Portret van Feikje Toering (61), basisschooldirecteur

Het is weekend! En dus een portret van een inspirerende persoonlijkheid: in gesprek met Feikje Toering.

Ze runt vier scholen, heeft een duidelijke visie en verwacht veel van haar onderwijsteams. “Ik ben een twijfelkont die niet van pierewaaien houd.” Wij spreken een rasonderneemster die kiest voor het onderwijs.

“Waarom moet een kind breuken leren? Waar is het leren van de Nederlandse taal goed voor? Dat je je dat als volwassene afvraagt is één, maar ik vind dat kinderen zich dat zelf moeten afvragen. Dat zullen ze alleen doen als de meester of juf daar de gelegenheid toe geeft. En dat wil ik initiëren.” Kinderen stellen de vragen opdat ze gaan begrijpen waarom ze leren, is het uitgangspunt van Feikje Toering in alles wat ze doet en uitdraagt in haar werk. “Als juf deed ik dat jaren geleden al. Dan vroeg ik aan leerlingen in groep 4 wat ze later wilden worden en dan was steevast mijn reactie: zullen we eens kijken wat je daarvoor nodig hebt?”

‘Waarom moet een kind breuken leren? Waar is het leren van de Nederlandse taal goed voor? Ik vind dat kinderen zich dat zelf moeten afvragen’

Het klinkt vastberaden, maar Feikje is eigenlijk een enorme twijfelkont. “Ik heb in mijn loopbaan veel keuzes gemaakt, maar heb daar altijd lang over na moeten denken. Ik kan enorm dubben.” In 2012 kwam zo’n keuzemoment voorbij, toen ze solliciteerde voor de directeursfunctie van vijf scholen binnen de Gearhing groep in De Greidhoeke. Van die vijf scholen zijn er nog vier over, eentje moest vanwege een te laag aantal leerlingen sluiten.

Ik houd niet van pierewaaien

“Ik noem het expeditie Gearhing. Ik ben op pad. Zo voelt het echt. Ik heb een koers uitgezet. Begrijp me niet verkeerd, ik zie dat niet te star. Onverwachte wendingen pak ik op en daar ga ik mee aan de slag. Die vrijheid wil ik hebben en daarin kan ik mijn creativiteit kwijt.”
Ze is open over de manier waarop ze handelt. “Ik pak kansen, toon lef en durf te struikelen. Een mens kan niet overal goed in zijn. Dat vertel ik ook mijn teams en dat wekt vertrouwen.” Dat betekent af en toe flink laveren omdat vier verschillende scholen, vier verschillende teams betekent. “Ieder team is anders, ieder dorp is anders, iedere school is anders, maar ik beweeg mee en zoek naar de verbinding. Als er binnen een team iets wordt bereikt, leg ik dat niet het andere team op, maar probeer het zo te presenteren dat ze van elkaar kunnen leren en de vruchten kunnen plukken.”
Gung Ho heet haar manier waarop ze haar teams aanstuurt. “Noem het een managementtool. Zoek het maar eens op. Het is een wijze van mensen aansturen die mij enorm aanspreekt. Ik wil mijn teams zoveel vertrouwen bieden dat ze zelf ook los kunnen gaan. Dat ze kansen zien en kansen pakken. Ik zet weliswaar de kaders uit en wil resultaten zien -ik houd niet van pierewaaien- maar als je mensen die vrijheid niet biedt, kom je niet vooruit. En ik wíl vooruit, samen met de teams. Dat komt immers de leerlingen ten goede. Dat is het doel.”

Aan het directeurschap van de vier scholen in Wommels, Itens, Baard en Winsum heeft ze een fulltime baan. “Ik heb altijd fulltime gewerkt. Ook toen mijn man en ik kinderen kregen. Dat was in 1982 best bijzonder. Ik weet nog dat er werd gezegd dat mijn zoontje zo slecht sliep vanwege die rolverdeling. Onzin natuurlijk. Ik heb nu een kleinkind dat ook slecht slaapt, dus er zal wel iets in de genen zitten. Maar toen werd er flink over geoordeeld. 
Natuurlijk waren het tropenjaren, maar ik wilde bewijzen dat het heel goed kan dat de vrouw een volledige baan heeft. Ook met twee kleine kinderen. Nu moet gezegd dat mijn man altijd achter me heeft gestaan. Ik kreeg van hem de volledige vrijheid. Die heb ik ook nodig. Ik ben iemand die kansen ruikt. Dan wil ik daar iets mee doen. Dan moet ik los kunnen gaan.”

