Rekeningrijden in 2030: Wat staat ons te wachten?

Rekeningrijden en kilometerheffing, termen die al sinds de jaren 80 rondzingen, zullen vanaf 2030 daadwerkelijk worden ingevoerd. Het kabinet heeft meer details bekendgemaakt over de uitrol van het wetsvoorstel ‘Betalen naar gebruik’ (BnG). Maar wat staat er precies te gebeuren tussen 2023 en 2030? Welke kosten zijn verbonden aan autorijden? En welke belangrijke vragen zijn nog onbeantwoord?

Wat is rekeningrijden?

Rekeningrijden is een concept dat al sinds de jaren 80 op de politieke agenda staat, maar vanaf 2030 zal het werkelijkheid worden. Het idee achter rekeningrijden is dat de vaste kosten die autobezitters maken, zoals motorrijtuigen- en aanschafbelasting (bpm), plaatsmaken voor variabele kosten. In plaats van het bezit van een auto, wordt het gebruik ervan maatgevend. Autobezitters zullen een vast bedrag per gereden kilometer moeten betalen.

Waarom kiest het kabinet alsnog voor rekeningrijden?

Het kabinet heeft twee belangrijke redenen om rekeningrijden alsnog door te voeren. Ten eerste is het de bedoeling dat er in 2030 geen nieuwe brandstof- en dieselauto’s meer op de markt komen. Deze auto’s moeten plaatsmaken voor elektrische varianten. Echter, elektrische auto’s betalen geen brandstofaccijns en minder bpm, waardoor de overheid belastinginkomsten misloopt. Het rekeningrijden moet deze inkomsten terugverdienen. Ten tweede hoopt het kabinet dat autobezitters zuiniger met hun auto omgaan, omdat het duurder wordt om meer kilometers te maken. Dit moet leiden tot een vermindering van de totale CO2-uitstoot.

Wat gaan autobezitters vanaf 2030 betalen?

Vanaf 2030 zullen autobezitters meer betalen naarmate ze meer rijden. Volgens bronnen zoals de NOS zal het tarief waarschijnlijk tussen de 0,07 en 0,08 euro per kilometer liggen. Dit tarief geldt voor alle wegen in Nederland, op elk moment van de dag. Of je nu tijdens de spitsuren of daarbuiten rijdt, de prijs per kilometer blijft hetzelfde. Zelfs als je met de auto op vakantie naar het buitenland gaat, betaal je per gereden kilometer.

Welke knelpunten zijn er nog?

Er zijn echter nog enkele onzekerheden en vragen rondom het rekeningrijden. Wie houdt bijvoorbeeld bij hoeveel kilometers je maakt, zowel binnen- als buitenland? En hoeveel moet je hiervoor betalen? Blijft je privacy gewaarborgd? Deze vragen zullen in de loop van 2023 beantwoord worden.

Daarnaast is het nog onduidelijk of elk type auto hetzelfde tarief zal hebben. Zullen bezitters van elektrische auto’s minder betalen dan bezitters van brandstof- of dieselauto’s? Zal het gewicht van je auto invloed hebben op het tarief per kilometer? Worden autobezitters met een laag inkomen ontzien? En wat gebeurt er met bestelbusjes, die tegenwoordig veel worden gebruikt voor het bezorgen van pakketjes? Deze vraagstukken vereisen verder onderzoek.

Wat staat er nog te gebeuren voor de invoering van het rekeningrijden?

Kortom, het rekeningrijden zal er uiteindelijk komen, maar er zijn nog enkele belangrijke vragen die beantwoord moeten worden. En jij kunt helpen bij het vinden van de antwoorden. In de zomer van 2023 zal de internetconsultatie van start gaan, waarin burgers en bedrijven aanbevelingen en verbetersuggesties kunnen doen voor de wetsvoorstellen. Zodra het onderwerp ‘rekeningrijden’ op de website verschijnt, heb je 4 weken de tijd om te reageren.

Daarnaast moet het wetsvoorstel nog door de Tweede en Eerste Kamer. Dit zal naar verwachting gebeuren in 2024 en 2025. Zodra duidelijk is hoe het rekeningrijden in de praktijk zal werken, volgt er een overgangsfase van enkele jaren, waarschijnlijk tussen 2026 en 2030. De betrokken partijen moeten hun systemen aanpassen aan de nieuwe regels, vergelijkbaar met de implementatie van de nieuwe pensioenwet. Als alles volgens plan verloopt, zullen automobilisten vanaf 2030 daadwerkelijk betalen per gereden kilometer.