Ook na verlies echtgenoot blijft Tineke presenteren

Tineke de Nooij verloor afgelopen week haar echtgenoot. Ze is echter niet iemand die bij de pakken neer gaat zitten.

Het is niet wat je wenst als je beiden nog gezond bent en samen door het leven gaat. Maar als één van beiden ziek wordt en een lijdensweg moet gaan, is er soms de opluchting bij overlijden. De bekende radiopresentatrice Tineke de Nooij kan daar over meepraten. Afgelopen week verloor ze haar man Peter IJkelenstam. 

IJkelenstam had dertien jaar geleden een eerste herseninfarct. In de jaren erna volgden er meer. De 94-jarige echtgenoot van Tineke raakte tevens dement en verbleef al jaren in een verzorgingshuis. In een eerder bericht vertelde Tineke, zelf inmiddels 77 jaar oud, dat zijn overlijden eigenlijk ook wel een opluchting is. “Wat voor mij telt is dat hij niet langer hoeft te lijden”, zei ze in een interview in de Telegraaf. 

Niet bij de pakken neerzitten

Haar man herkende haar de laatste jaren al niet meer en volgens Tineke had hij pijn. “Hij kón niet meer, dat zag je. Dan denk je: laat het in godsnaam over zijn.” Afgelopen woensdag is haar man in kleine kring begraven. Tineke blijkt duidelijk iemand die niet bij de pakken neer gaat zitten. Ze is nog altijd als radiopresentatrice werkzaam op Radio 5. Twee keer per week presenteert ze de Tineke Show op vrijdag en zaterdag tussen 12 en 14 uur. Afgelopen mei ontving ze de Ere-Zilveren Reismicrofoon voor haar hele oeuvre en vanwege de ‘vanzelfsprekende manier waarop ze met het medium radio omgaat’. 

Tineke maakt al bijna haar hele leven radio. Ze begon 56 jaar geleden als eerste vrouwelijke radio-dj bij Veronica met Koffietijd met Tineke. Dat deed ze dagelijks van 10 tot 11 uur. Tot 31 augustus 1974 zat ze op het Veronicaschip. Daarna volgde Hilversum 3. Ze heeft onder andere de Nationale Hitparade gepresenteerd en later een televisieshow: Tineke (Veronica). Tot op de dag van vandaag is ze nog altijd op de radio te horen. “Ik ga door tot ik erbij neerval,” zei ze eerder in een AD interview. 

Foto: © MAX/ Mike Roelofs