De Volkskrant viert haar honderdjarig bestaan met onder andere het interviewen van verschillende honderdjarige mensen. Geen sikkeneurige oude mensen, maar positief ingestelde mensen die het leven dagelijks vol omarmen. Inspirerend!
Op 1 januari 2020 telde Nederland 3457535 inwoners ouder dan 65 jaar. 2536 daarvan waren honderd jaar of ouder, 411 mannen en 2125 vrouwen. Het aantal honderdplussers nam in de afgelopen decennia vrijwel jaarlijks toe. De verwachting is dat dit aantal de komende jaren, na even stil te hebben gestaan, weer zal stijgen.
Tot zover de cijfers, die op zich al behoorlijk tot de verbeelding spreken. Als je iemand spreekt die honderd jaar is, tref je veelal een bijzonder levensverhaal vol ervaringen en ontdekkingen. Soms zo bijzonder en vooral zo positief dat je zou willen dat je die leeftijd op die manier zelf ook gaat halen.
Dora wilde niet tussen ‘die ouwe lui’
Neem nou het verhaal van de honderdjarige Dora van Ditshuizen. Ze staat zo ontzettend positief in het leven dat ze er anderen mee inspireert. Eind vorig jaar verhuisde ze naar een verzorgingstehuis. Eigenlijk op aanraden van haar kinderen die meenden dat ze na een verschoven heup en een maagbloeding, met als gevolg een ziekenhuisbezoek, eigenlijk maar beter niet meer zelfstandig moest wonen.
Uit het hele interview blijkt haar levenslust. Ze spreekt positief over haar jeugd met zeven zussen en een broer en daarna over haar leven met haar man Theo, die in 1988 overleed. Ze runden samen een brandstoffenhandel.
Inmiddels kijkt ze met een opgewekte blik naar de jeugd van tegenwoordig die zoveel meer mogelijkheden heeft als zij in die tijd. Bijvoorbeeld dat jongeren van achttien jaar al een auto hebben. “Ik kreeg op mijn 17de mijn eerste fiets.”
Inmiddels is ze gewend geraakt aan het ritme in het verzorgingshuis, terwijl ze eerder liever niet tussen al ‘die ouwe lui’ terecht wilde komen. Ze is van mening veranderd. “Het personeel is vriendelijk, het eten is goed verzorgd, ik kom niks tekort. Alle oudjes die sikkeneurig thuis zitten, raad ik aan: ga naar een verzorgingshuis.” Ze meldt en passant ook nog even dat een mens in zijn leven een hoop vergeet, maar “Ik onthoud vooral de leuke dingen.”
Aad wil ouder worden dan 101
De honderdjarige Aad Kouwenhoven, een voormalig tuinder, heeft een grote passie: voetbal. Hij woont eveneens in een verzorgingstehuis, heeft een enorme televisie en een abonnement op een betaalzender zodat hij veel wedstrijden kan volgen.
Van al zijn tien broers en zussen zijn er nog vijf in leven. Aad is de oudste. Als dertienjarige jongen heeft hij zijn jongere broer in een sloot gevonden. Verdronken. Er was niets meer aan te doen. “Dit was het dieptepunt in mijn jeugd,” vertelt hij de verslaggever. Daarna heeft hij het vooral over zijn werkzame leven. Hij begon als volwassen man een eigen tuindersbedrijf. “Ik werkte zeven dagen in de week en had er bestuurlijke baantjes naast.” Hij heeft grote waardering voor zijn vrouw die het gezin draaiende hield.
Hij is als honderdjarige goed op de hoogte van wat er in de maatschappij gaande is en heeft er een duidelijk mening over. Hij leest elke dag de krant en kijkt het journaal. Aad is kritisch over de toekomst. Zo meent hij dat veel problemen worden veroorzaakt doordat geld in de huidige maatschappij leidend is en er geen ontzag is voor politici. “Vroeger keek je op tegen politici en noemde iedereen ze meneer. Nu is het Wopke, Mark, Sigrid. Het gebruik van voornamen, doet afbreuk aan hun gezag.” Ondanks deze somberheid is Aad van mening dat hij een vol leven heeft geleid en geeft het zelfs het cijfer 10.
De huidige tijd vindt hij een tijd met grote luxe met name omdat mensen veel meer vrijetijd hebben. In het verzorgingshuis heeft hij het inmiddels prima naar zijn zin. “Het hele plaatje blijft een 10. “Ik vind het leven erg fijn. Ik heb altijd 100 jaar willen worden. Een voorvader die de leeftijd van 101 heeft bereikt, wil ik verslaan. Ik voeg er graag nog een paar jaar aan toe. Ik ben té nieuwsgierig naar de ontwikkelingen in onze maatschappij.”
Marie meent dat we optimistisch moeten blijven
Marie Blommaart heeft in haar leven veel tegenslagen gekend, maar blijft een optimist. In 1999 verloor ze haar man. Ze woont nog altijd zelfstandig. Marie groeide op in een gezin van acht kinderen. Haar ouders hadden een bakkerij en kruidenierswinkel waar ze vanaf haar twaalfde in mee moest draaien. Vooral haar oma voedde haar op.
Marie blijkt een actieve vrouw die veel leest, wandelt, aan yoga doet en boetseert. Een bezigheid die ze verslavend noemt. Ze heeft veel meegemaakt, met name in de oorlog en ze heeft al 28 jaar een vermiste zoon waar nooit meer iets van vernomen is. Maar Marie is een sterke vrouw, wat ze naar eigen zeggen van haar moeder heeft.
Zelfs in deze moeilijke tijd, zo meent ze, moeten we optimistisch blijven. “We moeten de blik meer naar binnen richten en niet zo de strijd met elkaar aangaan. En ons realiseren dat de wereld niet zo zwart is als zij lijkt, en de meeste mensen goed zijn.”
Bronnen: interviews uit de Volkskrant van Marjon Bolwijn