Rinnie Nauta ken je, als trouwe lezer van 50+, van haar blogs over haar belevenissen en reizen. Dit jaar wordt ze 80. Reden om met haar in gesprek te gaan. Over haar schrijven. En het leven. “Ik heb nog jaren te gaan.”
“Ik ben een laatbloeier,” zegt Rinnie. “Over mijn leeftijd denk ik niet na. Ik vind het prettig dat ik gezond ben en dat er geen lastige dingen zijn.” Lastige dingen? “Dat je kanker krijgt of iets dergelijks. Ik zou niet weten hoe ik daarmee om moet gaan.”
En wensen heeft ze ook nog wel. Ze zou graag bekend worden als schrijfster. “Dat heb ik van mijn vader. Die wilde graag in de belangstelling staan. Hij noemde zijn bedrijf niet voor niets Rembrandt.” Ze zegt het met een glimlach en nuanceert het direct. “Ik wil eigenlijk niet zozeer zelf bekend worden, -ben een stuk meer bescheiden dan mijn vader- maar met schrijven en schilderen wil ik graag anderen bereiken.” Ze neemt zichzelf hierin serieus en het lijkt haar op haar 79ste nog een enorme drive te geven. Ze heeft sowieso veel energie om er iedere dag iets van te maken. “Het leven is interessant. Ik ben een enorm nieuwsgierig type en laat me graag inspireren.”
Je buik verstoppen
Het vak van journalist had haar dan ook niet misstaan, maar ze werd onderwijzers. “Ik deed de kweekschool en ging in het basisonderwijs aan de slag. Totdat ik trouwde. In die tijd werd je dan ontslagen, alhoewel ik nog twee jaar op tijdelijke basis mocht doorwerken, tenzij ik zwanger raakte. En dat gebeurde. Het was absoluut ondenkbaar dat ik in een positiejurk voor de klas kwam te staan. Nu denk ik: idioot eigenlijk. Die strakke jurkjes van die zwangere vrouwen van tegenwoordig vind ik veel leuker. Toen moest je je buik verstoppen. Ook ik droeg van die wijde jurken.” Na de geboorte van haar twee kinderen, ging ze weer als onderwijzeres aan de slag.
Op haar 38ste vroeg ze de scheiding aan omdat het samen niet meer ging. Ze nam haar kinderen mee en ging op zichzelf wonen. “Ik kon op dat moment in het christelijke onderwijs niet meer terecht, vanwege die scheiding. Ik zie nog die heren van het schoolbestuur aan komen lopen met de mededeling dat ze even met me wilden praten. Ze konden me echter niet direct ontslaan omdat ik een halfjaar contract had, maar daarna ben ik nooit meer gevraagd en stapte uiteindelijk over naar het openbaar onderwijs.”
‘Hij was mijn eerste keus, maar zag me niet staan’
Op haar 38ste trouwde ze voor de tweede keer. Nu met Karel die toen veertig was. “We zijn elkaars tweede,” zegt ze met een ondeugende blik. “We kennen elkaar van de kweekschool. Eigenlijk was hij altijd mijn eerste keus geweest, maar hij zag me niet staan. Ik viel klaarblijkelijk niet op. Ik zag hem echter wel zitten. Waarom? Ik weet dat niet zo goed, hij had gewoon een goeie uitstraling. Het voelde goed.”
Toch kwam het in die studietijd niet tot een relatie. “Ik ben toen gewoon met een ander getrouwd,” zegt Rinnie lachend. Ze was twaalf en een half jaar met die eerste man getrouwd. Hij overleed op 48-jarige leeftijd. “Toen was ik al van hem gescheiden, alhoewel hij dat twee en een half jaar lang tegenhield. Toen de scheiding uiteindelijk werd uitgesproken, woonde ik al met Karel samen. Ik kreeg in die tijd nog een felicitatiekaart van iemand, vanwege dat twaalf en een half jarige huwelijk. Dat is gek hoor. Het was dan ook een rare periode. Ik weet niet goed hoe ik die moet omschrijven.”
Ik schrijf liever zelf
Inmiddels is ze ruim veertig jaar met Karel samen. “En het verveelt nog niet.” Weer die lach. “We hebben het goed samen en zitten niet stil. Ik ben de meest ondernemende en creatieve van ons twee. Ik schilder, schrijf en knutsel. Dan zit Karel op zijn eigen kamer in de boeken, onderzoek te doen naar schrijvers bijvoorbeeld. Momenteel is hij bezig met de Nederlandse schrijver Frans Kellendonk en het boek Mystiek Lichaam. Duikt hij helemaal in. Hij leest biografieën en interviews over die man. We zitten namelijk samen in een literaire leesgroep. Ik heb voor zulk diepgravend onderzoek het geduld niet. Ik schrijf liever zelf.”
