Inkomensverklaring

Een inkomen is van belang om van te kunnen leven en een huis te kunnen bewonen. In een land van wetten en belastingen onontbeerlijk. Zodra je bezit hebt moet je belasting betalen. Door de geschiedenis heen gaat het van het betalen van grondbelasting, het betalen van belasting naar het aantal ramen in je woning tot loonbelasting op je inkomen. Over belasting betalen en het belang van de inkomensverklaring. 

Nederland is een land van wetten en belasting betalen. En die belastingdienst is de laatste tijd nogal negatief in het nieuws. Verkeerd beleid heeft geleid tot enorm veel problemen. Veel mensen hebben het vertrouwen in deze dienst verloren en het zal de belastingdienst tijd kosten om het vertrouwen van de mensen terug te winnen. Een schrale troost te weten dat belasting betalen al enorm oud is en dat het teruggaat tot zelfs voor onze jaartelling. Betalen, ofwel in natura of in muntstukken voor de grond waarop men leefde en werkte, was in de Romeinse tijd al gemeengoed.

Nederlanders betaalden vanaf de Middeleeuwen al belasting op structurele basis. Gemeenten kwamen op die manier aan hun inkomsten. Het ging om belasting op grond, maar ook op levensmiddelen zoals bier en zout bijvoorbeeld. Voor de bevolking onmisbare producten, waar accijns op werd geheven. Het leverde veel geld op in de gemeentelijke portemonnee.

Van een inkomensverklaring was in de zeventiende eeuw geen sprake

Met name in de zestiende en zeventiende eeuw, toen het in Nederland bulkte van het geld vanwege onze rijke handelsgeest en de florerende scheepvaart werden er onder andere ook in- en uitvoerrechten geïnd. Er was toen nog sprake van de Republiek der Verenigde Nederlanden met als gevolg dat de belasting in het ene gebied niet gelijk was aan die in een ander deel van de republiek. Pachters, mensen die flink wat land in hun bezit hadden, wisten daar wel raad mee. Ze moesten weliswaar een vast bedrag van hun geïnde belasting afdragen aan de overheid, maar wat ze overhielden mochten ze zelf houden. Het lag voor de hand dat ze flinke tarieven gingen heffen. Het leidde in 1748 tot een volksopstand, die begon in Groningen. Bovendien was het zo dat de arbeiders een gelijke hoeveelheid belasting moest betalen. Of je nu veel of minder verdiende. Van een inkomensverklaring waarop je kon zien wat iemands draagkracht was, was in die tijd nog geen sprake. Veel mensen konden het bedrag dan ook amper opbrengen.

Vanaf de achttiende eeuw betalen mensen belasting naar inkomen

Het centrale belastingstelsel ontstond met de komst van de Fransen, vanaf 1795. In 1805 werd dit bekrachtigd en het is vanaf dat moment dat er belasting wordt geïnd naar inkomen. Nu ging dat nog best een beetje vreemd. Het was bijvoorbeeld afhankelijk van het aantal ramen dat je in je huis had. Dit werd ook wel deuren- en venstergeld genoemd. Eigenlijk was het afhankelijk van de hoeveelheid zonlicht in je huis en hoe meer, hoe groter het huis en hoe meer je moest afdragen aan de overheid. In Midden-Groningen tref je nog regelmatig boerderijen aan met in het voorhuis een grote hoeveelheid ramen, waardoor je er zeker van kunt zijn dat er een rijke herenboer met zijn familie heeft gewoond. De Fransen kenden dit al lange tijd en hadden dat weer van de Engelsen overgenomen. Het grote voordeel was dat de inspecteur het huis niet in hoefde om erachter te komen hoeveel vensters en deuren een huis had.

Inkomensverklaring: bewijs van inkomen

In 1896 werd dit ‘Franse’ stelsel afgeschaft. Jaren later hadden veel boeren ook op een soortgelijke manier met de belastingdienst te maken afhankelijk van de grootte van het dak van het voorhuis. Pas vanaf 1914 wordt er werkelijk belasting geïnd naar inkomen, de inkomstenbelasting. Pas dan is er van een betere verhouding sprake, namelijk naar draagkracht. De rijken betaalden meer dan de mensen die het minder goed hadden.

Het duurt tot na de Tweede Wereldoorlog tot er nieuwe heffingen bijkomen. De overheid heeft steeds meer inkomsten nodig om algemene voorzieningen te treffen. De loonbelasting (1964) en de omzetbelasting ofwel btw (1969) worden ingevoerd.

Alles heeft in beginsel te maken met bezit en inkomen. Zodra je ertoe in staat lijkt, moet je gaan betalen voor wat je in je bezit hebt. Een bewijs van inkomen is dan belangrijk, uitgedrukt in onder meer de inkomensverklaring.

Inkomensverklaring biedt ook mogelijkheden

Een inkomensverklaring laat officieel zien dat je een inkomen hebt. Het betekent niet alleen een verklaring waarop de overheid kan aflezen wat je naar draagkracht aan belasting kunt betalen, maar het biedt ook mogelijkheden (en soms ook onmogelijkheden) voor het verkrijgen van bijvoorbeeld een sociale huurwoning of een zeker bedrag aan hypotheek. In dat soort situaties is het een onmisbaar document.

Met een inkomensverklaring weet de belastingdienst dat iemand op een legale manier aan zijn inkomen komt. Het is een geregistreerd inkomen. Op een inkomensverklaring staat vermeld welk jaar het betreft, alle gegevens over het inkomen in dat jaar en de naam- en adresgegevens van de belastingdienst. Een indienen van een kopie aanslag inkomstenbelasting kan de inkomensverklaring vervangen. Dat laatste is vooral voor ondernemers van belang. De in te vullen inkomensverklaring is gemakkelijk te downloaden via de website van de belastingdienst.

Ook de getallen op de inkomensverklaring wijzigen regelmatig

Daarmee lijkt het in kannen en kruiken, maar iedereen weet dat de heffing van belastingen regelmatig wijzigt. En daarmee ook de cijfers op de inkomensverklaring. Omdat de overheid een flink inkomen nodig heeft, valt te verwachten dat de maatregelen door de coronacrisis de komende jaren aangescherpt zullen worden. Gaan we weer vrezen voor de blauwe envelop op de mat?

In vergelijking met de oudheid zou dat niet zo moeten zijn, want iedereen betaalt belasting naar inkomen. Het belastbare inkomen is leidend. De hoeveelheid inkomstenbelasting die in 2021 betaald moet worden is bij belastingschijf 1 37,10 procent met een belastbaar inkomen uit woning en werk tot 68.508. Wie meer inkomen heeft betaalt volgens de tarieven van belastingschijf 2, 49,50 procent. Mensen die de AOW-leeftijd hebben betalen minder belasting. Daarnaast heeft iedereen recht op een heffingsvrij bedrag aan inkomen, dat wat je spaart of belegt, van vijftigduizend euro (belastingschijf of box 3). Daarnaast krijgen sommige doelgroepen heffingskortingen aangeboden.