Verhuizen naar het platteland, wie durft?

Wonen op het platteland is ‘hot’. Niet alleen omdat je er meer huis krijgt voor je geld en groen om je heen gezond is, maar ook omdat thuiswerken steeds meer in zwang is en je daarom minder reden hebt om in de stad te (blijven) wonen. Maar doen we het ook?

De coronapandemie creëerde een stroom van mensen die dit wel zagen zitten en hun stadse krappe appartement zeggen in te willen ruilen voor een ruim huis buiten de stad. De mogelijkheid een eigen thuiskantoor te creëren, tussen de middag een rondje te wandelen langs de weilanden zonder dat je vanwege het thuiswerken rekening hoeft te houden met reistijd naar het werk, heeft veel mensen de ogen doen openen. En zelfs als je naar kantoor zou moeten, menen veel mensen die extra reistijd op de koop toe te nemen omdat er zoveel woongenot tegenover staat. Op het platteland wonen is zo gek nog niet.

In een commune op het platteland

In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was het ook een trend, maar om een heel andere reden. Een aantal jonge mensen, vooral twintigers (de zestigers van nu) kozen voor het wonen in woongroepen of zogenoemde communes. Het waren vooral idealistische jongeren die het kapitalisme en de burgerlijkheid op deze manier de rug toekeerden. Een groep betrok gezamenlijk een groot huis, regelmatig een boerderij. Op het platteland. Daar was niet alleen ruimte genoeg, het was vooral gezond zo in de natuur. Er konden eigen groenten worden verbouwd en kinderen konden er vrij en blij buiten spelen. Er werd bewust gekozen om alles samen te doen en alles samen delen. De spullen en het geld waren van iedereen.

Voor hetzelfde geld

Momenteel zijn het niet de jongeren, maar vooral de 65plussers die het verlangen uiten richting het platteland te willen verhuizen, zo blijkt uit een peiling van Funda. Als het om de werkende generatie gaat, komt de trek naar het platteland vooral voort uit de mogelijkheid om vaker thuis te kunnen werken en daardoor niet te hoeven reizen. Of veel mensen hier gehoor aan geven? Steeds meer. Niet voor niets blijken televisieprogramma’s als ‘Voor hetzelfde geld’ waar mensen geblinddoekt van hun stad naar een woning in de provincie worden gereden, heel populair. Die woning staat dan voor hetzelfde bedrag te koop als het huis waar ze naar zochten in de stad. Ze staan versteld van de grootte van het huis dat ze in de provincie kunnen krijgen voor datzelfde bedrag. Veelal midden in het groen.

Een ander leven ‘in the country’

En wat te denken van het kijkcijferkanon ‘Escape to the country’ van de BBC. Het wordt vrijwel dagelijks uitgezonden op SBS6 en kent een grote schare fans. Appartementen in hartje Londen of een andere grote stad, worden ingeruild voor landhuizen, cottages of barn conversions. Het budget bepaalt de grootte, de views zijn ‘stunning’. Mensen verlangen naar een ander leven. In the country. Met rust, ruimte en groen om zich heen.

De Nederlandse variant hiervan in de vorm van ‘Voor hetzelfde geld’ haalt bij lange na niet de allure van het Britse programma. Dat heeft uiteraard ook met de ruimte te maken die Groot-Brittannië, Noord-Ierland en Schotland te bieden hebben, maar dat neemt niet weg dat een verhuizing van een appartement midden in de Amsterdamse Pijp naar een plattelandswoning op het Hoge land van Groningen mooie televisie op kan leveren.

Liever onder de rook van de eigen stad

Of werkelijk veel mensen de stap wagen, is een ander verhaal. Volgens de peiling van Funda kijken mensen door de coronacrisis inderdaad vaak naar huizen buiten de stadsgrenzen en zegt twaalf procent de stad wel voor een dorp in zou willen ruilen. Vanwege de voordelen van het platteland zoals ruimte, de mogelijkheid van een huis in plaats van een appartement, een huis met extra kamer, studeerkamer en tuin, maar ook omdat de torenhoge prijzen van woningen in de stad ze gewoonweg tegenstaan. Bovendien meent zo’n veertig tot zestig procent van de thuiswerkers dat zij dit ook na de crisis vaker blijven doen.

Toch hoeven volgens makelaars plattelandsgemeenten niet bang te zijn dat ze de komende jaren ineens een hoos aan stadse lieden in hun dorp moeten verwelkomen. Bewoners van steden die ‘eruit gaan’ komen nog maar al te vaak net onder de rook van ‘hun’ stad terecht. Of kiezen voor die plattelandsgemeenten die dat eigenlijk allang niet meer zijn omdat er zoveel ‘buitenstaanders’ zijn komen wonen. Ons kent ons.