“Ik lijk daarin op mijn moeder. Zij was ook creatief en had altijd onderwijzeres willen worden, wat van haar ouders niet mocht. Ze leefde op toen ze in het bedrijf van mijn vader de leiding kreeg over het atelier. Hij was na de oorlog een lampenkappenfabriek begonnen met behoorlijk wat personeel. Toen die lampenkappen uit de mode raakten, werd hij reclameschilder.”
‘Ik ben een zoekend mens’
Haar ouders scheidden toen Rinnie twintig jaar was. “Mijn jeugd was interessant. We maakten met het gezin al vroeg buitenlandse reizen, in een tijd waarin er nauwelijks nog kampeerterreinen waren bijvoorbeeld. Een avontuurlijke periode. Desondanks was het geen gelukkige jeugd. Ik had twee bijzondere mensen als ouders, maar ik heb altijd gevoeld dat hun huwelijk niet goed was. Mijn moeder was een intelligente vrouw en in dat opzicht de meerdere van mijn vader.” Rinnie’s opvoeding was protestant, maar ze gaat sinds een aantal jaren niet meer naar de kerk. “Ik ben gelovig en spiritueel, maar veel van de oude waarden uit het geloof heb ik afgestoten.”
“Ik ben een zoekend mens. Dat is ook de reden dat bij ons in huis regelmatig een gezelschap bijeenkomt om te praten over levensthema’s, aan de hand van boeken of een televisieprogramma. Zoals bijvoorbeeld het tv-programma van theologe en presentatrice Jacobine Geel over reïncarnatie. Ik geloof daarin, anders klopt het allemaal niet.” Als ik vraag wat ze met ‘het’ bedoelt, antwoordt ze steevast, “Hoe de wereld in elkaar zit. Waarom wordt de een in Afrika geboren en de ander in Nederland? Dat is volgens mij omdat je alles een keer moet meemaken. Je hebt meerdere levens. Dat kan niet anders. Hoe kan ik anders zoveel weten? Dat klinkt erg eigenwijs, maar het is een wijsheid die niet aangeboren kan zijn. Het is een innerlijk weten. Dat moet ik meegekregen hebben uit een ander leven.”
Als ik haar vraag waar ze dan werkelijk naar op zoek is, noemt ze ‘de waarheid’. Direct relativeert ze haar antwoord. “Maar die waarheid bestaat niet. Er is niet één waarheid. Ik moet op zoek naar míjn waarheid. Ik heb vragen als: waartoe dient dit leven, waarom ben ik hier, wat heb ik te leren, wat is mijn opdracht?”
Levenseindecontract
Of ze al antwoorden heeft, laat ze vooralsnog in het midden. “Ik heb ooit mijn horoscoop laten trekken. Jaren geleden. Daaruit volgden drie kwaliteiten van mij: creativiteit, spiritualiteit en leraarschap. Als ik me op één van die kwaliteiten zou concentreren kan ik ver komen, maar ik heb beide nodig. En schrijven én schilderen. Het leraarschap zette ik vroeger in voor de kinderen, nu in mijn omgang met volwassenen. Ik wil zo graag uitdragen.”
‘Levenseindecontract stelt niet veel voor’
“Ik lijk daarin meer op mijn moeder die 93 werd. Mijn vader overigens ook in de negentig. En de zussen van mijn moeder haalden ook de leeftijd van ruim negentig jaar. Jammer is wel dat een aantal van hen op het einde van hun leven dement werd. Dat hoop ik niet mee te maken. Of ik daar iets voor geregeld heb? Nee, uit ervaring weet ik dat een levenseindecontract niet veel voorstelt. Het loopt toch altijd anders. Ik heb het er met Karel wel eens over gehad, maar dan zegt hij: ‘mijn tante was dement, maar kreeg toen toch nog in die periode een goede vriend waar ze het een aantal jaren fijn mee had’. Dan wil je toch niet dood! Ik kan nu ook niet die beslissing nemen. Ik laat het maar gaan. Als je dement bent, maakt het je niet meer uit. Ik wil er liever ook niet aan denken. We hebben nog jaren te gaan.”
De verhalen van Rinnie kun je binnenkort lezen op haar website. Ook op Facebook is Rinnie te vinden.