Volkswagen buigt zich momenteel over het opnieuw in de markt brengen van de VW T1 bus en de Kever. Met een aantal vernieuwde technieken erin, maar met dezelfde uitstraling als de wagens hadden in de tijd dat ze met bosjes rondreden, in de jaren zeventig en tachtig.
Veel mensen lijken er nog altijd een emotionele waarde aan te geven, aan beide modellen. En zeker in de zomermaanden kijken velen kwijlend zo’n kek VW busje na. Oorspronkelijk een transportbusje, maar inmiddels uitgegroeid tot een hippie-achtig vervoersmiddel. Het ultieme symbool voor het gevoel van vrijheid. Daarnaast hunkert menigeen naar het fijne compacte Kevertje.
Over drie jaar is de bus beschikbaar
Iconische modellen, noemt VW-topman Herbert Dies de auto’s. Hij kan al met zekerheid melden dat de microbus T1, oorspronkelijk geproduceerd tussen 1950 en 1967, terugkeert in een elektrische variant. Over ongeveer drie jaar zou de bus beschikbaar zijn.
Tot 1955 noemde men de T1 ook wel de Barndoor ofwel Schuurdeur en kreeg in de loop der jaren allerlei verbeteringen mee zoals een bredere deur, andere wielen en een zwaardere motor. Er zijn heel wat modellen nog in omloop. Nog altijd een heel geliefde (tweedehands) auto. Ze worden overigens ook te huur aangeboden, voor een ‘vintage’ ritje.
Bekendste Volkswagen
Over de terugkomst van de Kever, wordt nog gebakkeleid. Een elektrisch model van de Kever (later de Beetle genoemd) met vier deuren en achterwielaandrijving zou het beste in de richting komen van de oorspronkelijke Kever, die uiteindelijk toch de bekendste Volkswagen is gebleken.
Er zijn meer dan twintig miljoen Kevers in de markt gezet tussen 1937 en 2003. Saillant detail is dat Hitler het mogelijk maakte de wagen te produceren, maar de productie kwam pas werkelijk op gang na de Tweede Wereldoorlog.
Viercilinderboxermotor achterin
Wie de eigenlijke ontwerper van deze volksauto is, is niet helemaal duidelijk. Vanwege het succes wilden velen dat wel zijn. Wel is duidelijk dat het Franz Reimspiess is geweest die de viercilinderboxermotor ontwierp. Meest opvallende daaraan is natuurlijk dat deze achterin de auto werd geplaatst.
In ons gezin zijn er twee versleten, Kevers. Een witte en een groene, in echt zo’n jaren zeventig gifgroene kleur. Mijn vader was er gek mee, met zijn auto met dat relatief kleine ovaalvormige achterraam (vóór de jaren vijftig zelfs nog kleiner) en de motor achterin. We reden er onze zondagse toertochtjes mee en gingen er mee op vakantie.
Op één na meest verkochte auto ter wereld
Dat kon ook wel want het model kreeg in de loop der jaren een steeds grotere motorinhoud en werd sneller, veiliger, kreeg groter bumpers en koplampen en betere remmen. In de jaren zeventig werd nog een aantal nieuwe modellen geïntroduceerd die in Amerika Superbeetles werden genoemd, vandaar de latere naam van het meeste recente ‘Kever-model’; de Beetle. In 2003 was De Kever de op één na meest verkochte auto ter wereld, na de Golf die in 1974 zijn intrede deed.
Helaas heeft mijn vader de wagens niet onder een keurig zeiltje in de schuur laten staan, want dat had nu een lieve duit op kunnen leveren. Het origineel heeft toch altijd de grootste emotionele waarde, maar als Volkswagen het aandurft dit origineel in model zo dicht mogelijk te benaderen, zou dat voor het automerk wel eens prima kunnen uitpakken, alhoewel de designchef van VW aangeeft dat eerst de massamodellen geproduceerd gaan worden. “Pas daarna is er ruimte voor auto’s met een sterkere emotionele lading.”
Meer Kevers zien? Op 15 juli toert de Keverclub door Zeeland en tussen 24 en 26 augustus door Groningen, tussen 31 augustus en 2 september doet de club Gelderland aan.