Ik ben net een diesel, het duurt even voor dat die op gang komt

Tietia Feikens schrijft een blog over de hardloopgroep 50plusinfriesland

5-4-2017, week 4

Het was koud vanavond! Huiverig stonden we in onze dunne hardloopkleding op de parkeerplaats waar we altijd verzamelen. Donald en Roelof hadden besloten om maar weer in het Zamenhoff-park te trainen, aangezien we daar beschutting van de bomen zouden hebben. En zo zette een kleurige, vrolijke optocht van 15 personen zich in beweging. Er werd weer veel gelachen!

Roelof begon uit te leggen waarom naast statische warming-up ook de dynamische warming-up belangrijk is. Henk vond dat Roelof op moest houden zulke moeilijke woorden te gebruiken. Maar toen Roelof vertelde dat dynamisch trainen betekent dat je spieren opwarmt met oefeningen waarbij je beweegt en Henk hierover een gevatte opmerking maakte, werd iedereen hier helemaal lacherig van. Maar Roelof is een strenge doch rechtvaardige meester en hij kreeg het zootje ongeregeld snel weer bij de les.

Ook de loopoefeningen zorgden weer voor veel hilariteit. Moet je je voorstellen dat daar 15 man lopen te springen als paardjes, knieën hoog, met één hand op hun hoofd, in tweetallen en in fluorescerende kleding. Een circus is er niks bij! Sandra, die achter mij huppelde, kreeg ongelooflijk de slappe lach, zo erg dat ze begon te hoestblaffen als een hondje :’ je kont wiebelt zó!’ hikte ze. We dachten even dat ze medische hulp nodig had maar het bleek allemaal mee te vallen. Wel begonnen mensen, mede door de kou, last te krijgen van hun spieren en Anita kreeg kramp, zodat zij de training vroegtijdig staakte. Hopelijk is ze er volgende week weer bij.

De nadruk van de loopoefeningen lag vanavond op het gebruik van de armen tijdens het lopen; het is belangrijk om met ontspannen armen in een hoek van 90 graden te lopen. De veel gemaakte fouten: trommelbeweging, boksbeweging, hangende armen en opgetrokken schouders hebben de trainers gisteravond bij ons niet gezien, tarááááá! Om meer blessureleed te voorkomen stopten we eerder met de loopoefeningen dan gepland. Ik vond dat wel jammer want a. ik heb er veel aan en b. ik warm er lekker van op. Ik ben net een diesel, het duurt even voor dat die op gang komt maar als ie één keer warm is loopt ie als een zonnetje!

In het park gingen we hardlopen: 4-5-6-2-2 minuten met tussendoor steeds 2 minuten wandelen. Ik zag het zwerk al drijven! Dat lukt mij nooit, dacht ik. Maar ik sprak mezelf even toe :’ je doet het in je eigen tempo en je doet wat je kunt en zeker niet meer’. Dat is ook wat Roelof en Donald ons steeds meegeven. Ik besloot vooral lekker te willen lopen en dat lukte. Het lukte me zelfs om één keer drie minuten aan één stuk te lopen, dat was voor het eerst! En voor de rest wandelde ik gewoon wat vaker dan de rest van de groep. Samen met Hanna. Zij vertelde me nog een mooi inspirerend verhaal: enige tijd geleden twijfelde ze of ze wel of niet zou gaan hardlopen. Tijdens die periode zag ze elke dag een oud mannetje langs haar werk rennen. Op een dag stapte ze op hem af :’ Ik zie u hier elke dag hardlopen, zei ze, mag ik u misschien vragen hoe oud u bent?’. :’ 85, zei het mannetje’. Hanna was stevig onder de indruk. :’ en op welke leeftijd bent u begonnen, als ik vragen mag?’ :’ Op mijn 74e ‘ antwoordde het mannetje, terwijl hij er de pas weer inzette. Dat was voor Hanna het duwtje wat ze nodig had. Als hij op z’n 85e nog hardliep moest zij het ook kunnen op haar 61e . Daarna schreef ze zich in voor onze loopgroep.

Tijdens het hardlopen merkte ik dat ik lichter liep. Ik voelde me geen olifant meer! Ook nog geen soepele hinde, misschien meer een nijlpaard of een tapir. Het voordeel van rondjes lopen in een park is dat het niet zo opvalt dat je niet de snelste bent om het maar eens tactisch te zeggen. Het ene moment loop je achteraan en dan opeens weer vooraan omdat de groep achter je bezig is je in te halen. Wel frustrerend dat je sommige mensen meerdere keren voorbij ziet komen, de snelheidsduivels. Hanna en ik zagen op een gegeven moment Sandra ons inhalen :’ You go girl!’ riepen we om haar aan te moedigen. :’ Ja maar ik ben de laatste hoor!’ :’ Nee hoor, riepen wij vrolijk, want dat zijn wij!’ Sandra was euforisch :’Joehoeoe ik heb mensen ingehaald!’ Daardoor kreeg ze extra vaart en we zagen dat ze haar knieën net iets hoger optilde. Deze overwinning gaf haar vleugels.

Moe maar voldaan, ik in ieder geval, liepen we weer richting parkeerplaats. Vlak voordat we daar aankwamen sloeg Roelof opeens nog een ander pad in. :’ Neeeee! riep ik ontsteld, ik wil naar huihuis!’ Ik was moe en koud en vond het mooi geweest. Maar Donald, die naast me liep, liet op zijn sporthorloge zien dat we 4447 meter hadden gelopen en met dit extra omweggetje maakten we de 5 kilometer vol. Nou vooruit dan maar.

Thuisgekomen gegeten en daarna een heerlijk warm bad, goed voor de spieren. En die hadden dat nodig, écht wel! Mijn benen voelden aan alsof ze uit massief beton gegoten waren. Het weer uit bad komen was nog wel een dingetje, zeg maar. Ik bedacht me dat ik blij was dat ik aan dit avontuur begonnen ben. Ik merk dat ik me overdag ook energieker voel en blijer ook. En ik ben trots op de groep, op mijn mede-hardloopmaten. Maar vooral ook: ik ben trots op mij! Ik ben zeker niet de snelste maar ik loop nog steeds, in mijn eigen tempo, op naar de 5 kilometer!