Tentoonstelling knaagdier en konijnen

Jaarlijks worden er honderden tentoonstellingen voor knaagdieren en konijnen georganiseerd op plaatselijk, provinciaal, landelijk en internationaal niveau. Maar waarom worden er zoveel tentoonstellingen georganiseerd en waarom hebben zoveel mensen interesse in deze tentoonstellingen? Wat valt er allemaal te beleven en op welke manieren verlopen keuringen? Naast keuringen van dieren zijn er ook vaak kramen aanwezig waar informatie is in te winnen of kan je bij fabrikanten speciale producten kopen die met knaagdieren en/of konijnen te maken hebben, die niet zo snel in de plaatselijke dierenwinkel aan te schaffen zijn.

 

Het doel en principe van een tentoonstelling voor knaagdieren en konijnen

Jaarlijks worden er honderden tentoonstellingen voor knaagdieren en konijnen georganiseerd op plaatselijk, provinciaal, landelijk en internationaal niveau. Er zijn drie redenen waarom tentoonstellingen georganiseerd worden:

  • Fokkers en liefhebbers zijn benieuwd naar het oordeel van de keurmeesters en welke dieren het meest voldoen aan de rasstandaarden.
  • Fokkers kunnen hier hun dieren vergelijken, contact te hebben met andere fokkers en ook kunnen fokkers fokdieren uitwisselen om de bloedlijnen en fokresultaten te verbeteren.
  • Bovendien is een tentoonstelling erg belangrijk voor bezoekers die geïnteresseerd zijn in konijnenrassen en knaagdierrassen. Op een tentoonstelling vind je namelijk heel veel verschillende knaagdieren en konijnen bij elkaar.

 

Verschillende niveaus van tentoonstellingen

Er zijn diverse gradaties van tentoonstellingen. Zo heb je kleinschalige, plaatselijke tentoonstellingen, ook wel regionale tentoonstellingen genoemd. Daarnaast heb je provinciale tentoonstellingen, die fokkers trekken vanuit de gehele provincie. Landelijke tentoonstellingen zijn voor fokkers en geïnteresseerden uit het hele land. Als laatste heb je ook nog de internationale tentoonstellingen, waar fokkers en liefhebbers van over de gehele wereld bij elkaar komen.

Op nationale (landelijke) en internationale tentoonstellingen worden ook de zeldzamere rassen geshowd. Zeker wanneer je als bezoeker geïnteresseerd bent in de meer zeldzamere knaagdieren en konijnenrassen, ben je bij een nationale of internationale tentoonstelling zeker op je plek.

 

Wat moet je weten over een rasstandaard

Op elke tentoonstelling voor knaagdieren en konijnen, of dit nu een regionale of internationale tentoonstelling is, worden knaagdieren en konijnen gekeurd door een speciaal voor dat ras opgeleide keurmeester. Dieren van een bepaald ras of bepaalde variëteit binnen een ras worden op de tentoonstelling door de keurmeester gekeurd middels het voor dat ras of variëteit geldende rasstandaard.

Een rasstandaard is een document, vaak heel uitgebreid, waarin voor elke diersoort en elk ras beschreven staat hoe de ideale vertegenwoordiger van dat ras eruit hoort te zien. Zo staat er onder andere in hoe groot het dier moet zijn, welk gewicht het dier moet hebben, welke kleuren, kleurslagen en kleurpatronen er toegestaan zijn, welke bouw het dier moet hebben, enzovoort. In principe alles wat je aan de buitenkant van het dier kan zien, moet beschreven staan in de rasstandaard. Andere voorbeelden van dingen die in een rasstandaard beschreven staan, zijn onder andere het formaat, stand en lengte van de oren, de dichtheid van de vacht en de vorm van de kop.

Rasstandaards zijn in de eenentwintigste eeuw nog niet voor elk land gelijk. Zo kan het voorkomen dat een bepaald konijnenras in Nederland maximaal drie kilo mag wegen, terwijl hetzelfde ras in Engeland of de Verenigde Staten 4,5 kilo mag wegen. Ook komt het voor dat in Amerika maar één vachtkleur van een ras erkend is, terwijl in Nederland vijf vachtkleuren van hetzelfde ras erkend zijn.

