Het is er druk, de huizen zijn er duur en klein en mensen zijn er minder gelukkig. Toch willen heel veel mensen graag in een grote stad wonen. Waarom kiezen we vaak voor de vieze en dichtbevolkte stad, in plaats van het idyllische platteland?
De afgelopen tijd kwamen er elk jaar meer mensen naar de stad dan dat er weggingen.
Dat is niet altijd zo geweest: in de jaren tachtig trokken juist meer mensen van de stad naar de buitengebieden.
Het is al jaren zo dat vooral jongeren naar de stad trekken. Grote factor daarbij: universiteiten. Die staan nu eenmaal in grote steden. De kans is ook groot dat afgestudeerden er blijven hangen. Er is lekker veel werk en de clubs, restaurants en bioscopen zitten om de hoek.
Veel jongeren huren daar, maar ook mensen die hun eerste huis kopen doen dat vaker in stedelijk gebied.
Tot eind vorige eeuw kwamen die jongeren altijd wel op het punt dat ze weer weg wilden. Ze werden ouder, kregen kinderen en een groot huis, tuin en rust werden steeds aanlokkelijker. Zo hielden de stad en de rest van het land elkaar in evenwicht.
Maar daar is sinds de jaren negentig verandering in gekomen. Veel stadsgezinnen trekken niet meer weg uit de stad, maar blijven. Daarnaast gaan immigranten ook vaak in de stad wonen. Dat betekent dat steden harder en harder groeien en verjongen, terwijl veel kleinere gemeentes juist krimpen en vergrijzen.
Kijk maar eens in de onderstaande grafiek. Daar zie je dat de bevolking in de Randstad per saldo het hardst is gegroeid, zowel vanuit Nederland als vanuit het buitenland.
Wat zijn de verklaringen?
Allereerst: jongeren van nu doen alles later dan vroeger. “Ze studeren langer, krijgen veel later kinderen, trouwen later en settelen zich dus ook later”, zegt Dorien Manting, onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving. “Ze maken dus ook later de keuze om uit de stad weg te gaan.”
Daar komt bij dat steden er sinds de jaren tachtig van alles aan hebben gedaan om de stad aantrekkelijker te maken voor jonge gezinnen (denk aan de vinex-wijk). Jonge gezinnen hebben dus minder reden om weer weg te trekken.
Buitenlandse migranten, die een groot deel uitmaken van de trek naar de stad, willen er graag wonen vanwege de voorzieningen: een opleiding en taalcursus is daar nu eenmaal makkelijker te vinden dan in een dorp. Omdat er in de stad al veel migranten wonen, is de kans ook nog eens groot dat ze daar sneller vrienden maken.
Maar experts denken dat er ook nog wat sociologische verklaringen meespelen. Het draait dan vooral om de voorkeuren en keuzes die de millennial maakt.
“Jongeren van nu hebben veel meer het idee: ik leef maar één keer en ik moet elke kans grijpen”, zegt Zef Hemel, bijzonder hoogleraar grootstedelijke vraagstukken. “In de stad zijn veel meer mogelijkheden, dus waarom zou je in een dorp blijven wonen? Amsterdam is interessanter. Nóg interessanter is Londen.”
Jongeren in Amsterdam identificeren zich dus eerder met andere wereldsteden dan met de provincie, denkt ook econoom Paul van den Noord. “Ik denk dat mensen in de grote stad zich niet als inwoners van een land zien, maar als onderdeel van een stedennetwerk. Ze vinden het geen enkele moeite om naar andere steden te vliegen om vrienden te bezoeken, maar Zeeland is te ver.”
Hemel denkt verder dat jongeren minder materialistisch zijn dan vroeger. “Mijn generatie was erg gesteld op een eigen huis, een auto, een tuin en een gezinsleven”, zegt Hemel. “Maar jongeren van nu zijn veel gevoeliger voor atmosfeer en reputatie. Ze zijn zo idealistisch dat ze ruimte willen delen: ze willen in de stad wonen, ondanks dat het duur en klein is.”
Een millennial die niks geeft om een groot huis? Daar is niet elke onderzoeker het mee eens. “Ik moet zelf nog de eerste millennial tegenkomen die dat gelooft”, zegt Rink Drost, die voor een bouwbedrijf onderzoek doet naar de woningmarkt. “Er is een kleine groep die dat oprecht vindt, maar het grootste deel wil anders.”
“Uit woonenquêtes blijkt dat de meeste mensen, ook jongeren, het liefst het klassieke rijtjeshuis, met een voor- en achtertuin met een parkeerplaats willen. Dat mensen iets anders kiezen, is omdat het niet financieel haalbaar is.”
Hoe zal het verder gaan met de steden? Daar zijn experts het over eens: de verwachting is dat de trek naar de steden de komende jaren door zal gaan, terwijl het platteland leegloopt.
Al denkt Manting dat het best wel eens mee kan vallen met die groei: “We zitten nu in een fase dat iedereen een huis in de stad wil. Maar het kan echt omslaan. Als de prijs-kwaliteit heel erg fors uiteen gaat lopen, zullen mensen vanzelf wegtrekken of de stap niet maken.”