2023 is het jaar waarin het prijsplafond voor gas en elektriciteit van kracht wordt. Echter, huishoudens met blokverwarming hebben langer moeten wachten op een regeling voor compensatie van de gestegen energieprijzen. Hoewel er inmiddels een regeling is, brengt de uitvoering ervan praktische problemen met zich mee. In sommige gevallen moeten huishoudens met blokverwarming zelfs wachten tot 2024 voordat ze hun tegemoetkoming ontvangen. Maar waar liggen precies de knelpunten?
Wat is blokverwarming?
Blokverwarming verwijst naar het gebruik van dezelfde energiebron voor verwarming en/of elektriciteit door meerdere huishoudens. In bijvoorbeeld flatgebouwen of studentenwoningen kan het voorkomen dat alle adressen zijn aangesloten op dezelfde cv-ketel in de kelder. De bewoners hebben dus geen eigen energiecontracten en kunnen ook niet overstappen naar een andere leverancier, net als huishoudens die gebruikmaken van stadsverwarming.
Waarom zijn blokverwarming en het prijsplafond lastig te combineren?
Het voordeel van blokverwarming is dat de bewoners zelf geen zorg hoeven te dragen voor het onderhoud van hun cv-ketel. Echter, na de introductie van het prijsplafond per 1 januari 2023 zijn er ook nadelen aan het systeem naar voren gekomen. Omdat huishoudens met blokverwarming geen eigen energiecontracten hebben, is het lastig om hun individuele verbruik in kaart te brengen. Dit maakt het moeilijk om rekening te houden met het prijsplafond, dat is ontworpen voor individuele energiecontracten.
Welke regeling is er voor huishoudens met blokverwarming?
In de loop van 2023 heeft het kabinet een tegemoetkoming voor huishoudens met blokverwarming gepresenteerd. Bewoners hebben recht op een financiële compensatie voor hun blokwarmte en/of -elektriciteit als reactie op de gestegen energieprijzen. Deze compensatie omvat ook de misgelopen compensatie voor de maanden november en december 2022 (190 euro per maand). De hoogte van het totaalbedrag hangt af van of de bewoners in een zelfstandige of onzelfstandige woonruimte wonen.
De bedragen voor de periode van 1 januari tot 30 juni 2023 zijn al bekend. In de loop van het jaar zal ook duidelijk worden hoe hoog de bedragen voor de tweede helft van 2023 zullen zijn. De contracthouder van het collectieve energiecontract, meestal de verhuurder, wooncorporatie of Vereniging van Eigenaren (VvE), heeft tot 30 september 2023 de tijd om een aanvraag in te dienen.
Waarom is de uitvoering hiervan zo lastig?
Als uw contracthouder de aanvraag heeft ingediend, betekent dit helaas niet dat u de compensatiebedragen de volgende dag op uw rekening heeft staan. Het aanvraagproces is langdurig en omvat meerdere stappen. Binnen 2 weken na de aanvraag ontvangt u een ontvangstbevestiging. De goed- of afkeuring van de aanvraag volgt meestal binnen 13 weken, maar dit kan in de praktijk oplopen tot 26 weken. Als dit het geval is, ontvangt uw contracthouder tussentijds bericht. Als de aanvraag is goedgekeurd, wordt het geld in 2 betalingstermijnen overgemaakt.
Maar daarmee bent u er nog niet. De verhuurder, wooncorporatie of VvE moet de compensatiebedragen vervolgens onder de bewoners verdelen. Hierbij kan het een rol spelen dat niet alle woningen in het complex even groot zijn, waardoor sommige bewoners een hoger of lager bedrag ontvangen. Voor wooncomplexen met meer dan 100 bewoners kan de verdeling een tijdrovende bezigheid zijn. Sommige verhuurders kiezen er bovendien voor om deze bedragen te verrekenen met de servicekosten die u voor 2023 betaalt. Hierdoor kan het gebeuren dat u, met een beetje pech, nog tot de lente van 2024 moet wachten op compensatie voor de periode november 2022-juni 2023.