Het schaatsseizoen is begonnen. Profschaatsers rijden wedstrijden, amateurs doen hun wekelijkse rondjes op de baan. Een binnenbaan, wel te verstaan. En echt waar; er zijn schaatsers die nog nooit op een baan in de buitenlucht hebben gereden.
Een van de eerste wedstrijden van het seizoen vinden plaats in het Japanse Tomakomai, een stad op het eiland Hokkaido. Er wordt geschaatst op een buitenbaan. Volgens Johan de Wit, schaatscoach in Japan, geeft dat meerwaarde aan de wedstrijden. “Mensen vinden het bijzonder,” vertelt hij sportverslaggever Bert Maalderink.
Op de Jaap Edenbaan zit nog geen dak
Ook hij weet dat veel schaatsers nog nooit op een buitenbaan hebben gereden. Maar in Japan zijn ze wel wat gewend. Daar zijn slechts twee van de meer dan twintig banen nog niet overdekt. In Nederland zit er slechts bij de Jaap Edenbaan in Amsterdam nog geen dak op. Haarlem heeft zowel een binnen- en buitenbaan. Onder andere in Glanerbrook, Kardinge, Rotterdam en Heerenveen (foto: Thialf) en op nog veel meer plekken zijn ze inmiddels overdekt.
De eerste kunstijsbaan van Nederland, de Jaap Edenbaan in Amsterdam, werd op 24 november 1934 geopend door de toenmalige Noorse ijskoningin en wereldkampioene kunstrijden Sonja Henie. Kunstschaatsen en ijshockey waren wat de klok sloeg. Voor langebaanschaatsen was de baan nog te klein, alhoewel de hardrijders er een paar jaar later al wel hun rondjes gingen rijden.
Ook toen zachte winters
Na het eerste jaar werd de capaciteit van de ijsmachines verhoogd, met maar liefst twintig procent, maar ook toen had Nederland te kampen met zachte winters en werd al overwogen om er een schuifdak op aan te brengen. Dat kostte echter teveel geld. Nog net niet ging de baan failliet. In 1938 werd de technische installatie overgenomen en voor de Apollo Sporthal gebruikt die vanaf de winter van 1940 een ijsbaan werd. Dat bleef zo tot in 1949. Toen was er dus al een overdekte ijsbaan. En er was er nog eentje: de HOKIJ in Den haag. Maar van een echte 400-meter baan was nog geen sprake.
Er werd nog een baan gecreëerd in Tilburg, maar met de Jaap Eden-baan in Amsterdam, de eerste 400-meter baan, kon het schaatsvirus in Nederland pas echt los. Het was de derde wedstrijd-kunstijsbaan in de wereld, na die in Gotenburg en Californië. Die twee banen bestaan allang niet meer, de Jaap Edenbaan nog altijd wel. De Amsterdamse baan wast toentertijd al een knap staltje van techniek doordat het ijs niet werd geproduceerd door middel van koud gemaakte pekel, maar middels verdampende ammoniak in koelbuizen. Dat bracht een besparing van 25 procent aan energie.
De oudste 400-meter baan ter wereld
In 1989 werd de baan gemoderniseerd, maar niet overdekt. Het is inmiddels de oudste 400-meter baan ter wereld en vorig jaar nog werd er het WK allround gehouden. ‘Vrij heroïsch,” noemt Johan de Wit dit toernooi in de openlucht. Er won een Japanse bij de vrouwen. Die zijn mogelijk meer weerstand gewend dan de schaatsers die louter nog maar ‘binnen’ schaatsen.
Hoofdfoto: de toen nog openlucht ijsbaan van Deventer
http://www.gahetna.nl/collectie/afbeeldingen/fotocollectie/zoeken/weergave/detail/q/id/ad8f66a4-d0b4-102d-bcf8-003048976d84
Foto: Thialf ijsbaan
Door Evelien1009 – Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=70343666
Foto: Kees Verkerk
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Schaatswedstrijden_om_de_IJsselcup_te_Deventer._Kees_Verkerk_start_(klauwt)_op_1,_Bestanddeelnr_923-0017.jpg