Nederlanders ergeren zich het meest in hun eigen buurt aan hard rijden, hondenpoep en parkeerproblemen. Dat blijkt uit de Veiligheidsmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). ‘Hondenpoep’ scoort hoog onder 65-plussers.
Op de vraag welke vorm van buurtoverlast als eerste zou moeten worden aangepakt, antwoordde 27 procent van de ondervraagden: ’te hard rijden’. Hondenpoep krijgt van 18 procent de hoogste prioriteit als gaat over buurtoverlast. 15 procent ergert zich het meest aan parkeerproblemen.
Platteland versus stad
Het zijn vooral de inwoners van de minder stedelijke buurten die klagen over te hard rijden en poep op de stoep. In de meer stedelijke wijken vinden de inwoners juist dat andere vormen van overlast, zoals rommel op straat en parkeerproblemen met voorrang moeten worden aangepakt.
Datzelfde patroon doet zich voor bij gemeenten met 70.000 inwoners of meer. Zo wil 27 procent van de Amsterdammers dat rommel op straat wordt aangepakt, terwijl bijvoorbeeld maar 4 procent van de inwoners van de gemeente Westland dit vindt. Burgers uit grote gemeenten dichtbij de grens vinden dat drugsoverlast het meest urgente probleem is.
65-plussers: pak hondenpoep aan!
23 procent van de 65-plussers vindt dat overlast door hondenpoep in de buurt als eerste zou moeten worden aangepakt. Bij andere leeftijdscategorieën is dat ongeveer 17 procent. De ergernis over parkeerproblemen is het hoogste bij mensen van 25 tot 45 jaar.
150.000 deelnemers
De Veiligheidsmonitor is een tweejaarlijkse landelijke enquête waarin bijna 150.000.00 Nederlanders van 15 jaar en ouder vragen krijgen over thema’s als leefbaarheid en veiligheid.
Bron: CBS