Honderden ooievaars trekken niet naar het zuiden

Er zijn op dit moment nog veel ooievaars in ons land. Het zijn vooral de oudjes die er geen trek in hebben...

Nederlandse ooievaars gaan meestal op trek, maar momenteel verblijven er zeker nog 547 in Nederland. Tenminste, dat is het aantal dat is geteld tijdens een speciale wintertelling.

Er deden 243 mensen mee aan de telling, die was georganiseerd door de Stichting Ooievaars Research & Knowhow (STORK). Stork is het Engelse woord voor ooievaar. Vorig jaar werden er zelfs 650 ooievaars gespot. Het aantal van dit jaar kan nog stijgen, omdat sommigen hun waarneming later doorgeven.

Zachte winters

De telling wordt georganiseerd om te kijken hoe het met de vogels gaat en of er een trend valt te ontdekken in hun overwintergedrag. Dit jaar was het weer niet al te best. Toch laat dat de echte vogelaar niet tegenhouden om te gaan tellen. Waarom de ooievaars niet naar het zuiden trekken is niet helemaal duidelijk. Een woordvoerster vertelt in De Telegraaf: Het kan zijn dat het met de zachte winters te maken heeft. We willen mensen er in elk geval bewust van maken dat ze ooievaars niet moeten voeren. Laat ze hun eigen gang gaan.”

Oudjes blijven

De meeste ooievaars werden geteld in het Drentse Reestdal. Dat is in de buurt van Meppel. Vroeger was daar een zogenaamd ooievaarsbuitenstation. Het bestaat niet meer, maar toch blijven er mensen komen die de dieren voeren. Dat weten de ooievaars en daarom blijven ze komen.

Bijna uitgestorven

In het voorjaar zijn er ongeveer duizend nesten in Nederland. De jonge ooievaars vertrekken vaak wel naar het zuiden. Het zijn met name de oudere dieren die in Nederland blijven. Volgens de organisatie STORK is het belangrijk om de ooievaars in de gaten te houden. In de jaren zestig was de ooievaar in Nederland nagenoeg uitgestorven. Een speciaal beschermingsprogramma heeft ervoor gezorgd dat het dier nu weer te vinden is in Nederland.

Bron: Telegraaf, Stichting STORK