Harm Bakker

Portret Harm Bakker (48), zanger, entertainer, artiest.

Harm Bakker. Over vet aangezette types en de blues. En een gesprek dat achteraf bekeken best een vreemde kant uit ging.

De eerste minuten krijg ik het beeld van zijn alter ego niet van mijn netvlies. Op zoek naar de mens achter de artiest, tref ik een vriendelijke ietwat onrustige man die met z’n grijze knotje achter op z’n hoofd het midden houdt tussen een hipster en een randstedelijk type.

The Man Bun staat hem overigens prima, maar uit de Randstad komt hij niet. Hij woonde weliswaar een blauwe maandag in de hoofdstad en spreekt een aardig woordje Amsterdams, maar inmiddels is de geboren Leeuwarder allang weer terug op het honk en zal hij deze ook niet snel verlaten. Wel koerst hij regelmatig het land door voor optredens waarbij hij zijn alter ego gepassioneerd weet neer te zetten. “Zeg maar niet om welk personage het gaat, want dan gaan mensen al snel denken dat ik deze acteer. Zo is het echter niet. Ik acteer het niet, ik ben het gewoon. Weliswaar vet aangezet, maar wie met mij als entertainer te maken krijgt, moet voelen dat ik het meen.”

‘In de 3FM studio ging ik helemaal los met een bladblazer’

Het enthousiasme spat er vanaf en hij is dan ook mateloos fanatiek in het neerzetten van zijn personage. “Het moet goed, kan altijd beter. Wat dat betreft ben ik een perfectionist.” Zijn optredens zijn succesvol. Van het aankondigen en aan elkaar praten van acts tijdens een festival, tot zelf liedjes zingen of mondharmonica spelen. “Als ik opkom wordt misschien wel eens gedacht aan een tweederangsartiest”, zegt hij onzeker, maar als hij zingt of speelt word je verrast door zijn goeie stem en grote muzikaliteit. Met andere woorden; hij zet zijn publiek met zijn accent, outfit én Audi R8 regelmatig op het verkeerde been en dj’s als Rob Stenders en Chiel Beelen kunnen daar over meepraten. “Vanuit hun studio’s heb ik wel eens rare fratsen neergezet. In de 3FM studio ging ik helemaal los met een bladblazer om een potje blaasvoetballen te winnen en in het Glazen Huis liep ik de Polonaise met onder andere Roel van Velzen, Britt Dekker en Willy Wartaal. Je moet origineel zijn, je onderscheiden. Uiteindelijk zong ik er mijn carnavalshit, maar wie ik nu werkelijk ben. Ze hebben geen idee.”

Hij heeft de muzikaliteit niet van een vreemde. Alhoewel zijn vader huisarts en verpleeghuisarts was, speelde deze in een Hawaïaans bandje zoals van net voor de oorlog. “De Kaloea’s heette dat bandje. Mijn vader speelde de gitaar. In de oorlog moest mijn vader onderduiken en hield het op, maar de muzikaliteit moet ik van hem hebben. Mijn moeder meent dat ik het entertaintalent van haar vader heb, Dicky Modderman. Een professionele toneelspeler en medeoprichter van theatergezelschap Tryater. Dat was me nog eens een kerel. Twee meter groot en schoenmaat 50. Hij was sigarenboer in Drachten, maar tegelijkertijd een groot verhalenverteller en regisseur. Een soort Ko van Dijk. Zo’n man met een charismatische stem die tijdens een verjaardag al snel een kring van mensen om zich heen had die ademloos naar hem luisterden.“

‘Ik koos voor een baan in het Dolfinarium’

Zo’n verhalenverteller schuilt er ook in Harm, alhoewel hij dat op geheel eigen wijze aan de man brengt. “Ik was al een entertainer toen ik in het Dolfinarium in Harderwijk aan het werk ging. Het was in 1998 en na de docentenopleiding drama wilde ik absoluut niet voor de klas. Achteraf had ik graag de kleinkunstacademie of de toneelschool willen doen, maar ik koos voor een baan in het Dolfinarium, het park in Harderwijk waar ik het uiteindelijk tot regisseur bracht. Ik creëerde er shows en gaf dierentrainers les in hoe je moest acteren. Dat was heel basaal en ging van ‘hoe houd je een microfoon vast’ tot ‘hoe houd je de aandacht van de mensen vast’.”

