Vrouwen lopen na scheiding steeds minder risico op armoede

Van de vrouwen die in 2017 zijn gescheiden, had 17 ­procent een jaar later een inkomen onder de armoedegrens. In 2012 was dat nog 25 procent van de vrouwen.

Van vrouwen die in 2017 zijn gescheiden, had 17 procent een jaar na de scheiding een huishoudensinkomen onder de lage-inkomensgrens. Dit risico op armoede was bij gescheiden mannen 7 procent. Onder gescheiden mannen, maar vooral onder gescheiden vrouwen, is het armoederisico de laatste jaren minder groot geworden. Dit blijkt uit CBS-onderzoek naar de financiële gevolgen van een echtscheiding onder jaarlijks circa 55 duizend mensen.

Van de mannen die in 2012 scheidden liep nog 9 procent het jaar erna risico op armoede. Bij vrouwen was dat 25 procent. Ook in de bevolking daalde het aandeel met een laag inkomen in vijf jaar tijd, maar bij gescheiden mannen en vrouwen was de afname sterker.

Armoederisico vooral groot bij economisch onzelfstandige vrouwen

De daling van het risico op armoede hangt samen met een toename van het aandeel economisch zelfstandige vrouwen na de eurocrisis vanaf 2014. Ruim zes op de tien vrouwen waren voor hun scheiding economisch zelfstandig en verdienden minimaal het bijstandsniveau.

Bijna 38 procent van de vrouwen die in 2017 scheidden, en vóór hun scheiding niet economisch zelfstandig waren, liepen erna risico op armoede. Onder gescheiden vrouwen die wel economisch zelfstandig waren was dit ruim 4 procent.

Bij economisch onzelfstandige vrouwen speelt vooral dat een deel van hen voorheen geen inkomen of slechts een bescheiden inkomen uit werk had, dat na de scheiding is aangevuld met bijstand. Van de relatief kleine groep economisch onzelfstandige mannen liep na de scheiding 25 procent risico op armoede. Bij economisch zelfstandige mannen is het risico tien keer kleiner (2,5 procent).

Klein verschil in armoederisico tussen gescheiden vrouwen met of zonder kinderen

Drie kwart van de gescheiden mensen heeft kinderen. Meestal wonen zij na de scheiding bij de moeder. Het risico op armoede verschilt relatief weinig tussen gescheiden alleenstaande moeders en gescheiden alleenstaande vrouwen. Ondanks het weggevallen inkomen van de partner en zonder kinderalimentatie komt ruim 80 procent van de alleenstaande moeders een jaar na de scheiding toch boven de lage-inkomensgrens uit. Hier speelt mee dat bijna de helft van alle vrouwen voor de scheiding minimaal het netto minimumloon verdient, wat ruim boven het bijstandsniveau is.

Armoederisico gescheiden alleenstaande mannen relatief groot

Zonder kinderen wonen mannen en vrouwen na een scheiding overwegend alleen: bijna 90 procent. Het armoederisico van alleenstaande mannen zonder kinderen steekt met 9 procent uit boven dat van de gemiddelde gescheiden man. Gescheiden mannen zonder kinderen zijn gemiddeld jonger en hebben vaker een laag inkomen dan ouderen doordat ze doorgaans minder verdienen.

Ook speelt mee dat jongeren vaker een deel van het jaar geen inkomen uit arbeid hebben als gevolg van het zoeken naar een (eerste) baan, terwijl ouderen vaker een stabiele arbeidscarrière hebben. Van mannen en vrouwen die na de scheiding met een andere partner wonen is het armoederisico betrekkelijk klein.

Bron: CBS