Wereldwijd bestaan er vele soorten en varianten knaagdieren. Een groot deel van deze knaagdieren leeft in het wild, maar er zijn ook redelijk veel knaagdieren die in meer of mindere mate gedomesticeerd zijn en door de mens als huisdier worden gehouden. Maar wat zijn nou de typische kenmerken van knaagdieren? Zo groeien de snijtanden van knaagdieren bijvoorbeeld hun hele leven door, kunnen ze zich razendsnel voortplanten, worden ze vaak niet al te oud en zijn de meeste knaagdieren nachtdieren of dieren die vooral in de schemering actief zijn.
Taxonomie van de knaagdieren
De knaagdieren behoren tot de groep van de Rodentia en vormen de grootste groep onder de zoogdieren. Dat is ook niet zo gek, aangezien er maar liefst 1800 verschillende soorten knaagdieren bestaan. Alle knaagdieren bij elkaar vormen ongeveer 40 procent van alle zoogdieren ter wereld. De knaagdieren komen voor in alle werelddelen en hebben zich stuk voor stuk aangepast aan de meest uiteenlopende omstandigheden en klimaten. Sommige knaagdieren leven vooral in bomen, terwijl anderen het grootste deel van hun tijd in bijvoorbeeld holen doorbrengen.
De snijtanden van knaagdieren
Knaagdieren hebben, in verhouding tot hun lichaam en kaak, opvallend grote snijtanden. De snijtanden blijven hun hele leven doorgroeien, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld bij de mens, waarbij de tanden na het doorkomen niet meer groeien. Knaagdieren moeten er dus voor zorgen dat hun tanden in hetzelfde tempo slijten als het tempo dat ze groeien. Dit doen ze door te gaan knagen.
Soms gaat het afslijten van de snijtanden van knaagdieren verkeerd. Zo kan het zijn dat er een tand is afgebroken, of dat er tijdens de ontwikkeling van het gebit wat is fout gegaan. De snijtanden passen dan niet (meer) op elkaar, wat voor grote problemen zorgt. Doordat afgebroken of niet goed op elkaar passende snijtanden geen tegendruk krijgen, slijten ze niet meer en kunnen daardoor onbekommerd doorgroeien. Wanneer de tandjes maar lang genoeg zijn, sluiten ze de bek af en wordt het steeds moeilijker voor het knaagdier om te eten of te drinken. Uiteindelijk zal het dier helemaal niet meer kunnen eten en drinken, en dus komen te overlijden. Wanneer het dier door mensen gehouden wordt als huisdier, kunnen de tanden door een dierenarts geknipt worden, wanneer het gebit voor problemen zorgt. Een knaagdier met een afwijkende gebitsstand, zal meerdere malen per jaar de tanden moeten laten knippen.
Razendsnelle voortplanting
De meeste knaagdieren worden niet erg oud. Kleine knaagdieren worden vaak maar één tot twee jaar oud, hooguit drie jaar. Dieren die in de natuur leven, halen deze leeftijden vaak niet eens omdat ze ten prooi vallen aan roofdieren en reptielen.
Doordat de wereld voor een klein knaagdier veel gevaren bevat – ze staan op het menu van zeer veel roofdieren, reptielen enzovoort – zullen er veel komen te overlijden. Zo kan een knaagdier zich vaak niet tot nauwelijks verweren. Het is waar dat knaagdieren vlijmscherpe tanden hebben, maar over het algemeen hebben ze hier weinig aan als ze worden aangevallen door een (roof)dier dat vele malen groter is. Om te overleven moet een knaagdier dus behoorlijk voorzichtig zijn, en ook moeten ze behoorlijk intelligent zijn (waar zijn de beste verstopplaatsen, hoe spot je een roofdier zo snel mogelijk, enzovoort). Maar daarnaast hebben ze nog een andere manier gevonden om de soort te laten overleven: hun aantal.
De meeste knaagdieren zijn op zeer jonge leeftijd al geslachtsrijp. Er zijn Syrische hamsters bekend die met een leeftijd van 5 weken al seksueel actief waren. Daarnaast is de cyclus van knaagdieren vaak heel kort. Zo kunnen muizen alweer gedekt worden als ze nog maar net bevallen zijn: ze zijn dan zwanger van het tweede nestje terwijl het eerste nestje nog bij de moeder drinkt.
Ook hebben knaagdieren relatief grote nesten. Vooral de nesten van tamme ratten en muizen zijn behoorlijk groot. Bij deze twee soorten knagers zijn nesten van tien tot twintig jongen niet zeldzaam, alhoewel de gemiddelde nestgrootte wel wat kleiner is. De jongen van knaagdieren groeien snel en ontwikkelen zich in een rap tempo. Dit is ook erg belangrijk: als de knaagdieren zich niet zo snel konden voortplanten (en dus vermeerderen), waren veel soorten knaagdieren al heel lang geleden uitgestorven.
Actief in het donker
De meeste knaagdieren zijn vooral ’s nachts of in de schemer (late namiddag en/of vroege ochtend) actief. De meeste knagers slapen overdag het liefst en houden er dan niet van als ze worden wakker gemaakt. Overdag zijn de meeste roofdieren actief, en is het knaagdier dus op zijn kwetsbaarst. Ook is het knaagdier als prooi overdag veel beter zichtbaar voor de roofdieren.
Knaagdieren die tegenwoordig door ons als huisdier worden gehouden, hebben vanzelfsprekend geen natuurlijke vijanden. Toch blijven de meeste knaagdieren vasthouden aan het ritme als nachtdier – dit zit zo in hun DNA.
Toch zijn niet alle knaagdieren nachtdieren en schemerdieren. Er zijn eekhoornsoorten bekend die de hele dag in de weer zijn, de cavia is hier een ander voorbeeld van. Ook zijn er nog knaagdieren die een onregelmatig ritme hebben. Die zijn vaak even aan het slapen, dan weer een uurtje wakker en gaan dan weer een uiltje knappen. Dit patroon is bijvoorbeeld kenmerkend voor de Russische dwerghamster.