Francine is geboren in 1958 (Utrecht) en heeft twee prachtige dochters. Ze is een moeder van 50 +. Na veel omzwervingen via Italië en Vlieland, is ze in juni 2017 in het prachtige Buren in Gelderland gaan wonen. Ze deelt graag verhalen. Vandaag een kerstverhaal.
De dagen duurden enorm kort. Het was donkerder dan donker. Niet alleen omdat de zon in winterstand was, maar ook omdat de mensen verdrietig waren. Het was de eerste keer voor Oma Sus, dat er niemand bij haar kwam eten. Ze kookte toch een heel kerstmaal, want ze kon niet anders. De geuren van gepofte appels en warme custard. De kersen op de kerstpudding met een hulsttakje boven op, dat aangestoken werd. Warm deeg en cranberry saus. Geen kalkoen, want ze was begonnen aan een leven zonder vlees. Dus maakte ze van vegetarisch gehakt een gehaktbrood. Het huis vulde zich met heerlijke geuren. Het maakte haar blij.
Een eindje verderop in de straat was Stijn al vroeg opgestaan. Hij had gezien, dat zijn moeder de chocoladekransjes in de boom had gehangen. Veel kleintjes. En 1 hele grote. Elk jaar verdween die in Stijns buik. Omdat alles anders was dit jaar had Stijn een plan. Hij voelde wel dat de mensen anders waren en verdrietig. Ook hoorde hij soms mensen praten over een virus en ziek zijn. Zijn school was dicht gegaan en hij moest thuis blijven. De meester kwam online en dan kreeg hij les. Het was ongezellig, omdat hij zijn vrienden miste. Hij zat in groep 5. Vorige week hadden ze nog met elkaar de klas versierd voor het kerstontbijt. Elk jaar keek hij daar naar uit. Gezellige muziek en veel gelach. Nu dus even niet.
Aan de overkant van de school was een huis waar veel mensen alleen woonden. Ook kinderen, die al wat ouder waren. Hij snapte niet zo goed wat er met hen was, want ze zaten in karretjes en sommige liepen onhandig of ze hielden hun hoofd scheef. Het waren mensen met een beperking zei mama. Hij werd altijd vrolijk van ze. Ze zwaaiden en lachten veel. Nu zag hij ze haast niet meer en er kwam ook bijna geen bezoek meer daar. Allemaal door dat virus.
Zo dacht Stijn na. Hij dacht altijd veel na over dingen en mensen. Hij wilde graag alles begrijpen. Het plan betekende wel, dat hij iets moest doen wat niet mocht. Het was voor een hoger doel vond hij, dus hij ging het toch doen. Mama ging de hond uitlaten. Ze vroeg of hij mee ging. Vandaag niet mama. Ik ga even online met de meester. Nu moet je weten, dat het echt waar was. De meester moest helpen met het plan. Wat ze allemaal bespraken dat is geheim.
Beneden in de kamer klonk een schreeuw van verbazing. Het was mama. Hoe kan dat nou? Waar zijn alle chocoladekransen gebleven? Ik heb ze toch echt opgehangen. Natuurlijk ging ze twijfelen, want ze was wel wat chaotisch. Stijn wist dat en had daarop gerekend. Daar kwam ze al zijn kamer in. Stijn, zo raar joh. De chocoladekransen zijn uit de boom. Stijn zei, mama ik heb helemaal geen kransen gezien hoor toen ik beneden was. Mompelend liep mama weer weg naar de slaapkamer. In de kast ging ze het zakje met kransen zoeken wat daar had gelegen. Stijn had het er warm van. Hij ging naar beneden en riep, mama, ik ga even fietsen buiten. Ik zal goed opletten op andere mensen en afstand houden. Hij ging.
Op de fiets met de kransen, want die had hij natuurlijk wel, ging hij naar het huis van de meester. Mondkapje op en aanbellen. Hij deed een paar stappen naar achteren en wachtte tot de deur open ging. Daar stond meester Jaap. Ook met mondkapje. Zeg, dat is mooi plan van jou, jongeman zei de meester. Hij was al 63, maar superfit en ook wat ondeugend. We moeten opschieten, want het wordt al donker.
Kom we fietsen naar het schoolplein. Aangekomen op het schoolplein stonden daar al een aantal jongens en meisjes te wachten. Allemaal op afstand van elkaar en allemaal ingelicht over het plan.
Aan de overkant van de school was het zorghuis donker. De gordijnen waren dicht. Voor het huis stond een kerstboom met lichtjes. De meester gaf de kinderen allemaal een plastic handschoen en ieder kind pakte een krans uit de zak. Ze hingen ze in de boom. De grote krans bleef in de zak. Daar had Stijn een ander plan mee. Toen gingen ze allemaal rechtop staan en begonnen te zingen. De zware stem van de meester klonk er boven uit. Ze zongen maar door en steeds harder. Ineens zag je iets bewegen aan het gordijn beneden.
Ook boven bij de ramen gingen gordijnen open. Er gingen ramen open en er verschenen bewoners en die keken naar buiten en lachten en zwaaiden naar Stijn en alle kinderen van school. Een van de begeleidsters kwam naar de deur en zong mee. Toen zag ze de kransen in de boom. Het zingen stopte. Stijn zei. Wij hebben voor jullie kransen opgehangen. Omdat de school dicht is missen we jullie en misschien missen jullie ons ook wel. Zeker zei de begeleidster. Daarom hebben we de gordijnen dicht. De school is ineens zo donker en zonder kinderstemmen en rumoer. Wat een verassing zeg. Wij zijn er blij mee.
Iedereen ging naar huis. Alleen Stijn niet. Hij had de zak met de grootste krans bij zich. Hij fietste langs het huis van oma Suus. Hij gooide de krans door de brievenbus. Zo hij kreeg honger zeg. Uit het huis van oma Suus kwamen heerlijke geuren. Net als ieder jaar. Gelukkig sommige dingen bleven gewoon doorgaan. Toen hij thuis kwam moest hij in de kamer komen. Zijn vader wilde even met hem praten. Hij kneep em. wel. Het werd eigenlijk een leuk gesprek. Meester Jaap had zijn ouders gebeld en alles verteld. Dus in plaats van een strenge papa kreeg hij een omhelzing.
Toen ging de deurbel. Mama ging opendoen. Ze zag niemand, maar op de grond stond een schaal met gepofte appels met custard en cranberrysaus. Bedankt Kerstman, riep ze. Die avond werd er gesmuld in het huis van Stijn. Alleen wist hij wel waar dat lekkers vandaan kwam, maar dat bleef zijn geheim.
Allemaal een warme kerst gewenst. Het feest van het licht. Klein of groot. Licht is licht.