kijkers zijn sport en sportweddenschappen bijna synoniemen geworden, maar ook voor de voetbalploegen zijn de extra inkomsten meer dan welkom. Volgens de NOS zouden de gokbedrijven dit seizoen ongeveer 15 miljoen euro investeren in de Eredivisie, een gevolg van het opengaan van de gokmarkt in ons land. Een leuk extraatje in deze moeilijke coronatijden. Het is echter kleingeld in vergelijking met wat ze in het buitenland verdienen. Zelfs in een kleine competitie als België krijgt bijvoorbeeld Club Brugge al zes miljoen euro toegestoken van hun sponsor Unibet. Dan weet je dat de Nederlandse clubs best wel wat meer uit de zakken van gokbedrijven kunnen halen. Dat zal de komende jaren wellicht wel gebeuren.
Wie niet meedoet, verkommert in de lagere reeksen
Het zijn grote bedragen, maar de voetbalwereld heeft het geld broodnodig. De sector is namelijk aan een hyperinflatie onderhevig. Deze hyperinflatie zorgt ervoor dat Neymar meer dan tweehonderd keer meer waard is dan Johan Cruijff. Vijftigplussers zullen zich misschien nog zijn transfer in 1973 herinneren. Hij verpulverde toen het record van de duurste voetballer aller tijden en bracht omgerekend een miljoen euro op. De mensen stelden zich toen al de vraag of een mens wel zoveel geld waard kan zijn, maar het leven gaat verder en de supporters bleven kijken. Intussen denkt de sector in honderdtallen, honderden miljoenen welteverstaan, en zo betaalt men tegenwoordig 220 miljoen voor ene Neymar ten opzichte van een miljoen voor ene Cruijff.
In deze tijden kan een voetbalploeg niet zonder grote geldschieters, zeker niet als je wil wedijveren met rijke sjeiks die niet weten wat ze anders met hun oliegeld moeten aanvangen. Voor veel voetbalploegen is het (op)pompen of verzuipen. En dan zal er niemand om malen dat er op een spelersshirt de naam van een frisdrankproducent, een bierbrouwerij of een gokbedrijf staat. Zolang het geld maar rolt en ploegen kunnen wedijveren, is iedereen tevreden. Met inbegrip van de supporter die zijn team vooral wil zien winnen. En dus kan de sport, met de voetbalsector voorop, niet anders dan de goksector omarmen. Of we dat nu fijn vinden of niet.
