Hoe aten we in 2012-2014?

Eind 2015 kwam de Gezondheidsraad met de nieuwe ‘Richtlijnen goede voeding’, waarin adviezen staan voor een gezonde voeding. Nu heeft het RIVM onderzocht in hoeverre we aten volgens deze richtlijnen vóór die tijd in 2012-2014. Dit is een mooi startpunt in onderzoek naar wat we eten in vergelijking met de nieuwe richtlijnen.

(Tekst: Voedingscentrum)

Het RIVM heeft in kaart gebracht wat volwassenen in de periode 2012-2014 aten en dronken. Vervolgens is dat vergeleken met de ‘Richtlijnen Goede Voeding’ van de Gezondheidsraad uit 2015. De Gezondheidsraad geeft in deze richtlijnen aan welke voedingsmiddelen en voedingspatronen leiden tot gezondheidswinst. De Gezondheidsraad geeft daarbij ook specifieke voedingsadviezen.

Resultaten 2012-2014

Leg je de adviezen uit Richtlijnen goede voeding 2015 naast wat mensen aten en dronken tussen 2012 en 2014, dan zie je het volgende:

  • Meer dan de helft van de volwassenen at de aanbevolen enkele porties zuivel per dag.
  • Ongeveer 2/3 van de gebruikte  smeer- en bereidingsvetten waren smeerbaar of vloeibaar. De richtlijnen bevelen aan om vetten zo veel mogelijk in deze vorm te gebruiken.
  • Bijna de helft van de volwassen Nederlanders at zoals de aanbeveling minstens 90 gram bruine en volkoren graanproducten per dag.
  • 15% van de volwassenen at de aanbevolen hoeveelheid groente. Eenzelfde percentage haalde de richtlijn voor fruit.
  • Ongeveer 1 op de 15 volwassenen at de aanbevolen hoeveelheid noten.
  • Peulvruchten stonden eens in de 3 weken op het menu, in plaats van wekelijks.
  • Vrijwel iedereen dronk suikerhoudende dranken (inclusief vruchtensappen): gemiddeld 2 kleine glazen per dag, terwijl de Gezondheidsraad aanbeveelt daar zo min mogelijk van te nemen.

Voor sommige producten voldeden veel mensen dus voor het uitkomen van de nieuwe richtlijnen al een eind aan de richtlijnen. Voor andere producten is er nog een iets langere weg te gaan.

Verder onderzoek

Dit onderzoek van het RIVM kan gezien worden als een nulmeting. Of ons eet- en drinkgedrag na het uitkomen van de ‘Richtlijnen Goede Voeding’ is veranderd, zal op basis van een volgend onderzoek moeten blijken.