Waarom we sporten

Sport jij om de prestatie, je gezondheid of omdat die sportkleding zo lekker draagt? Het blijkt met elkaar te maken te hebben.

Heel vroeger werd er gesport in een wollen truitje en van rugnummers was nog geen sprake. Een stukje sportgeschiedenis en de komst van sportkleding en -accessoires.

Het is een opvallend gegeven dat hoe ouder we worden hoe minder we sporten voor het plezier en de prestatie, maar hoe meer voor de gezondheid en de conditie. Dat blijkt uit het Nationaal Sportonderzoek 2016 waarin naar de toekomst van het sporten wordt gekeken. Maar ook sportkleding lijkt een belangrijke rol te spelen.

Vooral op zaterdagochtend kun je dat goed zien als veel mensen in strakke kleurrijke outfits en met bijpassende volle sporttassen richting de velden en sporthallen gaan. Mensen die lid zijn van een club, een team en zich een aantal uren in het zweet gaan werken. Niets bijzonders, we zijn een sportief volkje. Maar dat is niet altijd zo geweest.

De eerste Nederlandse sportvereniging werd in 1879 werd opgericht in Haarlem. Het zou daarmee de oudste voetbalclub van Nederland zijn. Helemaal zeker lijkt dat niet, maar wel dat vanaf dat moment sportverenigingen aan de lopende band werden opgericht. In 2017 telde NOC*NSF maar liefst meer dan 23.000 aangesloten sportverenigingen.

Virtuele coaches en apps

Uit het eerdergenoemde onderzoek blijkt dat we tegenwoordig vooral zelf willen weten wanneer, waar en met wie we sporten. De individualisering van de maatschappij zou daar de oorzaak van zijn. Daar wordt door menigeen handig op ingespeeld met virtuele coaches en apps. Op die manier krijg je snelle feedback op je prestaties. En heb je een sportclub of trainer niet nodig. Tegenwoordig lijkt er dan ook weer een afname van het aantal leden van sportclubs, maar er wordt niet minder gesport.

Sportkleding en -accessoires

Of je nu lid bent van een sportvereniging, hardloopt met een eigen groep uit de wijk of zelf af en toe een rondje rent, de sportschool bezoekt of een zwemabonnement hebt, het feit dat je sport blijkt zowel goed voor de conditie als het humeur. Het is voor menigeen dus niet of-of, maar en-en. Iedere sporter weet bovendien dat het humeur en het plezier en misschien ook wel de motivatie, worden versterkt met hippe sportkleding en accessoires. En de zaterdag is daarbij hoogtijdag.

Sport en bijpassende kleding werd met name in de negentiende eeuw in Duitsland populair dankzij het turnen. Van een trainingspak had niemand toen ooit nog gehoord. Eerst droegen de turners allemaal dezelfde grijze kleding. Eind negentiende eeuw kwamen de katoenen hemden.

Iedereen hetzelfde? Jazeker. Maar dat veranderde toen er teams tegen elkaar gingen sporten. Toen werd het noodzakelijk om onderscheidende truitjes te dragen, voorzien van rugnummers en symbolen van clubs. Met de komst van de Olympische Spelen, voor het eerst gehouden in 1896 in Athene, werd sportkleding echt belangrijk. Kledingvoorschriften waren er echter niet. Iedereen gaf er een eigen draai aan. Tijdens de Spelen in Londen, in 1908, kwamen er wel voorschriften voor kleding. Dat bestond uit de eis dat iedereen een truitje met mouwen moest dragen, een loszittende broek tot op de knie en een wedstrijdnummer op de rug en op de borst.

Strakke elastische outfits

Sporters droegen truitjes van wol en jersey en pas jaren later ontwikkelde men de synthetische garens zoals nylon en polyester. Vanaf dat moment ging de kleding meer en meer lijken op wat we nu dragen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw treffen we sporters in strakke elastische outfits. Vanaf dat moment is sporten ook niet louter aan de profs besteed, maar gaan mensen in hun vrije tijd hetzelfde doen. Sportkleding krijgt een boost. Er komt meer en meer vraag naar. Materiaal, pasvorm, comfort en functionaliteit worden steeds verder ontwikkeld.

Björn Borg

Sporters zijn er inmiddels heel gevoelig voor en zelfs buiten de sporthal of het trainingsveld om wordt sportkleding gedragen, inclusief alle mogelijke accessoires zoals sporthorloges, petjes, rugzakken en sporttassen.

Groot sporters beginnen zelf een sportmerk, anderen verbinden er hun naam aan. Het beste voorbeeld is misschien wel oud-tennisser Björn Borg die na zijn profcarrière een eigen collectie van kleding een sporttas lanceerde. En met succes.

Foto Borg: Roland Gerrits / Anefo – Derived from Nationaal Archief, CC0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=38235191