De kinderen vliegen uit. Je hebt ze zo goed mogelijk studerend of werkend de wereld in gezet. Nu moet je ze los laten. Is het dan echt zo naar en eenzaam of is het een bevrijding? Gastschrijver Annemieke sprak drie vrouwen over wel of geen lege-nest-syndroom.
Ria (74): “Op mijn twintigste trouwde ik met mijn jeugdliefde. Na een jaar werd mijn oudste dochter geboren en besloot ik, samen met mijn man, om te stoppen met werken. In die tijd was ik vrij volgzaam, dus accepteerde ik mijn lot en werd fulltime moeder. Na mijn eerste volgde er nog twee meisjes en twee jongens. Ik heb altijd enorm genoten van het moederschap en mijzelf bij nader inzien behoorlijk weggecijferd.”
Ik voelde me depressief en eenzaam
“Het moment dat het laatste kind op zichzelf ging wonen zal ik nooit vergeten! Ik bleef achter in een stil huis. Eigenlijk had ik uitgekeken naar het moment dat mijn laatste kind het nest zou verlaten. Het was geen makkelijke jongen. Er waren veel spanningen in huis. Hij was een moeilijke puber die zich regelmatig afreageerde op zijn ouders. Dus eigenlijk was ik wel blij op het moment dat hij vertelde dat hij op zichzelf ging wonen. Maar toen het eindelijk zo ver was voelde ik me depressief en eenzaam.
Op advies van de huisarts ben ik vrijwilligerswerk gaan doen. Door goed te doen voor anderen kreeg ik een nieuw doel in mijn leven, groeide mijn eigenwaarde en had ik weer plezier. Ik werk nu met veel voldoening alweer vijftien jaar op een zorgboerderij. Dat zorgen zit blijkbaar in mij verankerd.”
Lege-nest-syndroom
Het lege-nest-syndroom van vroeger lijkt in veel gevallen niet meer op het gevoel wat ouders tegenwoordig hebben als hun kinderen het ouderlijk huis verlaten. In het verleden was het meestal zo dat vader ging werken en moeder voor de kinderen zorgde. Zodra alle kinderen de deur uit waren, werden moeders vaak overvallen door die befaamde grote leegte.
Ouders van nu hebben vaak beiden een baan en hobby’s naast het gezinsleven. En lange tijd hebben ze alle ballen hoog te houden, met andere woorden: het is bere-druk met al die kinderen die van alles moeten. In het weekend langs de sportvelden staan, huishoudelijke taken doen waar door de week geen tijd voor is, eventueel zelf sporten en ook nog tijd vinden om de eigen sociale contacten te onderhouden. Daarnaast zijn er vaak nog zorgtaken voor ouder wordende ouders.
Daar zit ik dan in mijn eentje
Annelies (67, docente middelbaar onderwijs): “Na mijn scheiding, mijn kinderen waren toen nog kleuters, ging ik in de zomer ieder jaar werken als reisleidster in Oostenrijk. Mijn twee jonge dochters gingen mee zodat ik op die manier een leuke vakantie voor ons drietjes kon bekostigen. Zo groeiden de meiden op en werd Oostenrijk zo goed als hun tweede vaderland.
De oudste is 19 jaar, heeft haar VWO-diploma gehaald en krijgt die zomer een vakantiebaantje in een Oostenrijks pension waar we veel gelogeerd hebben. Ze heeft het enorm naar haar zin. Na zes weken belt ze me op en vertelt dat ze daar een vaste baan kan krijgen en dus in Oostenrijk blijft.
Dat was wel even slikken voor me. Mijn dochter onverwacht al het huis uit en dan ook nog zo ver weg! In Nederland leef ik daarna nog twee jaar samen met de jongste. Zij haalt ook haar diploma en besluit te gaan studeren in Heerenveen. Dat is twee uur reizen met de trein, dus de kleine meid gaat op kamers. Daar zit ik dan in mijn eentje. De kinderen hebben hun eigen leven en ik probeer mijn leven zo actief en gezellig mogelijk in te vullen. Toch zal ik nooit wennen aan het thuiskomen in een leeg huis!”
Langer thuis blijven plakken
Het is een natuurlijk proces dat kinderen uitvliegen, op welke leeftijd dan ook. Tegenwoordig stellen veel kinderen het ‘uit huis gaan’ uit omdat het ‘op kamers wonen’ nogal een een kostbare aangelegenheid is!
Studeren betekent een hoge schuld opbouwen, bij papa en mama blijven wonen heeft voordelen. Kinderen die jong al werken kunnen niet makkelijk aan een woning komen vanwege de hoge huurprijzen, laat staan een huis kopen en blijven daardoor ook langer thuis plakken.
Ik zie er naar uit om nu bij mijn dochter op visite te komen
Roline (56, management assistente): “Voor mij geldt dat het heel normaal is dat je kinderen een eigen leven beginnen. Het is een nieuwe levensfase. Het hoort erbij. Als ze nog jong zijn schuif je het voor je uit met het idee dat dat nog héél lang duurt. En toch, als je er inmiddels middenin zit, lijken die jaren van zorgen en genieten van je gezin te zijn omgevlogen! Vier jaar geleden is mijn oudste dochter gaan samenwonen. Drie jaar geleden is ze getrouwd en heeft ze een huis gekocht bij ons in het dorp. Mijn jongste dochter gaat over een week. Ze heeft een huurwoning gevonden. Ze is nu 26 jaar. Het is ook goed zo. Ze is aan deze nieuwe stap toe.
Een leeg-nest-syndroom heb ik niet. Het zal wel wennen zijn om bijvoorbeeld maar voor twee te koken. Mijn man en ik werken allebei veel, dus dat betekent ook dat de huishoudelijke taken opnieuw verdeeld moeten worden. Nu doet mijn thuiswonende dochter nog veel. Het moment van het afscheid en de eerste nacht op haar nieuwe plekje is voor beide partijen nog wat onwennig en moeilijk voor te stellen. Het komt nu wel heel dichtbij. Het is een nieuwe fase in mijn leven. Ik zie er naar uit om nu bij mijn dochter op visite te komen!”
Met niemand rekening houden
De eerste week zonder inwonende kinderen ervaren veel ouders als onwennig, maar ook heerlijk relaxed omdat er niet meer rekening gehouden hoeft te worden met allerlei schema’s van de kinderen qua werk, studie en sport. Ineens kun je op een zelf gekozen moment eten of onverwacht uit eten gaan. Ouders ervaren meer tijd voor sociale contacten en de vrijheid om hun eigen dromen te verwezenlijken. De vraag of een leeg nest eenzaam is of een verrijking, is uiteindelijk niet eensluidend te beantwoorden. Het is afhankelijk van verschillende factoren die zich in het leven van 50plussers afspelen.
Gastschrijver Annemieke Visscher-Bouwmeester