Wanneer je twijfelt welke rasstandaard wordt aangehouden voor een ras van jouw keuze, dan kan je het beste contact opnemen met de plaatselijke fokkersvereniging van dat ras, of een landelijke vereniging. Zij kunnen jou precies vertellen welke rasstandaard geldt. Ook op tentoonstellingen waar dieren van het ras van jouw keuze gekeurd worden, kan je deze informatie vaak opvragen.

 

Het werk van de keurmeester

De keurmeester is iemand die bevoegd en bekwaam is om op tentoonstellingen rassen en variëteiten van rassen te keuren. Hiervoor moet hij per ras of per variëteit een opleiding volgen, zodat hij alle kennis van het ras heeft. Om zijn kennis te toetsen moet hij een keurmeestersexamen doen. Pas als hij dit examen goed heeft afgerond, mag hij op tentoonstellingen dieren van dat specifieke ras of die bepaalde variëteit keuren. De keurmeester is dus altijd op de hoogte van de uiterlijke kenmerken van het ras dat hij keurt, maar ook heeft hij een grote algemene kennis op het gebied van het fokken en houden van de diersoorten die hij keurt.

 

Voorbereiden op een tentoonstelling met konijnen en knaagdieren

Het keuren van knaagdieren en konijnen – of welk ander diersoort dan ook – is vanzelfsprekend een momentopname. De keurmeester ziet jouw konijn of knaagdier maar een paar minuten en moet in die korte tijd een oordeel geven over de kwaliteit van het dier – afgaande op de rasbeschrijving. Een keurmeester kijkt alleen naar hetgeen wat hij ziet en luistert niet naar jouw verhaal over mogelijk afwijkende dingen. Zo zal een dier dat sterk aan het verharen is al minpunten krijgen, omdat de vacht niet is zoals hij volgens de rasbeschrijving hoort te zijn. Ook al zeg je dat het dier aan het verharen is en hij anders een prachtige vacht heeft: de keurmeester luistert er niet naar. Het moment dat hij bij het dier is, is geldend. Daarom sturen fokkers en liefhebbers hun dieren eigenlijk alleen in wanneer het dier op het moment van de tentoonstelling ook in perfecte conditie verkeert. Een dier dat in de rui is of een klein wondje heeft door een vechtpartij met een soortgenoot, zal vaak niet worden meegenomen naar de tentoonstelling.

Daarnaast is het belangrijk – indien mogelijk – het dier te trainen voordat het gekeurd wordt. Bij ratten of muizen is het trainen onbegonnen werk, zij laten zich vaak niet trainen. Maar konijnen daarentegen zijn prima in staat om zich te laten trainen om zich zo optimaal mogelijk te laten presenteren op de tentoonstelling. Hoe de beste positie is voor het showen aan de keurmeester, hangt af van het ras. Zo zal een konijnenras dat volgens de rasstandaard een korte rug hoort te hebben, geen goede cijfers halen als het languit op de tafel van de keurmeester gaat liggen. De keurmeester kan dan moeilijk een oordeel geven over de lengte van de rug.

Een konijn is prima in staat om getraind te worden op het zogenaamde ‘stellen’. Met stellen wordt bedoeld dat het konijn zich voor het ras zo voordelig mogelijk toont op de tafel aan de keurmeester. Vooral de temperamentvolle konijnenrassen doen dit vaak al uit zichzelf, zij hebben vrij weinig training nodig. Andere rassen vragen soms wat meer aanmoediging bij de training om te stellen. Het trainen gebeurt door de dieren op een tafel te zetten en ze regelmatig in de gewenste positie te zetten. Echter moet je wel goed weten hoe je een dier moet stellen, dit vergt enige ervaring. Ga niet zomaar onbezonnen te werk. Wil je het leren, vraag dan of een ervaren fokker die vaak naar tentoonstellingen gaat, om je te helpen met het stellen. Ook een plaatselijke rasvereniging of club kan je hier vaak bij helpen.