Nederlandse economie krimpt fors met 8,5% in tweede kwartaal

Een dergelijke krimp is niet eerder gemeten. Zelfs in de depressie van de jaren dertig kromp de Nederlandse economie niet zo hard.

Volgens de eerste berekening van het CBS, op basis van nu beschikbare gegevens, is het bruto binnenlands product (bbp) in het tweede kwartaal van 2020 met 8,5 procent gedaald ten opzichte van een kwartaal eerder. Een dergelijke krimp is niet eerder door het CBS gemeten.

De daling is voor meer dan de helft toe te schrijven aan de sterk gedaalde consumptie door huishoudens. Verder namen ook de investeringen en het handelssaldo sterk af. De krimp in Nederland was wel kleiner dan gemiddeld in de eurozone en in omringende landen zoals Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en België.

Huishoudens hebben in het tweede kwartaal 10,4 procent minder besteed dan in het eerste kwartaal van 2020. Verder namen de investeringen af met 12,4 procent. De uitvoer en invoer van goederen en diensten daalden met respectievelijk 9,8 en 8,3 procent. De overheidsconsumptie daalde met 3 procent.

Uitzonderlijke krimp consumentenbestedingen

Consumenten hebben in het tweede kwartaal 11,8 procent minder besteed dan in het tweede kwartaal van 2019. Ze gaven vooral veel minder uit aan horeca, recreatie en cultuur, vervoer en communicatie, en zorg. Ook gaven consumenten minder uit aan kleding, auto’s en motorbrandstoffen. Aan voedingsmiddelen, woninginrichting en elektrische apparaten hebben ze echter meer besteed.

De consumptie door de overheid kromp met 3,5 procent. Deze zeldzame krimp is vooral toe te schrijven aan de per saldo lagere productie van gezondheidszorgdiensten door vermeden en/of uitgestelde behandelingen als gevolg van COVID-19.

Ongekende krimp voor meest door corona getroffen bedrijfstakken

De productie van de handel, vervoer en horeca lag 16,6 procent lager dan een jaar eerder. Vooral de horeca en de vervoerssector hadden te maken met een ongekende krimp. In de vervoerssector was het beeld voor de luchtvaart en luchtvaardiensten gitzwart.

De horeca sloot (grotendeels) op 15 maart 18.00 uur en mocht op 1 juni weer open met restricties. De hotels deden het een stuk slechter dan de andere logiesaccommodaties zoals kampeerterreinen, vakantiehuisjes, bungalowparken en jeugdherbergen. Bij deze groep zijn de inkomsten uit vaste standplaatsen onverminderd doorgelopen, en konden bezoekers in sommige gevallen gebruik maken van vakantiehuisjes e.d. Ook kozen mensen, als ze al op vakantie gingen, vaker voor vakantie in eigen land. Wat de eet- en drinkgelegenheden betreft, een aantal vond vrij snel oplossingen om hun zaak coronaproof te maken. Verder ontstonden (nieuwe) initiatieven zoals maaltijdverstrekking en afhaal door restaurants.

In de zorg afspraken en operaties uitgesteld

Ook de krimp van de zorg met bijna 21 procent is ongekend en vooral toe te schrijven aan het feit dat er door de coronacrisis per saldo minder gezondheids- en zorgdiensten zijn geleverd. In ziekenhuizen zijn in het tweede kwartaal veel afspraken en operaties uitgesteld of geannuleerd. Huisartsen hebben minder zorg geleverd gedurende de periode waarin de coronapandemie op zijn hevigst was.

De mondzorg was bijna tot stilstand gekomen in de eerste weken van het tweede kwartaal, doordat er alleen maar spoedzorg en semi-spoedzorg werd geleverd. Vanaf 20 april is de reguliere mondzorg weer voorzichtig opgestart. Bij praktijken die paramedische zorg leveren, zoals fysiotherapeuten, zijn als gevolg van het coronavirus veel geplande behandelingen afgezegd of uitgesteld. Sinds 11 mei kunnen paramedici hun beroep weer uitvoeren en herstart de zorg weer geleidelijk op. Er zijn echter ook bepaalde onderdelen binnen de gezondheidszorg die per saldo meer zorg hebben verleend zoals onder andere de gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD’en).

In de zakelijke dienstverlening vielen vooral harde klappen bij de uitzend- en reisbranche. De productie van de totale zakelijke dienstverlening kromp met 12,4 procent. De productie van de bedrijfstak cultuur, recreatie, sport en overige diensten was in het tweede kwartaal 37,4 procent lager dan een jaar eerder. Evenementen, voorstellingen en dergelijke mogen niet meer sinds de coronacrisis, sportclubs hebben in het tweede kwartaal hun deuren grotendeels moeten sluiten.

De industrie kromp met 7,9 procent, met als meest negatieve uitschieter de transportmiddelenindustrie en als enige positieve uitschieter de machine-industrie. Ook de bouw produceerde minder dan een jaar eerder (-4,2 procent).

Bron: CBS