Een eigen koers

Vrijheid in combinatie met het hard werken zijn terug te voeren op haar jeugd. Afkomstig uit een ondernemersgezin zoekt ze altijd naar nieuwe mogelijkheden. “Mijn ouders hadden in Oosterlittens een supermarkt en melkwijk. Hardwerkende mensen die nooit ziek waren. Slechts één keer waren ze echt door de griep geveld. Als vijftienjarig meisje moest ik de winkel draaien. Ik vond het geweldig! Het gaf ook zo’n goed gevoel dat ik dat kon.” Dát gevoel is waar ze haar drive vandaan haalt. “Ik houd ervan mijn eigen koers te bepalen en daar mensen in mee te nemen. Ik nam van kinds af aan al vaak de leiding.”

Het is dan ook niet vreemd dat ze in de meeste gevallen de voorzittersrol op zich nam in het verenigingswerk dat ze vanaf haar 22ste tot haar 55ste heeft gedaan. “Dat is mijn universiteit geweest, zeg ik wel eens. Ik ben in die periode niet alleen heel doelbewust bezig geweest, maar heb ook enorm veel mensenkennis opgedaan. Daar pluk ik nu nog de vruchten van.”

‘Ik ben wars van schools gedoe en in kleuterklassen kun je je echt uitleven in andere vormen van leren’

Kon een kleuterjuf wel directeur worden?

Ze werkte jarenlang als kleuterjuf. “Ik vind het heerlijk om ergens mijn creativiteit in kwijt te kunnen en bij kleuters kan dat. Ik ben wars van ‘schools gedoe’, dus bedacht ik allerlei andere vormen om hen met veel plezier iets te leren. In kleuterklassen kun je je daar echt in uitleven. Na 22 jaar was ik toe aan iets nieuws en juist op dat moment werd me gevraagd een schooldirecteur in Mantgum te ondersteunen bij een nieuw uit te zetten koers voor het onderwijsteam. Toen uiteindelijk de functie van directeur daar vrij kwam, heb ik wel getwijfeld of ik zou solliciteren. Kon ik als kleuterjuf wel directeur worden? Was dat niet te hoog gegrepen? Het jaar samen met de vorige directeur had me echter zoveel aan kennis opgeleverd dat ik het aandurfde. Het aansturen van mensen zat me immers in het bloed, en ik had het in dat jaar meer en meer in de vingers gekregen. Ook had ik ondertussen een opleiding tot schoolleider gevolgd. Ik deed een assessment, kreeg coaching en werd directeur.” Na negen jaar sloeg de twijfel weer toe. Ze deed een loopbaanonderzoek en daar kwam opnieuw het onderwijs als meest geschikte branche uit. Het gaf haar net dat duwtje om door te pakken. Ze werkte vervolgens nog een jaar of twee op een basisschool in Workum en werd in 2012 directeur bij de Gearhing groep.

‘Om kinderen in te laten zien waarom ze bepaalde dingen leren, is een zekere mindset bij leerkrachten nodig’

Gung Ho

“Ik heb nog zo’n twee jaar nodig om mijn visie volledig uit te werken. Aan mij de taak om het personeel -de meesters, juffen, coördinatoren- hun kwaliteiten te leren zien en hen de gelegenheid te bieden deze volledig in te zetten. Ik moet uitvinden wat een team nodig heeft om zover te komen. In ieder geval moet de sfeer in het team goed zijn, iedereen moet zich veilig voelen. Dat klinkt allemaal wat streng en ik heb ook best wel kritiek gehad. Dan was ik ze alweer voor om een bepaalde actie uit te voeren. Ging ik gewoon te snel. Ik heb moeten leren om op het juiste moment achterover te leunen en het aan het team over te laten. Kwestie van vertrouwen. Het gaat er mij niet om wie het beste is. Het gaat om samenwerking. Als iets goed gelukt is, moeten we vooral kijken naar wat we daarvan kunnen leren. En dan weer door. Ik wil dat de onderwijsteams het onderste uit de kan halen. Daar komen de juiste acties uit voort, altijd met als doel dat de leerlingen het beste uit zichzelf kunnen halen. Het moet hen ten goede komen. Om kinderen in te laten zien waarom ze bepaalde dingen leren is een zekere mindset bij leerkrachten nodig. Als ze die bereiken en daarmee aan de slag kunnen, worden ze eigenaar van de gestelde doelen en gaan we richting zelfsturende teams. Dat moedig ik aan en als dat bereikt wordt, spreek je van Gung Ho. Iedereen de kans bieden zijn kwaliteiten in te kunnen zetten en met enthousiasme en toewijding samenwerken aan iets dat zinvol is. Daarmee kun je heel productief zijn. Daar ga ik voor, dat moedig ik aan. Eigenlijk ga ik net zo lang door tot ik zelf overbodig ben.”