Het is weekend! En dus een portret van een inspirerende, bijzondere persoonlijkheid.
Stel je voor, je staat op de top van een berg. Niet zomaar een berg, maar eentje die er wezen mag. De Mount Everest bijvoorbeeld.
Wat je ziet is licht, lucht en ruimte. Heel veel ruimte. Stel je voor, je staat midden in de duinen met je voeten in het zand tussen het helmgras, en treft er een huis. Wat je ziet is een vergrijsde sculptuur die naadloos in het landschap overgaat. Het beeld van het landschap wordt op deze manier nauwelijks onderbroken, huis en omgeving lijken één. En dat schept, juist: ruimte.
Hans Achterbosch stond op de top van die berg en ontwierp dat huis, ingebed in de duinen. Twee werelden die Hans bewust en onbewust dagelijks combineert, zijn ervaringen als bergbeklimmer en de architectuur. In beide gevallen is ruimte leidend. Het zien, ervaren en vooral het voelen ervan is wat hem zowel in zijn werk als privé voortstuwt op zijn zoektocht naar, vrij vertaald, de meest zuivere en eerlijke manier van leven.
‘Ik wil de vrijheid hebben om binnen de kaders, en soms een beetje erbuiten, mijn gang te gaan’
“In de basis ben ik een onzeker mens,” vertelt Hans. “Dat heeft er voor gezorgd dat ik een gezonde zoektocht heb ontwikkeld naar waar ik wil zijn en wat ik wil doen. Ik ga niet alleen voor het creëren van ruimte, maar wil het ook voelen.” Het impliceert een leven zonder beperkingen. Een behoorlijke uitdaging met een eigen bedrijf, kinderen en een ex-vrouw. “Dat is waar, maar ik wil me echt door niets laten beperken in wat ik doe. Niet door geld, werk of welke relatie dan ook.”
Voor een onzekere man lijkt hij behoorlijk stellig in het waarmaken van deze ambitie, maar daar heeft Hans een heldere uitleg voor. “Natuurlijk zijn er kaders. Maar daarbinnen wil ik goed weten hoeveel ruimte ik heb en deze ook echt voelen om vervolgens het hoogst haalbare te kunnen bereiken. Dat geldt zowel voor een opdracht waaraan ik werk als architect als voor een expeditie als klimmer. Geld bijvoorbeeld, mag geen belemmering zijn. Het mag mijn werk, mijn klim, het halen van mijn doel onder geen beding in de weg staan. Ik wil de vrijheid hebben om binnen de kaders, en soms een beetje erbuiten, mijn gang te gaan.”
De realiteit van het dagelijkse leven maakt dat Hans niet zomaar afstand neemt van zijn bedrijf dat hij in twintig jaar heeft opgebouwd en inmiddels samen met Bart Zantman runt. Dat hij niet zomaar zijn kinderen achterlaat voor een huisje in de Noorse natuur. “Ik weet niet of dat voor mij de ultieme oplossing is om mij helemaal vrij te voelen. Ik heb ook mensen om me heen nodig. Wat betreft dat bedrijf voel ik wel dat ik na twintig jaar op een kruispunt sta. Ik ben echt aan het nadenken hoe ik daarmee verder wil. Als compagnon ons werk in China een verbreding en verdieping geven of meer aan de zijlijn gaan staan en andere keuzes maken. Misschien moet ik een weekje een klooster in om eens goed na te denken,” zegt hij twijfelachtig.
‘Tijdens de beklimming van de Mount Everest ben ik verschrikkelijk geschrokken van wat we als mens met de aarde aan het doen zijn’
Zijn gevoeligheid als het gaat om het ervaren van vrijheid stamt al uit zijn jeugd toen hij zich het beste voelde als hij in de natuur was, één met de natuur. “De mens staat niet boven de natuur, alhoewel dat lange tijd wel een gedachtegang is geweest. Die visie heeft in de wereld veel vernietigd en de aarde flink uit het lood geslagen. Daarom is het nu absoluut noodzakelijk om ons bewust in te zetten die wereld weer een beetje beter te maken, want deze is er beroerd aan toe. Tijdens de beklimming van grote bergen en onder andere de Mount Everest ben ik verschrikkelijk geschrokken van wat we als mens met de aarde aan het doen zijn. Ik ken geen zuiverder plek dan in de bergen, of de gebieden rond de zuid en/of noordpool, het zijn in mijn beleving de mooiste plekken op de aarde. Maar veel van de populaire plekken zoals op de Everest trekken meer en meer mensen en inmiddels ligt ook die mooie plek vol met afval. Je kunt geen grotere tegenstelling vinden dan daar.”
