Het is hier geen hotel!

Dus wel. Ze zijn leuk hoor; die opgroeiende jongelui. Jongens met baardjes en meiden in modieuze Zara-jurkjes. Maar het gevolg is wel dat jij ’s morgens in de badkamer de klamme handdoeken van de grond ruimt en de haartjes wegpoetst van zijn scheerbeurt.

Om maar niet te spreken van de colaglazen en met ketchup besmeurde borden (dat is dus wat je ’s avond na tien uur ruikt: tosti’s) van de vorige avond die je in de afwasmachine zet of de zoveelste was die je in de machine stopt. Herkenbaar?
Deze leukerds blijven alsmaar langer bij pa en ma plakken. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) liegen er niet om. Jongeren gaan inderdaad steeds later op zichzelf wonen. Vorige zomer meldde het bureau dat de gemiddelde leeftijd waarop jongeren het ouderlijk verlaten en zelfstandig gaan wonen tussen 2006 en 2016 was gestegen van 23,6 naar 24,6 jaar. Onder de 24-jarigen steeg het percentage thuiswonenden in deze periode van 32 naar 36 procent. Jongens blijven langer plakken dan meisjes en dat verschil groeit naarmate de leeftijd stijgt.

Klaar met ‘het grote zorgen’

Jet, een 54-jarige alleenstaande moeder, is er he-le-maal klaar mee. “Zit ik met een vriendin aan de keukentafel te praten, komen mijn twee dochters zo ongeveer om de beurt binnen lopen terwijl ik nog zo heb gezegd dat ik dat even niet wil. Ik heb vorig jaar dit huis gekocht en hen een eigen ruimte gegeven om te ‘chillen’. Die kamer zou eigenlijk mijn atelier worden, maar vooruit. Zolang ze nog thuis wonen mogen zij er gebruik van maken. En toch weten ze het altijd zo te draaien dat ze in mijn buurt zitten. Willen ze weer iets vragen of even een glas cola inschenken. En inderdaad; dan met dat glas cola naar boven. Ik erger me er rot aan, want ik tref regelmatig plakkerige vlekken op de trap. En die zooi overal. Ik heb er genoeg van. Vooral van het zorgen. Ik ben moe en wil mijn energie in andere zaken gaan steken, mijn werk en hobby’s. Het grote zorgen moet maar eens afgelopen zijn.”

Het CBS meldt ook dat jongeren de datum waarop ze het ouderlijk huis verlaten niet alleen langer uitstellen maar ook nog eens vaker terugkeren.

Koos, een 61-jarige sportieve vader, kan er ook over meepraten. “Mijn zoon woont sinds een paar weken bij ons in huis. Ik ga maar niet uitleggen waarom, maar zo is het nu even. Natuurlijk zeg je bij het uit huis gaan dat ze altijd terug mogen komen. En het is ook wel gezellig, maar die boodschappen! Ik sjouw nu twee keer zoveel tassen de supermarkt uit dan normaal. Eergisteren nog vroeg ik waar die twee pakken yoghurtdrink waren gebleven die ik twee dagen eerder kocht. Ja, op dus. Het is niet aan te slepen. Het kost ons ook nog eens veel geld extra. Maar daar wil je dan niet over zeuren.”

Dure woonruimte
Jan Latten, hoogleraar UVA en hoofddemograaf van het CBS, liet begin dit jaar in een Volkskrant artikel weten dat dat langer thuis blijven wonen onder meer te maken heeft met het veranderde studiefinancieringsstelsel. In 2014 werd de basisbeurs, een gift, vervangen door een lening. Dat is voor veel jongeren een enorme drempel om op zichzelf te gaan wonen en van hun ‘eigen budget’ rond te moeten komen. Iedereen weet dat een studentenkamer flink aan de prijs is.
Ook gaan studenten vaker dan vroeger weer bij hun ouders wonen omdat ze eerder hun relatie verbreken. Ook jongeren die stoppen met hun studie of na het afstuderen nog geen baan hebben gaan terug naar hun ouderlijk huis. Want ook al ben je toe aan een ‘echt huis’, een betaalbare woning is niet snel gevonden.

“Mijn dochter koos ervoor eerst een jaar heen en weer te reizen naar de universiteit voordat ze op kamers zou. Ze wilde kijken of de studie haar wel beviel en zo kon ze een beetje vooruit sparen. Uiteindelijk is ze op haar twintigste het huis uit gegaan,” vertelt de 53-jarige Jacqueline. “Op dit moment staat ook mijn 21-jarige zoon op het punt te gaan studeren en het huis te verlaten, maar een betaalbare kamer is nog zomaar niet gevonden. Zijn vriendin logeert nu ook vaak bij ons. Ik klaag niet over geld, maar de koelkast gaat in rap tempo leeg. Ik betrap mezelf er op dat ik ’s avonds na het eten regelmatig naar mijn eigen slaapkamer stiefel om even op mezelf te zijn en een eigen televisieprogramma kijk. Dat waar zij naar kijken boeit me niet echt. Dat is niet erg, maar ik voel me soms wel verbannen uit mijn eigen huiskamer.”