Het eerste wat opvalt als je het erf van Sicco en Anneke Hylkema in het Friese Oudega oprijdt, is de melktap naast de oprit. Verse rauwe biologische koeienmelk verkopen ze er. Sinds 1,5 jaar is het melkveebedrijf officieel biologisch. Al zo lang hij boer is, geeft Hylkema om de weidevogels. “Ik heb de buurman overtuigd ook een aantal hectares later te maaien. We hebben schaalgrootte nodig.”
Het was een flinke stap om naar biologisch over te gaan, maar twijfels hadden de Hylkema’s niet. Sicco Hylkema (50): “We deden al jaren aan agrarisch natuurbeheer. Een jaar of wat geleden konden we er 10 ha land bijhuren. Om dat terug te verdienen, adviseerde de bank meer koeien te gaan melken. Maar als je kiest voor intensivering moet je de natuur laten gaan. Dat wilden we niet. En de gedachte dat je geen bestaansrecht hebt als je niet groeit, stond ons ook altijd al tegen.”
Helft boer, helft burger
Hylkema is lid van de Skriezekrite (Gruttokring) Idzegea, een samenwerkingsverband van circa twintig boeren rond het buurdorpje Idzegea. Met elkaar trekken ze er hard aan om de weidevogels op hun land te behouden. Hylkema is ook voorzitter van de Vogelwacht, een club waarvan de helft boer, de helft burger is. “Dat hebben we expres zo gedaan. Het behoud van de weidevogels is geen zaak van de één of de ander, dat moeten we mét elkaar voor elkaar krijgen.”
Bijen in de klaver
Van zijn 95 ha is 14 ha voor de weidevogels. Daar loopt tot en met het broedseizoen geen vee en daar maait hij pas in juni. Hij heeft er veel last van ridderzuring. “Er komt veel handwerk bij kijken om dat eruit te krijgen, maar op dat stuk land zitten wel verreweg de meeste grutto’s en kieviten.” Ook de 0,4 ha plasdras in het weidevogelland trekt veel vogels. Naast het weidevogelland verbouwt de boer 13 ha rode klaver. “Eiwit kopen is heel duur, klaver is een goede eiwitleverancier. We maaien het en de drogerij maakt er brokjes van. Op die hectares stikt het van de bijen, veel meer dan op het grasland.”
Omvang
De Skriezekrite Idzegea boekt – weliswaar met vallen en opstaan – al jaren mooie resultaten met aantallen broedparen. “Je moet omvang hebben,” weet Hylkema. Ook daarom is hij blij dat de buurman positief reageerde op zijn voorstel om ook een plasdras aan te leggen. “Elke boer kan dat doen. Het mooiste is het als je het met z’n drieën doet op de plaats waar je landerijen aan elkaar grenzen. Dan kun je een mooi plasje maken.”
Nekslag
Bosjes, die zijn Hylkema een doorn in het oog. Vooral als ze niet beheerd worden. “Als een wilg begint te groeien en je laat het gaan, heb je binnen tien jaar een bosje. Een ideale schuilplaats voor roofvogels, die de nekslag voor weidevogels zijn. Het kost Staatsbosbeheer en It Fryske Gea veel geld om elke keer een aannemer in te zetten om het bij te houden. Waarom krijgen wij boeren zulke bosjes niet in beheer? Voor een klein bedrag kunnen we dat prima bijhouden.”
Pak predatie aan
Tot slot wil deze boer graag nog wat kwijt over predatie, iets wat hem steeds meer kopzorgen oplevert. “Vossen en steenmarters – je wilt niet weten hoeveel er zitten. Steenmarters zijn beschermd, maar zolang we ze niet aanpakken, komt het met de weidevogels niet goed. Ik weet dat er over gepraat wordt, maar wanneer komt er een beslissing? We moeten af van het idee dat iedereen overal wat van moet vinden. Dat eindeloze polderen neemt veel te veel tijd, die hebben we helemaal niet.”