Door de groeiende werkgelegenheid nemen de kansen om vanuit de WW weer aan de slag te komen toe. Tweederde van de werklozen in de WW verruilt binnen een jaar de uitkering voor een baan. De verschillen per sector zijn echter groot. Werklozen uit de bouw, landbouw en uitzendkrachten komen het vaakst aan het werk, terwijl werklozen uit de financiële sector en het openbaar bestuur moeilijker werk vinden. Dit staat in het rapport Kansrijk uit de WW van UWV.
Er komen steeds meer WW’ers aan het werk. Van alle personen die in 2014 in de WW stroomden had 65% binnen een jaar een nieuwe baan. Twee jaar eerder, in 2012 was dit nog 60% Er zijn grote verschillen per sector: uitzendkrachten komen het vaakst binnen een jaar aan het werk (80%), personen uit de financiële dienstverlening (38%) het minst.
Werklozen uit financiële sector keren niet terug
UWV heeft onderzocht in hoeverre werkhervatters na de WW aan de slag gaan in dezelfde sector als van waaruit men werkloos is geworden. Hieruit blijkt dat ongeveer de helft van de mensen na de WW werk vindt in een andere sector. Werklozen in seizoensgevoelige sectoren, zoals de bouw en de landbouw, keren relatief vaak terug naar de oude sector. Dit geldt ook voor sectoren die specifieke eisen stellen aan hun personeel, zoals het onderwijs en zorg en welzijn. Werklozen afkomstig uit de financiële dienstverlening, een sector die al jaren krimpt, wijken juist massaal uit naar andere sectoren. Maar liefst 85% keert niet terug naar de ‘eigen’ sector. Een meerderheid maakt de overstap naar de zakelijke dienstverlening.
Kansrijke sectoren
UWV heeft ook gekeken in hoeverre werknemers duurzaam aan het werk blijven na de WW-uitkering. Gemiddeld 60% van de werkhervatters blijft minimaal 1 jaar onafgebroken aan het werk, in dezelfde baan of in opeenvolgende banen. Dit percentage verschilt sterk per sector en is het hoogst in het openbaar bestuur, in delen van de zorg en in de financiële dienstverlening. In de bouw en landbouw gaat men – vanwege het seizoen – veel vaker voor kortere duur aan de slag. Relatief gezien bieden uitzendwerk en de sector onderwijs het meeste perspectief op (duurzame) werkhervatting. Ook de landbouw en de horeca bieden WW’ers relatief goede kansen op een nieuwe baan. De duur van de werkhervatting is over het algemeen wel korter, vooral in de landbouw.
Kans op werk lager voor 50-plussers
Het onderzoek laat tenslotte zien dat WW’ers die uit een vast contract komen moeilijker aan de slag komen dan werkzoekenden die daarvoor een tijdelijke aanstelling of een uitzendcontract hadden. Ook blijkt uit het rapport dat de baankansen voor 50-plussers met een WW-uitkering lager zijn dan voor de andere leeftijdsgroepen. 42% van de 50-plussers met een WW-uitkering gaat binnen een jaar aan de slag. In de leeftijdsgroep 35-45 jaar ligt dit percentage op 63% en voor jongeren tot 25 jaar zelfs op 87%.