Verhalen uit Pake’s moestuin (1)
Vorig jaar ontdekte ik hoe leuk het is om te schrijven over mijn moestuin. Handig ook, want heel veel lezers kwamen met goede tips. Daarom dit jaar opnieuw een serie moestuinverhalen vanuit Friesland!
In 2014 heb ik het moestuinvirus te pakken gekregen door het poten van aardappels. Mijn vriend en ik dachten dat dat wel eens leuk kon zijn. Niet thuis, want wij hebben een grasveldje zo groot als een postzegel. Nee, bij pake (opa) thuis in Twijzel. Hij heeft veel ruimte, want vroeger runde hij een bouwbedrijf. Het telen van de aardappels was een groot succes en dus wilden we meer. Er kwamen boerenkoolplanten. Daar liep het slecht mee af. Hazen, konijnen en zelfs reeën wisten wel raad met de planten. Een domper. Maar ook meteen een uitdaging. In de winter van 2015 kwam er een heus hekwerk, zodat we in het voorjaar helemaal los konden gaan met het verbouwen van groenten.
Victoriaanse kas
Inmiddels is het 2019 en hebben we maar liefst vier velden met een hek eromheen. In totaal zo’n 250 m2. Het allerlaatste hek hebben we afgelopen winter/voorjaar gemaakt. Groter wordt het niet, want het is lastig om alles goed bij te houden. Het onkruid doet het namelijk altijd goed. Helemaal nu we over een perfect watersysteem beschikken, aangelegd door mijn schoonvader. Mijn vriend en ik doen zoals je leest gelukkig niet alles zelf in de tuin, de hele familie helpt mee inclusief pake van 91.
Eigenlijk lieg ik een beetje over het feit dat de moestuin niet groter wordt, want momenteel zijn we bezig met de bouw van een kas met als uitgangspunt de Victoriaanse stijl. Een bijzonder project. Extra leuk is dat we de bouwkennis van pake goed kunnen gebruiken. Ander nieuws over de tuin wat ik nog heb is dat we dit jaar meedoen aan het evenement Brommels! Een evenement wat jaarlijks plaatsvindt in de Noardlike Fryske Wâlden. Thema dit jaar is tuinen verbinden. Doel van het evenement is om het publiek het unieke landschap in de Friese Wouden te laten ervaren. Uiteraard mogen er ook bramen geplukt worden bij de boeren, vandaar de naam brommels (een oud Fries woord voor bramen).
Een foto van de moestuin van vorig jaar, juni 2018
Langzame start
Terug naar het seizoen van dit jaar. In februari en maart zijn de uien en de sjalotten geplant. Die doen het goed! De peulen doen het een stuk minder, want die worden telkens opgegeten door muizen. Gelukkig doen de sugarsnaps en de kapucijners het wel goed. De doperwten hebben een kwakkelend begin en de tuinbonen zitten vol met bladluizen, maar bloeien wel heel erg mooi. Het is een totaal ander voorjaar dan vorig jaar en dat maakt tuinieren zo leuk. De start is dit jaar langzamer, maar na een paar warme dagen gaat het hard in de tuin. Er is deze week al veel geoogst: aardbeien, radijsjes, andijvie en paksoi.
Pak-die-soi
Paksoi is een langbladige open Chinese kool met groene bladeren spierwitte bladstelen. Vanwege de milde smaak is de groente in Azië erg populair, maar ook in Nederland wordt de groente populairder. De groente is gezond en veelzijdig. Je kunt er echt van alles mee. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar roerbakken. Daar is deze groente vanwege zijn knapperigheid erg geschikt voor.
Paksoi is niet moeilijk om te verbouwen. Het is wel een groente die snel doorschiet. Ik heb vier plantjes uit het tuincentrum gekocht, maar als je zelf gaat zaaien kun je het beste even wachten tot halverwege juli. Omdat het een koolsoort is moet je er op letten dat de plantjes genoeg voeding krijgen. In de winter krijgt de grond bij ons een grote bult oude stalmest. Tot nu toe werkt dat altijd prima. Paksoi trek ik met wortel en al uit de grond. Lang houdbaar is het niet dus wacht niet te lang met opeten. Ditmaal heb ik het gegeten samen met peultjes, taugé, rijst en een kerriesaus. Heerlijk!