Oud papier en nieuwe kans

Sara van der Lek sluit het jaar af met een laatste deel van haar feuilleton over het leven op kantoor. Ze schoont de boel eens lekker op.

Kantoorfeuilleton deel 6

Iedere maand een aflevering van het feuilleton over het leven op kantoor geschreven door Sara van der Lek. Deze week de laatste aflevering. 

In een aanval van daadkracht, heeft Karolien besloten haar kast op te gaan ruimen. Een hele plank vol met dossiers, mappen en losse papieren is daarbij op de grond gevallen.

Voor de derde keer loopt Karolien met stapels papier naar de oud papierbak, die inmiddels behoorlijk vol begint te raken. Straks facilitaire zaken even bellen of ze een nieuwe kunnen komen brengen, denkt ze. Karolien begint er plezier in te krijgen: weg met die zooi. Al die stapels die al jaren onaangeroerd in de kast liggen, wat moet je ermee. Weg met die cursusmap van de training effectief werken uit 2007. Dat tasje met goedbedoelde rommel van dat congres van vorig jaar kan er meteen achteraan. De oude schrijfblokken, dossiers, memo’s en losse aantekeningen, kijkt ze even vluchtig door. Kan allemaal weg. Weer een stapel naar de oud papierbak. Karolien zweet ervan. Op dat moment komt Ron van facilitaire zaken de afdeling op lopen met een lege oud papierbak. ‘Ik hoorde dat jullie bak vol is.’ Karolien kijkt verbaasd op en ontmoet dan de blik van de secretaresse die vanaf haar bureau goed zicht heeft op Karolien’s opruimactiviteiten. De secretaresse glimlacht en knipoogt even. Karolien glimlacht dankbaar terug. Handig manoeuvreert Ron de volle bak uit de speciaal door de binnenhuis architect ontworpen behuizing en plaatst de nieuwe er weer in. Hij werpt een blik op Karolien die tussen de stapels papier op de grond zit. ‘Ik hoor het wel als ie weer vol zit,’ grijnst hij en loopt fluitend met de volle bak de afdeling weer af.

Digitale snelweg

Intens tevreden staat Karolien voor haar opgeruimde kast. Drie volle planken terug gebracht tot een met keurige strakke stapels. De stukken over de verbouwing van de bibliotheek heeft ze zorgvuldig apart gehouden; die kan ze zo uit de kast trekken als daar om gevraagd wordt. ‘Zal ik even een stoel voor je pakken? Dan kun je de rest van de dag in bewondering naar je kast blijven kijken,’ klinkt het spottend achter haar. Ze heeft Gerard, het afdelingshoofd, niet horen aankomen. ‘Heeft Geert al met je gepraat?’ vraagt hij. Geert is de projectleider van het project ‘Allemaal de digitale snelweg op’ en hij heeft haar gevraagd om de 50+ collega’s te begeleiden in het omgaan met de nieuwe apparatuur. Zij als ambitieloze, niet geheel digibete 50 plusser, zoals Geert het uitdrukt, is volgens hem geknipt voor die taak. Karolien’s eerste impuls is om die idiote, bijna beledigende opdracht te weigeren, maar na enig nadenken ziet ze voordelen in het aannemen van deze klus. Het is een vage opdracht waardoor ze ruimte heeft die in te vullen zoals ze zelf wil, ze kan tijd claimen en zo andere, vervelende, klussen laten vallen. En dus zegt ze nu tegen Gerard: ‘Ja, we hebben inderdaad al even gesproken. Laten we een vergaderhokje opzoeken.’ Karolien loopt al richting een van de vergaderhokjes, zonder antwoord van Gerard af te wachten. Gerard komt achter haar aan, sluit de deur en gaat op de stoel tegenover Karolien zitten. ‘En?’ vraagt hij, ‘heb je al een besluit genomen?’

‘Ja,’ zegt Karolien, ‘ik heb besloten dat ik het wil doen.’ Gerard kijkt verrast op, maar herstelt zich snel. ‘Dat is goed nieuws. Geweldig dat je dit wilt doen. Een mooie kans voor je bovendien. Verstandig dat je dit gaat doen. Heel verstandig.’ Karolien merkt aan alles dat Gerard verwacht had dat ze ‘nee’ zou zeggen. Dat hij nu zo blij reageert, sterkt haar in haar vermoeden dat de directie veel belang hecht aan het project en er wat voor over heeft om de uitrol over de organisatie succesvol te laten verlopen.
‘Dat betekent natuurlijk wel dat ik tijd zal moeten vrijmaken,’ zegt ze met een neutraal gezicht, ‘en dus een of meer reguliere taken moet laten vallen.’
‘Natuurlijk, natuurlijk,’ zegt Gerard, ‘logisch, dit kun je er niet zomaar even bij doen. Snap ik helemaal.’
‘Zal ik dan maar even voor je op papier zetten hoeveel uren de nieuwe opdracht gaat kosten en welke andere taken ik dan laat vallen? Uiteraard in overleg met Geert.’
‘Uitstekend. Heel goed. Mail me dat in de loop van de week maar.’
Karolien glimlacht minzaam. ‘Zal ik doen. Dank voor je begrip en flexibiliteit.’
‘Geen probleem. Ik gun het je,’ zegt Gerard royaal. ‘Zo’n mooie nieuwe kans.’

Karolien loopt terug naar haar bureau. Niet alleen haar kast opgeruimd, maar ook haar takenpakket opgeschoond. Ze pakt haar spullen en gaat tevreden naar huis.

De auteur
Kantoorfeuilleton wordt geschreven door Sara van der Lek (59). In de schaarse momenten die zij tussen haar drukke werkzaamheden heeft als ambtenaar van een middelgrote plattelandsgemeente ergens in Nederland, schrijft ze over het leven op kantoor. 
Sara werkt 0,6 fte, eet niet biologisch en kampeert graag. Ze heeft een lat-relatie met Wim, een reeds gepensioneerde docent maatschappijleer, met wie ze iedere zondag een eindje gaat toeren in hun baby-blauwe Volkswagen busje, inmiddels een oldtimer. Wim is vegetarisch en eet altijd biologisch. Sara heeft geen kinderen en daar heeft ze inmiddels vrede mee. Haar hoogbejaarde ouders wonen in een serviceflat in de stad, terwijl Sara in een nieuwbouwhuis in een pas tegen het dorp aangebouwde wijk woont. Het is een echt forenzendorp met een weinig actief dorpsleven. De relatieve anonimiteit gecombineerd met de rust van een dorp, bevalt Sara. Sara heeft een jongere broer die als kunstenaar in een commune in Zuid-Frankrijk woont. De kantoorbelevenissen van Karolien zijn losjes gebaseerd op haar eigen leven.