Hoe zit dat nou met ons pensioen?

Het derde kabinet Drees biedt vanaf 1957 iedere man en vrouw ouder dan 65 jaar een gelijk inkomen. Dat gaat jarenlang goed, maar inmiddels zitten er veel scheurtjes in het systeem en moet het anders. Maar hoe?

Het pensioen, daar kon niet aan getornd worden. De sinds 1957 ingevoerde AOW kent inmiddels veel haken en ogen. Op 18 maart gaan vakbonden actievoeren. Hoe zit dat?

Als in 1957 het derde kabinet Drees iedere man en vrouw ouder dan 65 een gelijk inkomen biedt, hebben we een verzorgingsstaat die klinkt als een klok. De Algemene Ouderdomswet voorziet immers iedereen van een gelijk inkomen als er wordt gestopt met werken. Daarvoor was het voor veel ouderen soms kommer en kwel. Was de familie vermogend dan konden ze opa wel in huis nemen en hem een mooie oude dag bezorgen, maar voor minder gegoede families bleef het sappelen.

Daar komt met de AOW een einde aan. Iedereen krijgt dezelfde toelage. Gegarandeerd. Die AOW komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Deze wordt betaald uit de inkomstenbelasting. En dat wordt betaald door alle werkenden. Daarmee wordt er een ingenieus pensioenstelsel neergezet wat in beginsel heel goed lijkt te werken. En dat doet het ook. Jarenlang zelfs.

Actie op 18 maart

Maar het blijft niet zo. Juist dat stelsel is sinds een aantal jaren aan verandering onderhevig. Minister Koolmees van SZW heeft momenteel een 10-puntenplan klaar om het stelsel te hervormen. Na het mislukken van het pensioenakkoord vorig jaar, vindt hij het tijd worden dat er actie wordt ondernomen. Hij wil niet langer wachten. Ook niet op de mening van vakbonden en werknemers. Die zijn daar uiteraard niet blij mee en gaan op 18 maart actievoeren.

Volgens het plan van het eerste uur krijgt iedereen AOW, en mensen die in loondienst zijn krijgen een aanvullend pensioen. Een deel van hun brutoloon wordt ondergebracht bij een pensioenfonds, voor later. Die pensioenfondsen beleggen dit geld. Dat klinkt goed. Je belegt immers om er winst uit te halen, maar die vlieger gaat niet altijd op.

Zeventig procent van gemiddelde salaris

In ieder geval zorgen de pensioenfondsen ervoor dat met het beleggingsresultaat de AOW wordt aangevuld tot pensioen en AOW samen zeventig procent van het gemiddelde salaris is dat iemand in al die jaren dat hij werkte, heeft verdiend. Let wel: het gemiddelde! Dus niet van het laatstverdiende salaris, waar veel mensen zich nogal eens in vergissen.

Tot zover gaat het allemaal nog goed, maar als in 2008 de bankencrisis uitbreekt gaan ook pensioenfondsen mank. Bij een lage rente moeten de fondsen steeds meer geld reserveren om iedereen uiteindelijk het pensioen te geven waar hij of zij recht op heeft. En dat gaat steeds moeizamer. Zo moeizaam dat het niet voor honderd procent meer lijkt te lukken. De zogenoemde dekkingsgraad, waar eerder niemand van had gehoord, gaat ineens een rol spelen. De enige remedie lijkt korten op de pensioenen.

Sparen of langer doorwerken

Er zijn andere manieren om voor je oude dag te zorgen. Vooral voor ZZP’ers belangrijk die niet via een werkgever pensioen opbouwen. Een manier om iets aan het pensioen te doen is sparen, bijvoorbeeld het afsluiten van lijfrentes, maar niet veel Nederlanders doen dat. Je hypotheek afbetalen en vervolgens je huis verkopen, werd tot voor kort veel gedaan.

Langer doorwerken lijkt de meest actuele remedie. Werknemers die langer doorgaan, betalen langer pensioen en maken er minder jaren gebruik van. Alhoewel, we worden wel steeds ouder. Dus wie weet. Bijkomend probleem is dat er minder kinderen worden geboren die het voor de volgende generatie moeten gaan verdienen.

Niemand weet het

Wie meent dat de perikelen rond de AOW louter van deze tijd zijn, heeft het mis. Al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw beginnen er scheurtjes te verschijnen in het systeem en daar werd in die tijd al ruchtbaarheid aan gegeven. Ondertussen wordt nu al zo aan het systeem gesleuteld dat niemand echt lijkt te weten hoeveel hij krijgt en wanneer.

Zelfs nu Koolmees daden lijkt te willen stellen. Met zijn 10-puntenplan worden er, volgens onder meer de vakbonden, nog altijd geen harde toezeggingen gedaan en structureel geld vrij gemaakt. Vooral het feit dat de minister niets in het plan zegt over de dreigende pensioenkortingen en de ‘grote moeilijkheden van werkenden om de stijgende AOW-leeftijd te halen’, zit ze dwars.

Zware beroepen

Bovendien zou Koolmees ook niets doen voor de zware beroepen. Volgens een berekening van Tilburgs econoom Sander Muns kunnen zonder extra kosten voor de staatskas bijvoorbeeld stukadoors en stratenmakers drie jaar eerder met pensioen, dan in 2035 mogelijk wordt met een flexibele AOW-leeftijd. Wordt hier wel naar geluisterd?

De bonden laten in ieder geval op 18 maart hun stem horen en eisen drie dingen:

-directe bevriezing van de AOW-leeftijd op 66 jaar.

-goede indexactie (zodat reële bedrag gelijk blijft/dezelfde koopkracht gehandhaaft) van de pensioenen mogelijk maken

-pensioenstelsel toegankelijk maken voor mensen met onzekere arbeidscontracten

Bronnen: NPO focus, OR/net, Telegraaf e.a.