Tietia’s ‘Alledagjes’ | Eenden discrimineren ook

Door gastschrijver Tietia Feikens

Door omstandigheden heb ik deze winter een aantal maanden in een zomerhuisje gewoond, midden in een waterrijk vogelgebied. Het eerste wat me hier opviel was de enorme kakofonie aan vogelgeluiden, echt overweldigend. Het geluid van de enorme aantallen ganzen die overvlogen en hier een plek zochten om te verblijven en te eten hoorde ik overal bovenuit. De lucht was dagelijks gevuld met honderden en soms duizenden ganzen. Dat ging de hele dag en avond door. Dag in dag uit. Ik zag ook diverse andere vogelsoorten: Egyptische nijlganzen, mandarijn eenden, aalscholvers, meeuwen, reigers en een witte reiger in het natuurgebiedje waar ik dagelijks met mijn teckels doorheen liep. Die witte reiger vloog  steeds op als hij mij en de hondjes zag, waardoor het me niet lukte hem mooi te fotograferen. Ook andere vogels waren in grote getale aanwezig: koolmezen, pimpelmezen, staartmezen, houtduiven, winterkoninkjes, roodborstjes, Vlaamse gaaien en valkjes en heel veel musjes.

Mijn huisje bevond zich aan het water en in de strook gras die het huisje van het water scheidde, bivakkeerde een groep van 30 tot 40 eenden, mannetjes en  vrouwtjes. Eén woerd, een dominant en niet bang uitgevallen mannetje, kwam dagelijks schooien om wat lekkers. Dan hield hij zijn kop wat scheef en keek me indringend aan, voor zover een eend dit kan. Als ik wat oud brood overhad sneed ik dit in kleine brokjes, zodat de hele groep de kans had er iets van te eten. Het dominante mannetje en een wijfje dat hoog in de pikorde stond, aten het eerste en het meeste. De anderen bleven op gepaste afstand en probeerden ook hun deel mee te snaaien. In de buitenste gelederen waren de eenden die onderaan de rangorde stonden en die moesten maar afwachten of er nog iets te halen viel. Ik probeerde hun apart stukjes brood toe te werpen. Vooral één vrouwtje waar ik medelijden mee had. In tegenstelling tot de andere vrouwtjes was zij niet bruin maar prachtig crème. Daar dachten de andere eenden heel anders over. Omdat ze ‘anders’ was werd ze door iedereen gepikt en weggejaagd. Het werd me al snel duidelijk: eenden discrimineren ook! Dit vrouwtje had helemaal niets te vertellen en het is dat ik haar zoveel mogelijk apart probeerde te voeren, anders hadden de anderen haar helemaal niets gegund.  

Toen het langzaam voorjaar werd vormden de meeste eenden paren. Ook wel trio’s trouwens. En het gros verliet de groep om ergens anders een geschikte plaats voor een nest te zoeken. Ook mijn crème eendje vertrok met haar nieuwe lover. Twee paren bleven achter. Het dominante mannetje en zijn vrouwtje, dat hij beschermde of zijn leven er vanaf hing, en een ander stelletje. Als ik de eenden voerde wilde het dominante mannetje eigenlijk niks delen. Dan rende hij met zijn  nek uitgestrekt en laag langs de grond, met veel lawaai, om het andere stel te verjagen. Zijn vrouwtje scharrelde parmantig rond en at haar buikje vol met een gezicht van: heb ik het even lekker voor elkaar! Het andere paartje liet zich echter niet zomaar verjagen en slaagde er toch in genoeg broodkruimels naar binnen te werken.

De lawaaierig gakkende ganzen bevonden zich meestal op of rond een eilandje, in de plas waar ik gewoonlijk langs liep. Maar toen de zon aan kracht begon te winnen kozen ze ’s ochtends het wandelpad als hangplek omdat het daar lekker warm was. Daar zaten en scharrelden ze dan, tot ik met de teckels voorbij kwam en ze luid protesterend opvlogen. Het pad was dan bezaaid met ganzenkeutels. En laten mijn hondjes daar nou net verzot op zijn! Op alle soorten stront eigenlijk. Ik had houen en keren om ze zo min mogelijk keutels te laten eten want met die vogelgriep vertrouwde ik het niet zo. Daarnaast vond ik het smerig! Maar mijn teckelmeisjes zijn watervlug en ik  kon doen wat ik wilde maar het lukte ze toch om de nodige drollen te verorberen. Het viel me op dat ze vooral een voorkeur hadden voor verse keutels, de rest lieten ze liggen. Er waren er toch genoeg.

Op een dag trof ik s middags, toen ik de honden wilde uitlaten, mijn vriend Siemon, die met zijn partner Dick in het huisje schuin tegenover mij woonde, ook tijdelijk. Siemon wilde net Balou uitlaten, zijn zelf geredde hondje uit Kreta. Dick, Siemon en Balou wonen daar het grootste gedeelte va het jaar. Siemon en ik liepen samen het natuurgebied in. Balou, een blond ‘asbakkenrasje’ met een lief helikopterstaartje, mocht los en dus liet ik mijn teckelmeisjes ook voor een keer los. Pippie, mijn oudste teckelmeisje, trok haar eigen plan. Ze liep voor ons uit, helemaal in haar eigen wereldje en trok zich van niets en niemand iets aan. Typisch teckelig. Polly, de jongste van de twee was helemaal idolaat van Balou, die  vier keer zo groot was als zij, en rende hem alles achterna. Wat Balou deed, deed zij ook. Groef Balou in een molshoop, dan groef Polly ook in een molshoop. Ze bleef de hele tijd naast hem lopen en keek bewonderend naar hem op. Dat kon tot mijn afgrijzen niet voorkomen dat ze onder het rennen enorme hoeveelheden ganzenkeutels naar binnen werkte. Ik zag het gebeuren maar wilde haar ook niet het plezier van rondrennen met Balou ontnemen. Nou dat heb ik geweten. De volgende dag scheet ze vijf keer in het zomerhuisje. Vijf keer! En dat terwijl ik haar en Pippie ook nog gewoon uitliet hè? Aan de hoeveelheid stront die ze produceerde dacht ik af te kunnen leiden dat ze wel meer dan een pond ganzenkeutels had gegeten. Heel veel voor een  mini-teckeltje. En erg laxerend spul blijkbaar. Na deze onsmakelijke episode liet ik de hondjes zelden meer uit in het natuurgebied maar gewoon in het park zelf. Maar daar hadden de dames de plekken ontdekt waar hazenkeutels lagen en daar waren ze ook dol op!

Tijdens mijn één na laatste week in het vakantie park zaten er twee houtduiven op het hekje naast mijn huisje. Ze keken naar binnen én van hen keek mij steeds aan. Ik Googelde even wat deze ontmoeting te betekenen zou kunnen hebben en dit was onder andere wat er stond:

‘Vrede moederschap en profetie. Terugkeer naar de liefde en veiligheid van het thuis’.

Ik zag het als een boodschap. Ja het werd tijd om naar huis te gaan. De vele soorten vogels hadden me, naast mijn teckelmeisjes, gezelschap gehouden en ik had van ze genoten! Ik ben dol op vogels. De meeste van hen zouden gauw naar andere plaatsen verdwijnen omdat het huisjespark al gauw helemaal vol zou lopen met lawaaierige zomergasten. Geen gezelschap voor schuwe vogels. Dus op zoek naar een andere plek. En ik? Ik ging weer terug naar huis!