Van wie niet? Van deskundigen zoals hoogleraar transportbeleid Bert van Wee. Uit onderzoek blijken we het internationaal helemaal zo slecht niet te hebben op onze wegen én op het spoor.
We wonen in een klein land met veel verkeer. En vooral met veel gemopper. Files worden langer en doen zich vaker voor. Vorig jaar nog bleek in de eerste drie kwartalen van het jaar het weer drukker op de Nederlandse wegen te zijn. Het aantal opstoppingen was maar liefst met twintig procent toegenomen ten opzichte van het jaar daarvoor.
Aantal knelpunten
Knelpunten zijn dat met name de A27 Utrecht -Breda, De A15 Rotterdam-Gorinchem, de A4 Amsterdam-Rotterdam en de A58 Breda-Eindhoven. Oorzaak: onder andere de economische groei waardoor en meer vrachtwagens en bestelbussen de weg op gaan. Het onstuimige weer wil ook nog wel eens roet in het eten gooien. Zo was vorig jaar de dinsdagmiddag 22 mei de drukste spits. Hevige regen zorgde voor ongevallen en vertragingen.
Ook het aantal personenauto’s neemt toe. Mede dankzij de bevolkingstoename. Volgens verkeersdeskundige Ruud Hornman van de University of Applied Sciences in Breda kan een toerit uit een dorp die maar een paar auto’s toevoert, al een file veroorzaken. Die vormen dan de druppel die de emmer doet overlopen, vertelt hij in een eerder interview.
Meer bezorgdiensten
Een andere oorzaak is het aantal online aankopen dat stijgt en daarmee stijgt het aantal busjes van bezorgdiensten. Ok de afstand tussen werk en woonplaats neemt nog steeds toe wat zorgt voor meer verkeer. Als we dan ook nog eens een roekeloos rijgedrag vertonen, is het hek van de dam. We blijken te snel op te trekken waardoor doorstroming verslechtert. We moeten dan na een paar honderd meter weer op de rem. Ook het rijstrokenwisselen schijnt de doorstroming niet ten goede te komen. De kans op een ongeval wordt door al deze manoeuvres vergroot, met files tot gevolg.
Infrastructuur is goed
Allemaal redenen die onze wegen doen dichtslibben. En dat lijkt haaks te staan op het positieve geluid van deskundigen dat onze infrastructuur zo gek nog niet is. “De infrastructuur in ons land is goed,” meent hoogleraar Bert Van Wee. Van Wee is werkzaam aan de Technische Universiteit in Delft en meent dat “onze infrastructuur zeker niet slechter is dan in het Ruhrgebied of de regio Antwerpen-Brussel-Gent, en veel beter dan in vele andere Europese regio’s.”
Met die goeie infrastructuur moet het eigenlijk allemaal niet zo ingewikkeld zijn en mogen we dus eigenlijk helemaal niet klagen. Maar per regio zijn er wel verschillen in ons land. Het Financieel Dagblad deed een onderzoek.
Onderzoek mobiliteit
We vergelijken de auto en de trein. Stel; je woont in Utrecht en pakt lekker de trein naar vrienden in het zuiden van het land. Prima te doen. Maar leg je dezelfde afstand af naar vrienden in het noorden van het land, dan doe je daar veel langer over.
Met de auto maakt het echter geen verschil. Vanuit de Randstad (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam) leg je dezelfde afstand in vrijwel dezelfde tijd af. De auto lijkt daarmee voor reizigers richting het noorden in ieder geval sneller.
Het zijn uitkomsten uit een onderzoek van het Financieel Dagblad samen met geo-informatiespecialist Esri Nederland. Ze onderzochten ook hoe de mobiliteit is op verschillende tijdstippen.
Zwolle is goed bereikbaar
Daaruit blijkt dat mensen die rond vijf uur ’s middags Den Haag uit willen rijden, daar behoorlijk wat tijd voor nodig hebben. In ieder geval meer dan reizigers uit andere steden. Zwolle komt daarbij goed uit de bus. Zowel met de trein als met de auto is deze stad goed bereikbaar.
Wie in de ochtend een grote stad verlaat, kan daar het beste maar niet Nijmegen voor kiezen. Daar is ’s morgens de grootste drukte.
Bron: Esri Nederland, Nu.nl, Ad.nl e.a.