Op 4 januari is het al 24 jaar geleden dat de Elfstedentocht werd gereden. Dat roept de vraag op: Waarom komen Elfstedentochten nu nog zelden voor? Dé reden dat de kans op een Elfstedentocht tegenwoordig bijzonder klein is, is het ontbreken van kou.
Jaren worden door klimaatverandering warmer
Door klimaatverandering worden jaren steeds warmer. Dat heeft Weeronline becijferd bij het opstellen van ‘de nieuwe normaal’: de gemiddelden in de klimaatperiode 1991-2020. In vergelijking met de klimaatperiode 1951-1980 is het jaar gemiddeld 1,3 graden warmer geworden. Ook warmen Noord-Europa en noordelijk Rusland veel sneller op dan onze regio’s. Wanneer de wind dan een keer uit het oosten of noordoosten komt is de lucht lang niet zo koud meer als vroeger.
Meerdere perioden met koud weer voorafgaand aan Elfstedentocht
Bovendien ontbreekt het aan kou gedurende de hele winter. Het is telkens maandenlang zacht totdat het een keer een beetje wintert. Een Elfstedentocht komt alleen in de strengste winters voor. Voor de tocht moet het ijs op de Friese sloten en meren overal minimaal 15 centimeter dik zijn. Op die manier kunnen de schaatsers veilig de bijna 200 kilometer lange tocht afleggen.
Eén vorstperiode is niet genoeg om de ‘Tocht der Tochten’ te kunnen organiseren. Wanneer het al eerder in de winter koud is geweest kan het water afkoelen. Wanneer dan een stevige vorstperiode begint, ontstaat direct ijs. Als een groot deel van de winter zacht verloopt is de watertemperatuur zo hoog dat het dagen duurt, voordat er überhaupt ijs ontstaat. Vaak is het dan al te laat om het ijs nog dik genoeg te laten worden. In ons klimaat duren periodes met een bepaald weertype namelijk nooit lang.
Foto (C): Wikimedia