Rinnie’s blog – Het hangt in de lucht

Lentekriebels stoppen niet wanneer je tachtig bent. Het begint in Rinnie te bruisen, maar wat kan ze doen met die overtollige energie? Lees het vandaag in haar blog.

Rinnie Nauta (80) schildert graag en is momenteel bezig met het schrijven van haar allereerste boek. Voor 50+ schrijft ze regelmatig blogs. In haar vorige blog kon je lezen over haar jonge jaren als juf. Vandaag schrijft ze over lentekriebels, het coronavirus en mensen ondanks alles toch blij willen maken. 

Het hangt in de lucht

In mijn werkkamer heerst vandaag een warme sfeer. De zon schijn naar binnen en buiten kun je het voorjaar ruiken. Het hangt in de lucht en kondigt zich aan via kleurrijke lentebloemen in de tuin en het vrolijke geluid van vogels, die met hun gezang ook kenbaar maken dat er iets moois gaat gebeuren. Alles duidt op nieuw leven in de natuur. Wat er ook in de lucht hangt zijn de berichten over een virus, dat een echte pandemie veroorzaakte. Ongevraagd komt de informatie omtrent dat coronavirus , via televisie, krant, telefoon en tablet mijn privéwereld binnen.

Na enkele weken bekruipt me het gevoel dat ik er mee wordt overvoerd. Dat idee werkt bij mij beklemmend. Het drukt zwaar op mijn gedachten. In eerste instantie ben ik erg geïnteresseerd en verdiep me terdege in de materie en het verloop van de ziekte en de verspreiding daarvan over het land. Ik heb diep medelijden met al die mensen die zelf geïnfecteerd zijn met corona. Die soms zo ziek zijn, dat ze er niet meer van kunnen genezen.

Ik sta versteld van al die mensen, die zich ondanks alle moeilijkheden die dat vergt, inspannen om voor de zieken te zorgen. Maar ik ben geen arts, geen verpleegster, zelfs geen chauffeur van een ambulance en ik denk dat ik ook geen vaardigheden bezit om in dat opzicht ook maar iets te kunnen beteken voor anderen. Dat maakt dat ik het gevoel heb dat ik in een periode als deze een beetje tekortschiet.

Er borrelt kracht op

Er hangt ook veel inspiratie in de lucht. Allerlei ideeën worden geboren om naast het verdrietige iets van hoop te geven, blijdschap te brengen en met creativiteit oplossingen te bedenken voor problemen. Het is ontroerend hoeveel kracht er opborrelt in mensen. Als ik nu jong zou zijn, zou ik ook mee willen doen, maar ik hoor bij de kwetsbare groep oudere mensen. Ik moet voorzichtig zijn. Soms ben ik te moe om heel actief te zijn. Ik organiseer dus niets. Voel me nutteloos. Ik doe niet mee. Ik zit thuis. Dat is ook min of meer opdracht vanuit de regering, zodat mensen zoals ik niet besmet kunnen worden door anderen en het virus zelf niet verder kunnen verspreiden.

Hoewel ik veel van schrijven houd en werken op de computer alleen op mijn kamer daar bij hoort, mis ik vandaag soms zo heel erg die andere mensen. Ik wil naar buiten, vrienden bezoeken, deelnemen aan de groepen waar ik bij hoor. Ik mis mijn schildervrienden, mijn leesgroep vrienden, mijn bridge club en mijn gespreksgroep leden, mijn kinderen en mijn kleinkinderen. Ik voel me opgesloten.

Anderhalve meter

De behoefte even naar buiten te gaan is groot. Daarom  trekken we vandaag een dikke jas aan vanwege de koude noordenwind, zetten een muts op en trekken de voordeur dicht. We wandelen door een deel van het dorp, waar de wind ons niet al te veel plaagt en waar we weinig andere mensen verwachten. Een enkeling die ook de stoute schoenen heeft aangetrokken maakt ruim baan voor ons en wij voor hem. “Anderhalve meter”, dendert het door mijn hoofd. Afstand houden is het parool. Als we een vriend tegenkomen die zijn hond even uitlaat, durf ik nauwelijks een praatje aan te knopen, bang om binnen die anderhalve meter te komen.

Na de wandeling voel ik me al een stuk beter. Terwijl we onze jassen uitdoen en sjaals en mutsen wegleggen, lijkt het of alle vreemde gedachten even zijn weggewaaid uit mijn hoofd. Het helpt een beetje. Nog beter werkt het boeketje voorjaarsbloemen dat een overbuurjongen van elf voorzichtig bij ons voor de deur legt, met de wens: “Nog een prettige dag”. Het zijn mooie gele tulpen, die mijn huiskamer helemaal opfleuren. Ook dat maakt, dat mijn gedachten stroom langzaam verandert. Er komt een gevoel van dankbaarheid en acceptatie voor in de plaats.

Lentekriebels

De zon schijnt in mijn werkkamer en ik voel allerlei lentekriebels in mij omhoog komen. Zoiets stopt niet als je tachtig bent. Het begint ook in mij te bruisen. Maar wat kan ik doen? Wat moet ik met die overtollige energie?  Er staat een schildersezel naast mee, waar een nog leeg, wit doek op staat. Opeens weet ik het. De computer met schrijfwerk sluit ik af. De behoefte aan liefde geven, aan vrolijke kleuren en scheppingsdrang kan ik niet buiten mijn huis kwijt, dus pak ik mijn penselen vandaag en creëer iets vrolijks op een linnen doek. Dan kan ik het later via internet delen met anderen. Zo blijft dat vrolijke gevoel van mij misschien nog een poosje in de lucht hangen en maak ik misschien toch iemand anders ook blij.

Foto: Rinnie maakt iets vrolijks!