In Zuid-Korea staat op de Olympische Spelen bij het kunstschaatsen geen enkele Nederlander aan de start. Dat was in de jaren zestig wel anders! Sjoukje Dijkstra. Een fenomeen. Iedereen zat aan de buis gekluisterd als zij moest schaatsen. Niemand wilde een kür van haar missen. Na haar heeft geen Nederlander meer zo goed geschaatst als zij.
‘Stoppen? Eerst goud!’
Zes Nederlandse, vijf Europese en vier wereldtitels, met in 1964 als kroon op haar carrière olympisch goud op de Spelen. Een prachtige erelijst. Op haar veertiende deed ze al mee bij de Winterspelen van 1956 in Cortina d’Ampezzo. Ze eindigde als twaalfde. In 1960 veroverde ze in Squaw Valley zilver. Een primeur voor Nederland. Sjoukje was de allereerste vrouw die het lukte om een medaille te veroveren op de Spelen.
In 1962 werd ze wereldkampioene. Een mooi moment om te stoppen vond haar vader. Hij was namelijk degene die alles betaalde. Tijd om een echte baan te zoeken. Sjoukje had daar andere ideeën over. Ze wilde Olympisch kampioene worden! En dus zette ze door.
In 1964 won ze alles wat er te winnen viel met als absolute hoogtepunt de gouden medaille op de Olympische Spelen in Innsbruck. De medaille was voor Nederland de eerste gouden medaille ooit gewonnen op de Winterspelen. Alweer een primeur. Maar 1964 was ook het jaar dat haar vader overleed. Sjoukje besloot om te stoppen met haar sportcarrière en tekende een contract bij ijsrevue Holiday on Ice.
Trainen, trainen en nooit tevreden zijn
Het is jammer dat Nederland daarna nooit meer veel heeft voorgesteld op het gebied van kunstrijden. Het laatste succes vond plaats in de jaren zeventig. Dianne de Leeuw won namens Nederland een Europese titel, een wereldtitel en olympisch zilver. Zij was een Amerikaanse met een Nederlandse moeder. Dit jaar lukte het Niki Wories door hevige blessures niet om zich te kwalificeren voor de Winterspelen in Zuid-Korea.
Eén van de voorwaarden om een goede kunstrijdster te worden is heel hard trainen. Sjoukje kon dat. Ze zei ooit in een interview met NRC Handelsblad: “Een dag niet trainen, was een verloren dag; die kon ik nooit meer inhalen. Trainen, trainen en nooit tevreden zijn, zo dacht ik.”
Tegenwoordig zet ze zich samen met haar vriendin Joan Haanappel (drie keer brons op het EK) in voor de Stichting Kunstrijden Nederland (SKN). Samen willen ze de sport weer naar een hoog niveau brengen, want talent is er genoeg. Komt er ooit een tweede Sjoukje?