Bijna een kwart van de inwoners met een niet-westerse achtergrond gaf in 2016 aan zich wel eens onveilig te voelen in de eigen buurt. Bij degenen met een Nederlandse achtergrond was dat 15 procent. Niet-westerse inwoners schatten ook de kans om slachtoffer te worden hoger in, en zijn vaker slachtoffer dan inwoners met een Nederlandse achtergrond. Dat meldt het CBS op basis van de Veiligheidsmonitor 2016.
Personen met een niet-westerse achtergrond gaven in de Veiligheidsmonitor aan vaker het slachtoffer te zijn van vermogensdelicten, zoals woninginbraak of beroving. In 2016 kreeg 16 procent van de inwoners met een niet-westerse achtergrond hiermee te maken, tegen 11 procent van degenen met een Nederlandse achtergrond. Bij het slachtofferschap van gewelds- en vandalismedelicten zijn er geen verschillen naar achtergrond, rekening houdend met de betrouwbaarheidsmarges van dit steekproefonderzoek.
De groep met een niet-westerse achtergrond telt naar verhouding meer jongeren dan die met een Nederlandse achtergrond. Jongeren zijn vaker slachtoffer van criminaliteit dan andere inwoners van Nederland. Wanneer rekening wordt gehouden met leeftijd, blijven de verschillen echter overeind.
Persoon met niet-westerse achtergrond schat kans op slachtofferschap hoger in
Niet-westerse inwoners schatten de kans om slachtoffer te worden hoger in, vooral van woninginbraak: 14 procent achtte in 2016 de kans (heel) groot dat zij hier binnen een jaar slachtoffer van zouden worden. Bij personen met een Nederlandse achtergrond was dit 8 procent.
Veiligheidsbeleving negatiever bij Nederlanders van niet-westerse komaf
Personen met een niet-westerse achtergrond waren niet alleen vaker slachtoffer, en gaven zichzelf een hogere kans om slachtoffer te worden, ze voelden zich ook vaker onveilig en vertoonden vaker mijdingsgedrag. Ook hier is leeftijd geen verklarende factor. Van de niet-westerse personen gaf 24 procent aan zich vorig jaar wel eens onveilig te hebben gevoeld in de eigen buurt, tegen 15 procent van degenen met een Nederlandse achtergrond. Ook ’s avonds op straat en ’s avonds alleen thuis ervoeren ze vaker onveiligheidsgevoelens. Van hen deed 12 procent ’s avonds vaak de deur niet open omdat ze het niet veilig vonden, tegen 8 procent van de personen met een Nederlandse achtergrond. Ook maakten ze vaker een omweg om onveilige plekken te vermijden.