Vanaf 1992 doet Hans grote expedities. Pure liefde, noemt hij het. “Als kind deed ik aan vliegvissen en toen ik op mijn veertiende met mijn ouders naar Noorwegen op vakantie ging, kon ik er mijn hart aan ophalen, vissen op zalm. Maar ook de bergen fascineerden me steeds meer. Twee jaar later gingen we naar Wales. Weer trok die natuur me daar enorm aan, maar vooral de bergen. Ik kon uren door de verrekijker van mijn vader kijken naar wat zich daar allemaal op die rotswanden te zien was.” Het zette bij Hans iets in gang wat zijn grote passie werd; hij wilde naar de bergen en de hoge toppen.
Hij bleek al snel een getalenteerd klimmer, volgde verschillende cursussen en een gidsopleiding en tussen zijn twintigste en dertigste was hij alle vakanties als gids werkzaam in de bergen. De rest van de tijd studeerde hij, eerst aan de HTS en later aan de TU in Delft. Er volgden eigen expedities in onder meer Alaska en Nepal en tijdens al zijn tochten werd hij zich meer en meer bewust van hoe de mens met de natuur omgaat. “Ik maak me echt zorgen. De mens is de natuur aan het vernietigen. Als vijftig plussers hebben we meegemaakt dat het aantal bewoners van onze aarde zich in de jaren heeft verdubbeld, we zien de verstedelijking, de ontbossing, de natuurrampen en ga zo maar door. Als we niets doen gaan we onszelf enorm tegenkomen en zullen we verrast worden door wat er op ons afkomt als een tsunami aan natuurrampen. Ik overdrijf niet. Het evenwicht is versneld aan het zoek raken. De aarde heeft maar een beperkte hoeveelheid fossiele brandstof en we zijn als mens nog niet in staat om de zon zodanig te gebruiken dat die fossiele brandstof niet meer nodig is. We kunnen het gewoon nog niet. Dat betekent dat we ons gedrag moeten veranderen ten aanzien van het gebruik ervan. Vandaar eerst die bewustwording.”
Maar er gloort ook hoop aan de horizon als we maar in staat zijn om niet onszelf als mens, maar de aarde centraal te stellen in dit verhaal. “De mens is een product van de natuur en ik geloof in de veerkracht van die natuur. Uiteindelijk komt het waarschijnlijk goed, maar daarvoor moeten we ons als mens wel versnelt bewust worden van onze nieuwe rol en met die natuur meegaan en ze niet naar onze hand willen zetten. Die bewustwording wil ik mensen bijbrengen. Niet omdat ík alles zo goed weet, maar omdat ik niet alleen gezien heb wat er met de aarde en de natuur gebeurt, maar omdat ik het ook echt gevoeld heb, boven op die Mount Everest en op zoveel meer plekken. Ik heb echt gevoeld hoe zuiver die wereld daar is en wat we daar als mens kapot maken.”
‘Dan is geld niet leidend, maar die brug. Snap je?’
Bewust verbinding leggen tussen natuur en architectuur krijgt onder andere vorm in de door Achterbosch architectuur en Onix gecreëerde houten bruggen Krúsrak en Dúvelsrak bij Sneek. Bruggen bestaande uit een totaal houten overspanning. Om het Nieuw-Zeelands hout zo sterk mogelijk te krijgen werd een bijzonder procedé toegepast waarmee het mogelijk werd elk onderdeel te buigen en te draaien. Het maakte de brug sterk genoeg voor autoverkeer. De voorbereiding en bouw namen in totaal vier jaar. “Zoiets is nooit eerder gedaan. Er zijn wel fiets- of loopbruggen van hout, maar geen zodanige houten constructies waar vrachtwagens overheen kunnen rijden en die voldoen alle mogelijke eisen op het gebied van deze zware verkeersklasse. Het was een bijzondere kans om dit uit te kunnen voeren en samen met een enorm team van deskundigen is het gelukt. Daarbij is het noodzakelijk om je eigen belang ondergeschikt te maken aan dat van dat team. Dat was echt een hele uitdaging, maar als zoiets lukt ‘ga ik vliegen’. Dan is er zo ontzettend veel mogelijk. Dan is geld niet leidend, maar die brug. Snap je? Net zoals bij expedities geld of alleen het doel niet leidend moet zijn, maar de samenwerking om een doel of een top te bereiken.”