Na dertien jaar en een fikse re-organisatie was er voor Harm geen plaats meer in het Dolfinarium en begon hij voor zichzelf. “Ik schreef een liedje, bedacht een personage en had dat eerste jaar honderd optredens. Als snel werd het meer dan optredens in een kroegje en volgden Paaspop, Zwarte Cross, het Brabants Carnaval, optredens tijdens Skûtsjesilen, optredens bij verschillende festivals, in het Glazen Huis en voor de radio. “Ik had in het Dolfinarium met mensen leren omgaan. Dat klinkt misschien gek, maar als je op een goeie zomerdag 14000 mensen weet te vermaken met je show, dan leer je daar veel van. Hoe tover je een lach op het gezicht van mensen en waar ligt de grens tussen goeie humor en platte humor. Ik deed ervaringen op en kreeg de mensen mee.”

‘Ik wil geen moment dat mensen denken dat daar iemand staat te acteren’

Dat die lach niet altijd vanzelfsprekend is, en dat je als professional dan toch door moet heeft Harm ervaren toen zijn schoonvader ernstig ziek werd en met spoed werd opgenomen in het ziekenhuis. “Ik stond op het punt op te treden tijdens het skûtsjesilen in Langweer. Al mijn familie was mee en daar stond ik dan. Ik overlegde met de familie, wat moet ik doen. Mijn kop stond helemaal niet naar de lolbroek uithangen, maar ik moest. Mijn familie zei het ook: het is je werk. Doen.”

“Op zo’n moment ben je enorm kwetsbaar, maar mensen verwachten een show, dus krijgen ze die. Ik wil geen moment dat mensen denken dat daar iemand staat te acteren. Ik neem mijn personage heel serieus en zo wil ik ook dat het publiek dat neemt.” Dus zette Harm zijn beste stralende glimlach op, dook achter zijn enorme bril, riep iets in het plat Amsterdams en ging de bühne op. Des te opvallender is het dat hij behalve die grote lachende Penoza-ster vooral ook bluesartiest is. Als duo ‘Baker&Ford en met de ‘10.000V Blues Band’ timmert hij aan de weg. “Samen muziek maken is het mooiste dat er is en het is mijn wens om ooit met de band te gaan toeren. Ik ben in de ogen van velen dan wel een rare pipo, maar als het om het mondharmonica -spel gaat en mijn zang ben ik bloedserieus.”

‘Die sketches waren tot op de letter uitgeschreven, briljant werk’

Voorlopig is Harm nog druk met het zingen van zijn hits in de hoedanigheid van dat vreemde over-de-top type. Wie we hier toch bedoelen? “Ik maak een professioneel onderscheid tussen dat type en mezelf. Nu ben ik Harm. Dan is dat type ver weg en ik wil ook niet dat mensen die twee door elkaar gaan halen. Ken je Adje nog? Dat sukkeltje naast Paul de Leeuw. Super succesvol, maar toen mensen in de gaten kregen dat die gast dat acteerde, hoorde je niets meer van hem. Toen was de lol eraf, zeg maar. Ik wil dan ook niet dat mensen dat van mij gaan denken, maar dat ligt wel op de loer. Dat maakt me kwetsbaar. Ik ben of Harm of mijn alter ego. De ene is privé, de ander is werk.”

Nu ik net gewend ben aan het beeld van Harm, doemt dat alter ego weer op. Bijna dringt het deuntje van zijn carnavalskraker weer mijn brein binnen. Maar dan schiet me een vergelijking te binnen en krijgt het voor nu even een naam: Kees van Kooten en F. Jacobse, denk ik hardop. De Tegenpartij. En we moeten er beiden om lachen. “Die sketches waren allemaal tot op de letter uitgeschreven, briljant werk. Kunst eigenlijk. Humor die door de maker bloedje serieus werd genomen. Zo wil ik werken.” Maar Jacobse werd uiteindelijk neergeschoten op het Binnenhof. Droevig einde. Zoiets als de blues. Zijn we toch mooi rond.

Foto’s: Silke Bakker

Deel dit artikel

Full 2
Culinaire routes
De leukste restaurants, de meest verfijnde smaken, de eerlijkste gerechten.
Full 2
Full 2
Fiets, wandel- en vaarroutes
Kom lekker in beweging en loop of fiets een mooie route!
Full 2
Full 2
Er op uit
Nederland is veelzijdiger dan je denkt. Laat het dagelijkse leven even achter je en geniet!
Full 2
Full 2
Schrijf mee
Vertel jij graag mooie verhalen? Schrijf dan mee met de redactie van 50+
Full 2
previous arrow
next arrow
Scroll naar boven
Scroll naar top