Mijn hele groepje kwam over de streep, ik ben trots op ons allemaal

Tietia Feikens
21-5-2017, ‘ 5 kilometer Loop van Leeuwarden’
Hardloopgroep 50plusinfriesland

Vandaag is het maandag 22 mei 2017 en alles is al weer voorbij; 10 weken trainen en het lopen van de 5 kilometer. Mijn hele groepje kwam over de streep: Zeth, Jolanda, Sandra, Ciska, Julia, Vincent, Kas, Henk, Anne, Petra en ook Stefan van 50+inFriesland, die met ons meeliep. En als laatste maar dan ook echt de allerlaatste, zelfs van álle 5 kilometer lopers, ikzelf. Maar ik ben trots op ons allemaal! We hebben ieder ons eigen verhaal en sommigen van ons hebben, bijvoorbeeld na een ernstige ziekte, moeten knokken om dit te bereiken. Maar we deden het!

Het had bij mij weinig gescheeld of ik had geblesseerd af moeten haken, aangezien ik bij de fysiotherapeut 2x een bijna-ongeluk had; Het leek me een goed idee om zaterdag 20 mei nog even mijn kuiten te laten masseren om niets aan het toeval over te laten. Mijn ‘eigen’ fysio Chris was er niet op zaterdag maar een uiterst leuke, frisse, vrolijke jongeman van de leeftijd van mijn zoon, liet mij binnen in zijn spreekkamer. Hij was een gezellige prater en terwijl hij mijn kuiten onder handen nam, die best goed voelden, hadden we samen hele gesprekken. Na mijn kuiten zei hij: ‘dan zal ik je hamstrings ook nog even meenemen’. Om eerlijk te zijn: ik wist niet eens exact waar die dingen zaten, tot mijn aardige fysio ze vastpakte. ‘Whioeeeeee!’ schreeuwde ik door de spreekkamer. Nou hij had er nog heel wat werk aan om de hamstrings weer soepel en mij weer stil te krijgen. Toen de behandeling klaar was deed het aardige jongmens de tafel weer omlaag, zodat ik makkelijk(er) af kon stappen. Maar ik had mijn bril niet op en vergat om even rustig te blijven zitten in verband met eventuele duizelingen. Helaas schatte ik de afstand tussen tafel en grond niet goed in met als gevolg dat ik in het luchtledige stapte, waar ik dacht dat de grond was. Met een smak belandde ik op handen en knieën op de vloer. Opgelucht constateerde ik dat ik geen schade had opgelopen. Enigszins gegeneerd wilde ik zeggen dat ik nou één keer van het klungelige soort was ( iedereen in mijn omgeving kan dit beamen ), terwijl ik wilde gaan zitten op zo’n kruk op wieltjes. Maar ik kwam niet verder dan halverwege die zin, omdat de kruk niet op de rem stond en er geen rug- of armleuningen op zaten. Maar ik zei al, ik had mijn bril ook niet op. Dus ik vloog met een rotvaart op die kruk door de spreekkamer en kwam ruw tegen de muur tot stilstand. ‘Oh god, dat heb ik weer! hikte ik, slap van de lach, mijn kinderen zouden dit werkelijk belachelijk vinden!’ ‘Ha ha hahaaahaa! Schaterde de fysio ‘dat heb ik nou ook altijd met mijn ouders!’ Het leek me het beste om snel mijn biezen te pakken met een hoofd dat inmiddels zo rood was als een tomaat.

Na twee keer een bijna-ongeluk reed ik extra voorzichtig naar huis. Het zal je toch gebeuren, dacht ik, dat je één dag voor de Loop af moet haken omdat je geblesseerd raakt. Dat overkwam loopmaatje Sandra ook; haar schoot het een dag van te voren in de rug. Dankzij de vele massages van haar partner, blikken tijgerbalsem en haar ijzeren wil lukte het haar toch om de 5 kilometer uit te lopen. Petje af!

Gisterochtend was het dan eindelijk zover! Maar ik stapte uit bed en ik voelde direct: dit is een ‘misse’ dag: energieloos en pap in de benen. Nu ik al weer redelijk hersteld ben van mijn burn-out heb ik steeds minder ‘misse’ dagen. Maar nét vandaag had ik er één. Balen! Maar ja, ik heb niet voor niets bijna 10 weken getraind dus wat mij betreft was het ‘de dood of de gladiolen’! Of misschien wel ‘de dood én de gladiolen’. Dus ik kleedde me monter aan en besloot mijn vermoeidheid te negeren. Na een ‘veel-succes-knuffel’ van Jan stapte ik op mijn fiets en reed naar ‘de Beurs’ waar we met zijn allen ( de loopgroep ) hadden afgesproken. De één na de ander kwam op de trappen vóór het gebouw zitten en daar verscheen ook Jildou, een ervaren trainster die gevraagd was onze warming-up te verzorgen, aangezien onze eigen trainers taken hadden bij de halve marathon. Jildou deed een aantal loopjes met ons, een aantal oefeningen en toen was het grote moment bijna daar. We zochten met ons groepje een plek in het startvak tussen honderden andere lopers. Door het tumult hoorden we geen startsignaal maar aangezien de horde voor ons in beweging kwam wisten we: we zijn gestart!