Helaas is dat in veel gevallen anders geweest. Hans heeft collega-klimmers zien sneuvelen omdat ze uit commerciële belangen die top wilden halen op momenten dat het niet verantwoord was door te klimmen. “Het ging helemaal fout en ze moesten het met hun leven bekopen. Dat wil je niet. Het gaat erom dat je op een zo ontspannen mogelijke manier bereikt wat je voor ogen hebt. Dan geeft een dominante rol van geld alleen maar spanning. En weg is je vrijheid. Zo wil ik dus niet leven, niet klimmen, geen architectonische opdrachten uitvoeren. Ik wil authentiek kunnen zijn en vanuit een vrije ruimte en vanuit mijn gevoel de mooiste dingen maken en de hoogste toppen bereiken. Alleen dan is een mens in staat het maximale te creëren. Het liefst samen. Als je het individueel belang los kunt koppelen van het algemeen belang ben je op de goede weg. Of het nu gaat om opdrachtgevers of klimmers onderling. Je moet elkaar kunnen vertrouwen en op die basis de verbinding aangaan. Ik ben er trots op dat ik dat ik mijn ervaring en zorgen kan vertalen in opdrachten als architect. Dat ik de verbinding kan maken en deze ook echt voel.” Door middel van lezingen, het vertellen van verhalen over zijn expedities, de natuur en de omgang met de aarde, probeert Hans de mensen wakker te schudden. “Ik vertel geen ‘mooie verhaaltjes’, maar ik vertel feiten, cijfers die kloppen, dingen die ik werkelijk gezien en gevoeld heb.”
‘Zijn naam is zo eeuwig aan de aarde verbonden, dat voelt goed’
“De verantwoordelijkheid voor het bedrijf bindt me aan hier, aan deze plek in Friesland. En natuurlijk mijn kinderen. Maar er gebeuren momenteel zoveel bijzondere dingen dat ik over een tijdje andere keuzes zal gaan maken. We werken nu veel in China, bouwen een ecologisch resort en een paviljoen boven op een berg. Ik zie daar heel veel mogelijkheden om mijn passie en missie ten uitvoer te brengen. Maar waar het naartoe gaat? Ik weet het nog niet. Het moet ook organisch ontstaan.” De tegenstelling tussen deze drukke werkzaamheden in China en het verlangen van Hans naar de stilte, de zuiverheid van de natuur zijn voer voor een verhaal. Dat hij een boek daarover zal schrijven sluit hij dan ook niet uit. Over zijn ervaringen, zijn visie en zijn missie, en over de meest bijzondere momenten uit zijn klimmers-leven. “In 2007 was ik in Groenland en beklom daar maagdelijke toppen. Bergtoppen waar nog nooit eerder iemand is geweest. Het is gebruikelijk dat je de berg dan een naam mag geven als je er als eerste klimmer aankomt. Eén van die bergen kreeg van mij de naam Daan, de naam van ons doodgeboren kindje in 1994. Dat is het meest oorspronkelijke geweest wat ik ooit gedaan heb. Zijn naam is zo eeuwig aan de aarde verbonden, dat voelt goed.”
“Tijdens expedities heb ik mensen ten val zien komen, dood zien gaan. Ik heb mijn vader verloren, ben gescheiden. Alles bij elkaar een reeks van voorvallen die me kwetsbaar hebben gemaakt. Voeg dat bij die eerdergenoemde onzekerheid en je hebt een redelijk onhandige combinatie te pakken. Mijn oplossing daarvoor is vooral op mijn gevoel af te gaan, en daarvoor wil ik onafhankelijk zijn, ik wil dat niets me daarin kan remmen. Ruimte. Ruimte heb ik nodig. Alleen zo kan ik anderen om mij heen beminnen, en in alle vrijheid de uitdagingen aangaan die er nog op mijn pad komen.”
Foto: Fotopartners