We zijn de autosleutel kwijt en dat is op je tachtigste best confronterend

Door gastschrijver Rinnie

Onze vaste gastschrijver Rinnie (80+) vertelt regelmatig in een blog over haar leven. Ze gaat er vaak op uit en beleeft veel avonturen. In deze blog schrijft ze op positieve wijze over een voorval dat ook best confronterend is. En wat heeft de heilige Antonius hiermee te maken?

Het is ’s avonds een beetje donker in onze garage en dat maakt het werken er niet gemakkelijker op. Onze auto, die anders altijd buiten op de oprit staat, moet vannacht naar binnen, omdat mijn man zijn autosleutel kwijt is. In gedachten zag ik de vinder van de sleutel in het donker onze auto al wegnemen en op zulke momenten ga ik altijd naarstig op zoek naar een oplossing, maar of dit een juiste is? Kunnen wij in deze reeds overvolle ruimte onze auto nog plaatsen? Zo op het eerste gezicht lukt dat nooit. De vrieskast moet beslist naar de overkant, zodat er links meer ruimte komt. De oude grasmaaier, die we al lang geleden naar de stort hadden moeten brengen, kan wel naar buiten. De kruiwagen ook. Maar waar laten we al die andere spullen? Ik krijg het er warm van. Waarom heb ik dit idee toch geopperd?

We beginnen met de laden uit de vrieskast. De lege kast verslepen we naar de overkant tegen de buitenmuur. Als die eenmaal horizontaal staat, na een paar stukjes hout onder de voorpoten, kan alles er weer in. Maar nu is het stopcontact te ver weg. Jeetjemina, wat een gedoe zo in het halfdonker. Ik klim even later met het oranje verlengsnoer op de huishoudtrap en pruts het snoer boven onze hoofden over de ladder aan de zoldering naar het stopcontact, terwijl mijn man het, met de bezem ondersteunend, omhooghoudt.  Zo, dat is geregeld en het groene lampje in de vrieskast brandt weer. We schuiven nog met emmers, dozen en met onze fietsen en met laarzen voor in de tuin. Zo moet de ruimte groot genoeg zijn.

De deur kan dicht; Nu kan ik rustig slapen

De scharnieren van de kanteldeur maken een krakend geluid als deze omhooggeschoven wordt en de takken van de vuurdoorn buiten moeten nodig wat gesnoeid worden, want ze belemmeren de uitgang. Dan loods ik met beide handen mijn man in de auto tussen de stellingen en de wand door naar binnen. Het is een beetje krap, kennelijk is deze auto ook iets langer dan we verwachtten. Na nog wat schuiven en verplaatsen kan de deur weer dicht en kan ik vannacht heerlijk rustig slapen en ik heb er helemaal geen weet van, dat mijn man heel stilletjes de heilige Antonius van Padua aanroept met de woorden: “Heilige Antonius beste vrind, maak dat ik mijn sleutel weer vind.” Een herinnering aan katholieke vrienden, die Antonius zien als de heilige van verloren voorwerpen.

 

Dit hele gedoe is ontstaan door de mededeling van mijn man vanmorgen. Het is nog vroeg als hij de kamer binnenkomt met een verschrikte blik op zijn gezicht. Al kloppend op zijn broekzakken begrijp ik het al: hij is iets kwijt. “Mijn autosleutel,” zegt hij zorgelijk. Waar kan die sleutel zijn? We gaan zoals ook andere keren als we iets missen, allereerst de meest logische plekken langs. We voelen in jas-, vest- en broekzakken. Kijken in de slaapkamer, zoeken onder het bed en bij het bureau in de studeerkamer. We vinden niets. Beneden haal ik de kussens uit de stoelen en speur onder de bank. Geen sleutel hier, maar ergens moet het toch liggen, maar waar?

Ik ben soms een beetje bang voor de toekomst

Het valt me op, dat nu we allebei over de tachtig zijn, er naast veel mooie dingen ook een andere kant aan het ouder worden zit. In de tuin doe ik tegenwoordig een op maat gemaakte brace om mijn handen en er ligt een soort nachtbril in de auto, maar het vertrouwen op mijn ogen bij avond is dusdanig gedaald dat ik onlangs heb besloten bij donker niet meer achter het stuur te stappen. Belangrijker dan deze lichamelijke beperkingen vind ik echter dat vergeetachtigheid in onze relatie veel vraagt van het incasseringsvermogen, omdat het soms onbeduidende, maar af en toe ook intrigerende zaken betreft. We nemen veel voor lief, zoals vandaag, maar op andere momenten ben ik soms een beetje boos en bang voor de toekomst.

Met de reservesleutel gaat mijn man de volgende dag naar de stad om bij de autogarage te vragen naar een nieuwe sleutel. Dat valt tegen: vierhonderd euro voor zo’n sleutel. Omdat dat bedrag wel wat hoog is, besluiten we even te wachten met bestellen van een nieuwe sleutel, want misschien brengt iemand de sleutel nog wel terug, we hebben ons verlies immers gemeld op de site ‘verloren voorwerpen’ van de gemeente. Voor de gemiste sleutel weet de monteur wel een oplossing. Ze kunnen hem deactiveren, zodat niemand de auto kan stelen. De reservesleutel, die ik anders altijd in mijn handtas heb, moet nu voor de zekerheid in de la van de tafel liggen, zodat we hem beiden kunnen pakken als we hem nodig hebben.

Zou de heilige Antonius zich er dan toch mee bemoeid hebben?

De auto kan vanavond gewoon op de oprit blijven staan. Voor diefstal hoef ik niet meer bang te zijn en moeilijk naar binnen manoeuvreren hoeft ook niet meer. Het is echter een vreemde gewaarwording als mijn man ineens twee autosleutels in zijn handen houdt. “Een zeer merkwaardige gebeurtenis”, zegt hij. “Ik ging op mijn bureaustoel zitten en toen viel de sleutel op de grond. Ik dacht nog dat het de reservesleutel was, maar nu blijkt dat die gewoon in de la van de tafel ligt”. Hoe dat kan is ons een raadsel. Zou Antonius? We laten die tweede sleutel snel weer activeren voor vijfentwintig euro en daarna heb ik het gevoel dat we vandaag 375 euro verdiend hebben.

Heilige Antonius van Padua: Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=187072