Mijn loopmaten in hun hemelsblauwe shirtjes waren al heel snel uit mijn zicht verdwenen. Die hadden er zin in! Die hadden de laatste trainingsschema’s goed kunnen doen. Die waren er klaar voor! Eerlijk gezegd was íedereen al heel snel uit mijn zicht verdwenen. Ter hoogte van de Noordersingel waren alle 5 kilometerlopers me al voorbijgestreefd op één mevrouw in het oranje na. Ik wilde haar zó graag voor blijven maar het lukte me niet. Mijn betonnen benen hielpen me niet snel genoeg vooruit. Ook de oranje mevrouw verdween langzaam uit mijn zicht. Een klein momentje raakte ik ontmoedigd en toen dacht ik: ik doe gewoon of ik lekker aan het trainen ben. En dat hielp! Zo af en toe wandelde ik een eindje en ik begon om me heen te kijken. Tot dan toe had ik nauwelijks oog gehad voor waar ik liep. Maar nu werd ik me opeens gewaar hoe mooi het weer was, ook al was het wel erg warm, en hoe mooi de bomen al groen werden. Ik maakte nu ook oogcontact met het publiek dat langs de kanten stond. Iedereen moedigde me extra hard aan omdat ik de laatste was. Opeens zag ik de humor van de hele situatie in en was ik uit mijn dipje. Het lopen ging klote maar ik genoot weer van mijn avontuur!

Na ongeveer de helft van de route zou er water zijn maar ik zag geen waterpost en had mijn kleine flesje leeggedronken. Mij mond voelde droog aan en ik stierf van de dorst! Waarschijnlijk hadden de watermensen hun kamp al opgebroken in de veronderstelling dat alle lopers al gepasseerd waren. Ik kon het ze niet kwalijk nemen. Op het hoekje van de Dokkumertrekweg kreeg ik twee natte sponzen uitgereikt. Of moest je daar misschien water uit drinken? Ik wist het niet. Maar aangezien ik zo’n dorst had gebruikte ik één spons om uit te drinken en de ander om mijn hoofd en nek te koelen. ( Op de groepsapp las ik later dat je beslist niet uit zo’n spons moest drinken: water uit de Dokkumer Ee en de sponzen vol bacteriën! Daar zou ik vast diarree van krijgen. Die voorspelling kwam ook uit ). Vlakbij de voorstreek kwam ik een jongen tegen van een jaar of dertien, vrijwilliger bij de organisatie. Hij had een rugzak bij zich. ‘Heb jij toevallig een fles water bij je?’ vroeg ik. Die had hij. ‘zou je alsjeblieft mijn flesje bij willen vullen?’ vroeg ik. Hij wilde me zijn hele fles geven maar die was mij te zwaar om mee te nemen. Dus hij vulde mijn flesje bij en ik zei tegen hem :’je bent mijn held van de dag!’ Hij grijnsde van oor tot oor.

Op de Voorstreek was veel publiek en ik werd luid toegejuicht en aangemoedigd. Super leuk! Ik kreeg er steeds meer lol in. Elke keer als ik applaus kreeg zette ik het weer even op een lopen, dat was wel het minste wat ik terug kon doen. En als het even niet meer ging wandelde ik verder. Op de Tweebaksmarkt kwam er een hele aardige mijnheer van het Rode Kruis naast me fietsen. Hij is tot de Wirdumerdijk bij me gebleven. Die man, een bijzonder gezellig en positief figuur, vertelde hele verhalen. Hierdoor vergat ik bijna hoe moe ik was en hoe beroerd het ging, waardoor ik dat laatste stuk bijna alleen maar heb hardgelopen. Mijn ‘rode-kruis-meneer’ raadde me zelfs aan om een keer aan een ‘Obstacle-run’ mee te doen omdat dit zo leuk was. Nou je kunt ook overdrijven natuurlijk! En toen was daar opeens het Zaailand, de finish! Ik liep door een haag van mensen die schreeuwden en applaudisseerden. Er stonden ook veel bekenden tussen. Fantastisch! Ik voelde me een overwinnaar! Doodmoe, werkelijk doodmoe, kwam ik over de streep. Ik stond te trillen op mijn benen! 48,47 minuten had ik erover gedaan. En na mijn welverdiende medaille en een bekertje overheerlijk, schoon kraanwater, stonden daar Jan én mijn ouders met bloemen. Wat een feest! Ze waren allemaal zo trots op me en ik was ook trots op mezelf én blij! Daar in het uitloopvak kwam ik ook mijn loopmaten weer tegen. Er werd geknuffeld en gezoend, er werd op schouders geslagen en er werden handen geschud. We hadden het gehaald! We zijn samen dit avontuur aangegaan en we zijn samen over de streep gekomen. Zij het met verschillende aankomsttijden.

En nu is het allemaal al weer voorbij. Ben ik nu bevangen door het hardloopvirus? Nee. Ben ik nu een hardloper? Ik denk het niet maar ik ben zeer gemotiveerd om te blijven sporten. Heb ik een prachtig avontuur beleefd? Jazeker! Ik had twee doelen: weer fit worden én over de streep komen. Check, check, dubbelcheck. Doelen gehaald. Ik kan het iedereen aanraden. Als ik het kan, kan iedereen het! Mocht je 50+ zijn en het verlangen hebben om te gaan hardlopen, ook als eerdere pogingen mislukten, sluit je dan aan bij een hardloopgroepje van 50+inFriesland. Het was een feestje om onder zulke deskundige begeleiding te trainen. Donald en Roelof, onze geweldige trainers, zorgden ervoor dat het ons aan niets ontbrak en hun positiviteit en betrokkenheid hebben er zeker voor gezorgd dat we de streep haalden. Ik heb hartstikke leuke mensen leren kennen en kreeg van Stefan Veldman van 50+inFriesland de gelegenheid om een blog te schrijven, ook een geweldige ervaring! Voor mezelf weet ik nu zeker dat ik blijf schrijven, in welke vorm dan ook.

Ik ben een blij en tevreden mens en ik heb een prachtig avontuur beleefd!

Tietia Feikens